Historische Vereniging Arnemuiden

Zeeuws Archief Inventaris van de Archieven van de gemeente Arnemuiden
Ingekomen stukken en kladafschriften van uitgegane stukken 1839 deel 2

Toegangsnummer: 1200 Inventarisnummer: 113

 

Den 11 September 1839

Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Begrooting 1840
De Stedelijke Raad alhier den 30e der vorige maand overgegaan zijnde tot het opmaken van de begrooting in Ontvang en Uitgaaf dezer Gemeente van het aanstaande jaar 1840 , hebben wij de eer dezelve in triplo met de daar bij behoorende staten en Memorie van toelichting bij deze aan UEGA te doen toekomen.
UEGA zullen daar in opmerken de Raad haar gedrongen heeft gezien van over te gaan tot de voordragt van eene Hoofdelijke omslag of personele belasting die niet alleen drukkende is voor deze gemeente, waarvan ver het grootste gedeelte in armoede verkeerd, en onder welke doch een aantal zijn die men niet voorbij gaan kan om in de minst te stellen klassen te brengen, en daar te boven zeer moeijlijk kan geïnt worden, gelijk zulks over een aantal jaren geleden is gebleken, en nu ook jaarlijksh het bewijs opleverd, in de staat van Non valeurs van ‘s Rijks personeele belasting dan de bijzondere kosten aan het stadhuis van een gedeelte tot een weverij van calicots ingerigt gemaakt en die ons bij regularisatie voorkomen en wel bijzonder de voor onze plaats aanzienelijke subsidie van f.330 die men aan het Diaconie Armbestuur alhier heeft moeten toekennen, zijn daarvan de voorname redenen daar anders niet dan de bepaalde uitgaven zijn voorgesteld, en voor de jaarlijksche onbepaalde de hoogst mogelijke bezuiningen weder zijn in acht genoemen terwijl het de Raad verkieselijker zoude voorkomen om opcenten op ’s Rijksbelastingen te verzoeken, en dit ook werkelijk zoude hebben plaatsgevonden, hadt dezelve bekend kunnen zijn, met , met het aandeel die onze stede moet dragen in de importante kosten van herstel der Keersluis, waartoe onze Burgemeester als Lid van de Commissie van toezigt over dezelve, noch niet in de mogelijkheid was om daarvan mededeeling te doen aangezien op een adres aan ZM in de maand Junij jl door de Commissie gepresenteerd houdende verzoek om een subsidie of renteloos voorschot uit ’s Rijkskas te mogen erlangen, noch geen dispositie van ZM bij de Commissie was ingekomen, en hoewel zoodra dit aandeel bekend zijn zal, de Raad het verzoek zal behooren te doen,- en wel tot het negatieve van de daar voor benoodigde gelden als mede tot ver??? van de jaarlijksche aflossing en renten voordragt tot het mogen heffen van eenige opcenten op ‘s Rijks belastingen, wanneer dan wel mogelijk de som van hoofdelijke omslag nu voorgesteld zoude kunnen wegvallen, doch daar de vastgestelde tijd tot het opmaken van die begrooting daar was, zoo heeft zij geen vrijheid gevonden, om die tot een onzeker tijdstip uit te stellen.
En hebben wij mitsdien de eer dezelve, dezelve aan UEGA goedkeuring te onderwerpen.
De Burgemeester
CDB
Den 7 September 1839

Memorie van toeligting bij de begrooting van de stad Arnemuiden voor het jaar 1840
Buitengewone Ontvang
1e Hoofdstuk
Art 1 en 2
Het goed slot alhier gebragt is dat van de begrooting van 1839- en dat van de rekening van 1838 na aftrek van de som in de begrooting van 1839 reeds gebragt

3 Is van verhuur der begraafplaatsen en van verkogt graf van 1839 & vroegere jaren, volgens bijgevoegde nota en overeenkomstig HEGA besluit van de 20 Aug: 1839 no 20
4 Is gerekend voor het provenue van 4 jarig kaphout op de cingel & wal- en eenige boomen
Gewoone Ontvang
2e hoofdstuk
5 de opcenten op de directe belastingen, en van het provinciaal Gemeente fonds zijn gebragt zoo als die voor 1839 zijn bepaald
7 om de voorgestelde uitgaven te bestrijden, is men hoe ongaarne ook moeten overgaan tot het voorstellen van een personelen omslag en daar voor eene som gebragt van f.350- die daar voor gevonden wordt
8 Is de pacht van het veer op het Nieuwland
9 Huur van grafplaatsen en van het gras hiervoor is als een onzekere inkomen eenen som gebragt die men meent de verkoop van het gras zal opleveren
10 voor leges secretarie is als gewoon is memorie uitgetrokken.
11 tot 15 van landen- grondrenten, pacht van haardasch & vuilnis, en boeten van policie zijn gesteld zoo als die in de begrooting van 1839 voorkomen.

Uitgaven
1e Hoofstuk
16 en 17 voor jaarwedde van het Plaatselijk bestuur en dat van de secretaris zijn de gewonen sommen voorgesteld
18 Jaarwedde van den Ontvanger is berekend als 2 pct van de opcenten van de directe belastingen en 5 pct van de andere Inkomsten
19 voor de generale kosten voor het huishoudelijk plaatselijk bestuur is hierbij een staat gevoegd.
20, 21 en 22 kosten van de registers van den Burgerlijken stand, de belastingen en jaarwedde van den klokluider zijn de vastgestelde sommen voorgesteld.
23 voor onderhoud der gebouwen
24 en die van straten en wegen zijn hier bij de beramingen gevoegd, en allergeringst opgemaakt tot vermijding van meerdere lasten
25 Onderhoud der klok is
Jaarwedde kloksteller f.60
Idem assistent f.18
Schoonmaken en ? f.30
26 is de gewonen som voor klokluiden op ’s Konings Jaardag en op Oude Jaarsavond
27 hier word voor onderhoud van de voetpad, afsluiting etc van de begraafplaats eene som gebragt die men oordeeld daar voor noodig te zullen hebben
28 t/m 32 voor jaarwedde van den veldwachter & brigadier kleeding van eerstgenoemde , onderhoud der brandspuit kosten der schutterij, en onderhoud van de Keersluis, zijn de gewonen sommen voorgedragen.

2e Hoofdstuk
33 de toenemende en hooggaande armoede dezer gemeente door ongunstige vischvangst toekomende, is oorzaak dat men voor de stedelijke finsntiën drukkende last, de aanzienelijke som van f.330 als subsidie heeft moeten voorstellen.
34 tot 38 van aandeel in de administrative kosten voor de Etablissementen van weldadigheid- jaarwedde van den Heelmeester en vroedvrouw, die van den schoolhouder, schoolprijzen en schoolbehoeften zijn de gewone bepaalde sommen voorgedragen

3e Hoofdstuk
39 de 2 pct is berekend van de gewone inkomsten
40 voor onvoorziene uitgaven is f.50 meerder voorgesteld dan de gevorderde som, om daar uit te vinden, het mogelijke tekort voor huur van het gebouw wordend ( gebruikt) voor weven van callicots hetwelk de 2 cents van ieder stuk zal opleveren

Buitengewone uitgaven
3e Hoofstuk
41 Is weder voor planten van boomen de som van f.50 voorgesteld daar men hier mede behoord voort te gaan, om in der tijd daar van eenig voordeel te genieten zoo als men nu reeds dit van planting van vroegere jaren ondervind en te stade komt.
42 bij regularisatie van de 2 pct van 1838 volgens besluit van Heeren GS dato 26 Julij 39 PB 68
43 Idem voor gedane reparatiën aan het stadhuis tot inrigting van een weverij van callicots volgens resolutie van Heeren GS in dato 21 Junij 1839 no 14 b

Aldus opgemaakt bij den Raad der stad Arnemuiden den 30 Augustus 1839
De Burgemeester
CDB

Begrooting Arnemuiden
1840
Ontvang
Batig slot Begrroting 1839 f.2,68 ½
Idem Rekening 1838 f.603,84
Reeds in de begrooting
Van 1839 gebragt f.208,68 ½
396,22 ½
397,91
In buitengewoon ontvang
Van verhuurde begraafplaatsen en
Van verkogte graven van 1839
& vroegere jaren 68,30 ½
Het provenue van te verkoopene
Kaphout en boomen 250,--
f. 716,21 ½
opcenten grondlasten
en het Personeel f.198,--
Idem prov Gemeentefods 732,--
Personele omslag 350,-
Pacht van ’t veer 186
Huur van grafplaatsen & van gras 12,--
Leges secretarie memorie
Verhuring van huizen 48,
Pacht van landgoed 695,--
Grondrenten etc 286,--
Pacht haardasch 67,--
Boeten van policie 1,--
f.2575,--
Bovenstaande buitengewone ontvang 716,21
f.3291,21 ½
3265,76
25,45 ½

Uitgaaf
Jaarw. Plaatselijk bestuur f.267,--
Idem secretaris 175,--
Idem Ontvanger 140,--
Generale kosten 184,--
Register Burg.stand 60,--
Belastingen 148,--
Klokluider 20,--
Onderhoud gebouwen 86,10
Idem straten & wegen
Idem de klok 108,--
Klokluiden ‘sKoningsdag en
Oude jaars avond 7,--
Onderhoud begraafplaats 10,--
Jaarw.Veldwachter & brigadier 164,--
Kleeding idem 38,--
Onderhoud brandspuit 48,--
Kosten schutterij 21,--
Onderhoud keersluis 50,--
Subsidie Armen 330,--
Administratiekosten bedelaars
Etablissementen 20,85
Jaarwedde Heelm.en vroedvrouw 175,--
Idem Schoolhouder 125,--
Schoolprijzen 10,--
Schoolbehoeften 50,--
2 percent 51, -- ?
Onvoorziene uitgaven 350,--
Planten van boomen 50,--
Regularisatie 2 pct
Van 1838 39,61
Idem weverij 467,40
3275,38
f.2798,36
467,40
f.3265,76


Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Begrooting Diaconie Armen
De Staat van Begrooting in ontvang en Uitgaaf door het Diaconie Armbestuur dezer Gemeente van het jaar 1840 opgemaakt, en bij den Raad alhier overgebragt zijnde, zoo is dezelve onder UEGA nader goedkeuring den 30e der vorige maand gearresteerd en ten dien einde die in triplo hier bijgaande moeten wij UEGA te kennen geven dat hoezeer de voorgestelde uitgaven genoegzaam alle dezelfde zijn,als die voor dit loopende jaar, de stedelijke Raad echter om die uitgaven te bestrijden haar heeft genoodzaakt gezien eene subsidie van niet minder dan f.330. daarvoor uit de plaatselijke fondsen te moeten toe kennen, dat van jaar tot jaar vermeerderd en nu? Dezelve eenen drukkende last is, dat veroorzaakt word door toenemende armoede wegens geringe vischvangst en even daardoor de collecten veranderen want hoewel cdie collecte voorkomen als in het vorige jaar is bepaald zoo is het, indien er geene gunstige verandering plaats vindt, niet waarschijnelijk dezelve die som zullen opbrengen gelijk reeds over 1838 is geleken waardoor eene som van f.180,87 is te kort gekomen,en zulks onaangezien in dat jaar noch een extra subsidie van f.100 is verleend geworden,en ook door de verplegingskosten van eene krankzinnige vrouw te Middelburg geplaatst ad f.137,80,dat voor het Armbestuur drukkend is en door onze zeer bekrompenen finantiën moet worden goedgedaan.
Wij nemen de vrijheid UEGA goedkeuring van die begrooting bij deze eerbiedig te verzoeken.
De Burgemeester
CDB
Den 7 September 1839

Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Volkswapening
Bij Uwe Excie circulaire van den 30 Aug: jl PB no 86 van ons verlangende te ontvangen een door ons opgemaakte naamlijst der Ingezetenen onzer gemeente, welke bij de Volkswapening gedurende de staatkundige verwikkelingen met België als vrijwillige rustbewaarders, vrijwillige schutters etc dienst hebben gedaan ,achtervolgens ZM besluiten van den 4. October 13 Novb. 1830 en 15 Februrij 1831, en naar aanleiding van uwe Excie dispositie van den 6 Oct: 1830 A no 9060 1e afd; hebben wij de eer uwe Excie te kennen te geven dat wat de gewapende volksmagt betreft dezelve niet vrijwillig zijn opgekomen, maar ingevolge de Excie laatstgemelde dispositie daartoe zijn verpligt geworden, en wij bereid zijn dit verlangd wordende ook van die manschappen een aantal in dien tijd hun hebben aangegeven als vrijwilligers voor de zeedienst, en ook op onderscheidenen van ZM kanonneerbooten zijn geplaatst geworden en den gevordenden dienst gedurende dien tijd hebben gepresteerd dan die in Uwe Excie bovengemelde circulaire niet genoemd zijnde, zoo is maar een persoon als vrijwillige Schutter door ons op die Lijst kunnen gemeld worden, die wij de eer hebben hun bij Uwe Excie te doen toekomen en waarvan het dubbel bij onsplaatselijk archief ter bewaring is nedergelegd.
De Burgemeester
CDB
Den 12 September 1839

Naamlijst der persoenen welke vrijwillig tot handhaving van rust en orde, gedurende de staatkundige verwikkelingen met Belgiën, dienst hebben gedaan.

Baars Cornelis Jacobus 1e Luitenant
Aanmerkingen
Uitgetrokken 24 November 1830 als 2e Luitenant bij de 1 Comp: 2 Batt: der Afdeeling ZM Schutterij en laatstelijk als 1e Luitenant bij de 4 Comp van het 1 Batt: van dezelfden afdeeling en dus? 26 December 1837 op deszelfs verzoek wegens kortborstigheid ontstaan in en door den dienst eervol ontslagen
Als 2e Luitenant voorloopig designatie? Door den HeerGouverneur den 10e November 1830
Acte benoeming door den Koning ge???? 1831
Als 1e Luitenant
Etc 30 Mei 1834 ???
Arnemuiden den 11 September 1839
Burgemeester & Wethouders der
Stad Arnemuiden
Corn; Dan: Baars
Ter ordonnantie van dezelve
Baars junior

Middelburg den 11 September 1839
Onderwerp: Toezending van een invorderbaar
Verklaard kohier
Volgens de resolutie van Zijne Excie den Minister van Financiën van den 17 Mei 1834 no 194 PB no 53 heb ik de eer UEA hiernevens in overeenstemming met art.13 van het besluit van 16 Thermidor, 8e jaar, toe te zenden het op den 6 dezer invorderbaar verklaarde kohier van het patentregt uwer gemeente dienstjaar 1839/40
Ik verzoek UEA dat kohier op den voet van het bepaalde bij art.14 van het gemelde besluit binnen vijf dagen na ontvangst aan den Heer Ontvanger der directe belastingen te doen toekomen en mij den dag op te geven, waarop de naar luid van art. 5 der wet van 4 messidor 7e jaar te doene afkondiging zal hebben plaatsgehad.
De Controleur der directe belastingen te Middelburg
etc
Handtekening

Den 13 September 39
Aan den Kontroleur
Bij ons ontvangen zijnde het kohier van het patentregt van 1839/40 voor deze gemeente, hebben wij de eer UEdG kennis te geven dat de afkondiging op heden heeft plaatsgehad en aan den Ontvanger is ter hand gesteld.
De Burgemeester

Middelburg den 11 September 1839
Onderwerp: Levering Calicots voor Indië
Ik heb de eer UEd: kennis te geven dat het jaarlijksche aandeel in de levering van katoenen stoffen voor de Indiën van f. 50.000- hetwelk vroeger aan de stad Veere is toegestaan door die stad gezamenlijk met Arnemuiden zal genoten worden.
Ik verzoek UEd: als nu hetgeen tot daarstelling van dat fabricaat reeds in uwe stad is aangevangen verder te voltooijen , de voorloopig met den Heer Salomonson gemaakte schikkingen te bestendigen en wijders UEd: met de Directie der Nederlandsche Handel Maatschappij in regtstreeksche betrekking te stellen, op dat uwe stad ten aanzien van den voet en wijze dier levering met de stad Veere worde gelijkgesteld.
Voor den Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
En tournée
Springer
Lid der GS

Arnemuiden den 16 September 1839
Onderwerp: Levering callicots voor Indiën
Bij ons ontvangen zijnde eene missive van den Heer Gouverneur der Provincie van den 11e dezer maand A no 10244 A afd daarbij te kennen gevende dat de levering van katoenen stoffen voor de Indiën van f. 50.000 welke vroeger aan de stad Vere is toegestaan gezamentlijk met deze stad zal genoten worden, met uitnoodiging met UwEd: in regtstreekse betrekking te stellen, opdat deze stad ten aanzien van den voet en wijze dier levering met de stad Vere worden gelijk gesteld.
Dientengevolge zijn wij zoo vrij Uw Ed: te verzoeken ons wel eenige inlichting te willen mededeelen hoedanig in deze zal behooren te worden gehandeld ten einde voor het vervolg bij de levering op gelijke wijze te werk te gaan als door andere besturen dienaangaande word verrigt
De Burgemeester
CDB

Middelburg den 19 September 1839

Samenvatting: toezending van 6 stuks van het Programma houdende eenige Voorstellen en prijsvragen tot aanmoediging en bevordering van de Landbouw. Deze te verspreiden onder de landlieden uwer gemeente en aan te geven aan het lid van de Commissie van Landbouw welke landlieden er bij betrokken zijn.
Voorstellen zullen hopelijk de landlieden opwekken tot bevordering van eigen voordeel wegens het genot van daarmede verbonden premiën.
Bij bestellen van meerder exemplaren voor den matigen prijs van 30 cent bij den provincialen Drukker U.F.Auer te Middelburg.
De president der Commissie van Landbouw in Zeeland
C.Vis
Gezonden aan
Adriaanse, Wisse, Schoonenboom en Koets

Arnemuiden den 23 September 1839
Aan de Commissie van Landbouw in Zeeland
Onderwerp: Kennisgeving toezending Programma
Wij hebben de eer Uwe EdelG te berigten dat het programma ons bij uwen missive van den 19 dezes toegekomen, aanvankelijk is gezonden aan de landlieden A. Adriaanse, L.Wisse en A. Koets
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden den 23 September 1839
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Materieel bevolkingsregister
In voldoening aan Uwe Excie circulaire van den 18 Septemberjl PB no 92 hebben wij de eer uwe Excie te kennen te geven dat wij tot het formeren van een nieuw register van bevolking voor materiëlen benoodigd hebben 340 bevolking billetten, benevens 50 vellen voor een register voor de berekeningen van het bevolkingsregister hebben wij tot maatstaf genomen het voorgeschreven bij Uwe Excie circulaire van den 20 October 1829 PB 125, dan daar die maatstaf onzens inziens voor onze gemeente ontoereikend is, zijn wij zoo vrij uwe Excie dienaangaande eenige inlichting te vragen.
Het register van bevolking moet gedurende tien jaren voortduren hetzelve moet op elk bladzijde inhouden 20 personen, , met eene tusschenruimte dat tot het invullen van eene nieuwe regel tusschen elk twee ingeschrevenen plaats overblijven ………Dan daar er in dat tijdverloop in een huisgezin 7 à 8 kinderen kunnen geboren worden en dezelve natuurlijker wijze onder de reeds ingeschreven dienden geplaatst te worden,waar er naauwelijks ten hoogsten berekend slechts twee meer kunnen bijgeschreven worden- is deze tusschenruimte te weinig.
NB. Wegens o.a de vele geboorten bevatten de formulieren te weing ruimte
N.B.
Etc etc
De Burgemeester
CDB

Middelburg den 18 September 1839
Onderwerp: Ontslag vrijwillige plaatselijke gewapende korpsen
In antwoord op uwe missive van den 12e dezer no 240, heb ik de eer UwEd: te kennen te geven dat ik ter uitvoering van het voorgeschrevene bij het provinciaal blad no 86 van het lopende jaar, als nog van Uw Ed zal tegemoet zien de daarbij verlangde naamlijst der Ingezetenen uwer stad welke bij de gewapende volksmagt in het 1e district dezer provincie hebben gediend, terwijl tot nog toe van van de vrijwillige zeelieden geene opgave wordt verlangd, alzoo die niet in de daaromtrent door de Hooge regeering gemaakte beschikkingen begrepen zijn, en waarschijnlijk op de gewonen wijze hun paspoort uit ‘sRijks dienst reeds hebben of zullen ontvangen
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie zeeland
Van Vredenburch

Arnemuiden , 23 September 1839
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: staat gewapende Volksmagt
Voldoende aan Uwe Excie missive van den 18 dezer no 10433 A Afd heben wij de eer aan uwe Excie te doen toekomen den staat der manschappen welke tot handhaving van rust en orde gedurende de staatkundige verwikkeling met Belgiën dienst hebben gedaan, terwijl het dubbelde daarvan in het plaatselijk archief is gedeponeerd
De Burgemeester
CDB

Bevelhebber
A.van Eenennaam
Onderbevelhebber

P.I. Crucq
G.I Wanrooij

Wachtmeesters

Salomon van Eenennaam
Jan Kramer
Lieven Verstraate
Casper van Eenennaam
Jacobus de Rijk
Jacobus Buijs
H.W. Hogerheijde
Adr. Van Zweden
Adr. De Smidt
Jan Bernard Joosse
Frans Joosse
Maarten Kraamer
Jacob Schreoevers
B. Schets

Rotmeester

Jacob Schoonenboom
Jac. Louw de Rijke
A Boogert
C.Poppe
Francois van Eenennaam
Salomon van Eenennaam
Christiaan Kraamer
Jac. Buijs
Marinus de Bakker
Simon Koets
Adriaan Joose
Janis Caljouw
Cornelis Pijl
Jacob Maartense
Abr. Sturm
Pieter Kleinepier
Francois Giffard
Abr.Joosse
Leendert Wisse
Pieter Sterk de Koning
Adriaan Filius
Jan Bil
Jan Karel Crucq
Jacobus Meerman Gz
Jan Marijs
Joost van der Weele
Jan Joosse
Pieter Kramer

Lijst der personen welke deel hebben genomen aan de Landwacht of behooren tot de plaatselijke gewapende korpsen in den jare 1830


Pieter Bus?/Bos?
W.Wanrooij
G. Wanrooij Onderbevelheber
Izak de Bruin ?
Pieter Hollebrant

Jan Dingemanse
Willem Dingemanse
Jan Marijs rotmeester
Hendrik Knuit
B. Harthoorn
P.Kraamer Rotmeester
Salomon van Eenennaam Wachtmeester
P.J. Crucq onderbevelhebber
Francois van Eenennaam rotmeester
P. van Eenennaam
Cornelis Blokpoel
Cornelis Smit
J.L. Meulmeester
Blaas Grootjans Jacobus Meerman rotmeester
Jacob Kervink
P.de Meulmeester
Jan Kraamer
Willem Petiet
Jacobus de Rijke wachtmeester
Marinus Schouwenaars
Aart Marteijn
J.H. van Opdorp
Cornelis Verstraate
Marinus van Belzen
Blaas Klaasse
A de Moll
Jacob Schroevers
Adr. Leers
Willem Baake Cornelis Cornelisse
C.J. Baars
Adriaan Brunke
Abr Theune
Nicolaas de Troije
Cornelis Maas
Jan Ventevogel
Joh de Ridder
Klaas Robbertse Schroevers
Gerard Meerman
Blaas Marinus Meulmeester
Gillis Gilisse de Nooijer
Daniël de Ridder
Cornelis Lieven Meulmeester
David Tange
Jacob Jacobs
A. Verhage
Jasper Abr. Geldof
Piet Boone
Doris Odding
Cornelis de Nooijer
Johan Schets
J. Oversluis
Jacob Schets
Lambert Relte
Jacob de Nooijer
Marinus van Belzen
Marinus Lieven Meulmeester
Marinus Klaasse
Jacobus van Belzen sukkelaar
Pieter Wisse
J. Meulmeester
Pieter Schoonenboom
Cornelis Oreel
Adriaan Koets
Leunis de Rijke
Joris Dingemanse
Willem Adamse
Jan Tramper
Joost La Soe
Joost Hubregtse
Dirk Rooze
Marinus Rooze
Jacobus La Soe
P.J.Dillewarde
Bl.de Nooijer
Klaas Flink
A Abrahamse
L. van Eenennaam
Jacob Wanrooij
Marinus Kervink
Gerardus de Quelerij
Jacobus Marteijn
Jacobus de Ridder
Klaas Klaasse
Pieter Boogert
Adr.Theune
Jan ……..
Adriaan Adamse
Paulus de Meulmeester
Cornelis Jobse
Pieter Polderman
Gillis Pieterse de Nooijer
Bastiaan Jobse
Klaas Meulmeester
A…………
C. Mulder
Robbert Cornelisse Schroevers
Marinus Pieterse de Nooijer
Jan Jacobse Schroevers
Blaas Gilisse de Nooijer
Jaco van Belzen Tak
Marinus de Nooijer
Blaas Blaasse de Nooijer
Cornelis van Belzen
Lieven Blaasse de Nooijer
Joos Vogel
Cornelis Jacobse de Nooijer
Marinus Marinusse Grootjans
Boudewijn Marinusse Grootjans
Johannes Pieterse de Nooijer.
Marinus Schroevers
Klaas van Belzen
Leendert Grootjans
Marinus Adriaanse de Ridder
Klaas Joosse Meulmeester
Marinus Jacobse Schroevers
Willem Buster
Hendrik Buster
Jozias Joosse
Cornelis Gilisse de Nooijer
Abr. Kraamer
Blaas Meerman
Adriaan Lieven Meulmeester
Klaas Klaasse Grootjans
Job Adriaanse de Ridder
Joos van Belzen
Johannis Klaase
Eghbert Meerman
Joost van Belzen
Cornelis Klaasse
Joh: Matt: Jozef Zeekatien ??
D.J. van belzen
Jan Daniel de Ridder
Blaas Blaasse
Joost Smouts
Marinus Keur
Blaas Cornelisse de Nooijer
Jan van Gelen
Job Jacobse
Jan Janse de Nooijer
Job Marinusse de Nooijer
Adriaan Blaasse
Gillis Marinisse de Nooijer
Lieven Menheere ?
Job Jobse de Ridder
Jan Marinusse Schroevers
Izak Daniel de Ridder
Aarnoudt van Belzen
Jaco Jacobse de Nooijer
Lieven Meulmeester
Klaas Joosse Grootjans
Hendrik Keur
Leendert van Belzen
Job Jacobse
Klaas Siereveld
Boudewijn Klaasse
Boudewijn Grootjans
Job Jacobse
Boudewijn Klaasse
Lieven Klaasse
Marinus Meulmeester
Jacob Robbertse Schroevers
Jacob Jacobse
Klaas van Belzen
Marinus Liev. Meulmeester
Klaas Cornelisse van de Ketterij
Lieven Karelse van de Gruiter
Louis le Mahieu
Izak van Belzen
Cornelis Jacobse
Marinus van Belzen
Adriaan Jobse
Hubregt Robbertse Schroevers
Pieter Adriaanse
Blaas Cornelisse
David Adriaanse
Cornelis Siereveld
Jacob Cornelisse
Francois le Mahieu
Robbert Mar. Schroevers
Robbert Blaasse
Eeuwoud Baake
Klaas Klaasse
Johanis Meerman
Jacob de Nooijer
Blaas Blaasse
Blaas Jacobse de Nooijer
Jacob Adrianus de Ridder
Blaas Jacobse de Ridder
Jacob Blaasse de Nooijer

Arnemuiden den 24 September 1839
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Kosten verzekering Brandschade
Tengevolge UEGA Besluit van den ??/ houdende uitnoodiging tot verzekering tegen brandschade der gemeentegoederen, hebben wij bij den Ontvangst van dat besluit den stedelijken Raad (gepolst) in hoever het wenschelijk voorkwam om aan de uitnoodiging in dat besluit vervat voordeel voor de gemeente zou opleveren; maar de vergadering heeft te kennen gegeven dat in aanmerking nemende de vestiging van die fabriek van callicots welke alhier op het Stadhuis is geplaatst en waardoor hetzelve door onvoorzichtigheid der kinderen zeker eerder aan brand is blootgesteld dan wel vroeger, deze het niet op hare verantwoording durfden nemen om daaraan niet te voldoen, maar noodzakelijk achtten dat daaraan gehoor word verleend, en Burgemeester magtigen om het stadhuis en dergelijke brandwaarborg Maatschappij, maar niet meerder dan f.1- per F.1000 werd besloten te verzekeren.
Hieraan voldaan zijnde , zoo hebben wij de eer UEGA te kennen te geven hetzelve is verzekerd in de brandwaarborg maatschappij te ’s Hertogenbosch voor een som van f.10,000
En mij opgaaf hebben bekomen de kosten voor het eerste jaar zoo der bijdrage als opmaking der Acte en taxatie loon bedragen eene som van f.19,15 en er voorts jaarlijks zal moeten betaald worden eene som van f.8,10.
En daar de eerste bijdrge en verdere kosten als nu dienden voldaan te worden en geene post in uitgaaf op de begrooting van dit jaar daarvoor is toegestaan zoo hebben wij de eer UEGA te verzoeken aan ons de noodige autorisatie te verleenen, de gemelde som van f.19,15 uit de onvoorzienen uitgaven van dit jaar te mogen goeddoen en het stedelijk bestuur te magtigen om jaarlijks de bijdrage ad f.8,10 in de begrooting in uitgaaf te mogen brengen in het hoofdstuk Plaatselijk Huishoudelijk bestuur: belastingen & ongelden
De Burgemeester
CDB

Amsterdam den 21 september 1839
Wij hebben de eer UEA den ontvang te berigten uwer brief dd 16 dezer, houdende aanvrage om inlichtingen ten aanzien der wijze waarop zal behoren gehandeld te worden met betrekking tot de levering van katoenen stoffen in de stad Arnemuiden te vervaardigen en aan ons af te leveren.
Gaarne aan deze uitnoodiging gevolg willende geven, hebben wij het genoegen UEdA mede te deelen, dat wij in der tijd aan de overige plaatselijke besturen der steden in Zeeland, met welke wij voor de levering van Ruwe Katoenen Stoffen in betrekking zijn gesteld, de voorwaarden hebben opgegeven waarop die leveringen moeten geschieden, zoo mede de soorten en hoedanigheden der goederen hebben doen kennen welke wij in ontvang wenschten te nemen.
Wij zijn echter later door de gedachte plaatselijke besturen geautoriseerd om alle tot die levering in betrekking staande aangelegenheden, zoowel comptabele als administrative, met de Heeren G.& H. Salomonson te behandelen als zijnde door de verschillende steden met die Heeren overeenkomsten voor de fabrikatie dier stoffen aangegaan.
Wij veronderstellen dat ook door UEA in dezen geest zal worden gehandeld doch verlangen daarvan door UEA schriftelijk te worden onderrigt opdat wij alsdan met de genoemde Heeren G.& H Salomonson alle commerciële of comptabele aangelegenheden tot de bewuste leveringen van katoenen Stoffen in betrekking staande zouden kunnen regelen en verder aan die Heeren de betalingen voor de af te leveren goederen zullen kunnen doen, stellende wij ons wijders voor om na ontvang van UEA autorisatie met HEd: de nodige schikkingen voor de tijd, wijze & hoeveelheid der over te nemen goederen, alsmede derzelver prijsbepaling te treffen.
Indien UEA echter genege mogten zijn zelve met ons directelijk over die zaken in correspondentie te treden, alsdan zullen wij insgelijks daarvan gaarne worden onderrigt, ten einde aan UEA de benoodigde inlichtingen te kunnen geven doch voegen wij inmiddels ter informatie van UEA hier nog bij eene korte opgave der voorwaarden waarop een omschrijving der hoedanigheid van de Calicots welke wij in ontvang zullen kunnen nemen.
Voor het geldelijk bedrag hetwelk aan de stad Arnemuiden als aandeel in onze uitzendingen is toegekend verlangen wij dat ons afgeleverd worde 2400 draads Calicots pr. Stuk lang 22.5 N. Ellen voor 2/3 gedeelte in 5/4 & 1/3 gedeelte ter breedte van 6/4 oude Ellen.
De 5/4 Cal. Moeten op een breedte van 92 à 93 Ned.lb en de 6/4 ter breedte van 110 à 111 Nedm 2700 dr? moeten wegen 3 Nedlbs.
Elk stuk moet van eenen rooden band of Lizière, zoomede van den stempel des fabrikants in onuitwischbaren inkt voorzien zijn.
De goederen moeten franco Alhier geleverd worden, zijn onderworpen aam een keuring geschiedende betaling eerst na die keuring en blijven dezelve inmiddels voor rek: der afzenders liggen.
De onvoldoende stukken worden teruggezonden om door betere te worden vervangen & moet voor die stukken welke alleen gedeeltelijk voldoen en in eene tweede klasse worden geplaatst eene korting op den prijs van 25 cent per stuk worden toegestaan.
Ook voor bevondene ondermaat wordt eenen geevenredigde korting van het factuurbedrag ingehouden.
Onze bestellingen geschieden per 3 maanden en moeten voor dien tijd alle aanbiedingen tot leveringen door de Fabrikanten worden gedaan, doch wordt de prijs door ons bepaald.
Alle afleveringen moeten geschieden in ronde getallen door 50 deelbaar 7 vergezeld gaan van Certf: van oorsprong ten blijke van de vervaardiging der goederen binnen het Rijk en moet eindelijk bij elke aflevering eene behoorlijke factuur worden gevoegd.
Indien UEA nog eenige verdere inlichtingen mogten verlangen, zijn wij bereid dezelve te geven doch vertrouwen wij dat de nu gedane mededeelingen genoegzaam zullen zijn en blijven wij derhalve UEA antwoord op het een en ander inwachten.
De Nederlandsche Handel Maatschappij
Handtekening

Aan de Directie van NHM à Amsterdam
Na UEG onze dank te hebben betuigd voor de vriendelijke inlichtingen ten aanzie der wijze, waarop zal behooren gehandeld te worden met betrekking tot de levering van katoenen stoffen in onze gemeente vervaardigd wordende, ons bij UEG missive van den 21 Sept jl 3e afd: no 22 medegedeeld, hebben wij de eer bij deze ter kennis van UEG te brengen dat door ons dien ten gevolge en gelijk door andere plaatselijke besturen in deze Provincie reeds plaats heeft met de Heeren G & H Salomonson een overeenkomst voor de fabrikatie dier stoffen is aangegaan, en mitsdien de vrijheid nemen UEG vriendelijk te verzoeken om alle tot die levering in betrekking staande aangelegenheden, zoo wel comptabele als administrative met gemelde heeren G & H Salomonson te handelen en met hun dien aangaande de noodige schikkingen voor de tijd , wijze en hoeveelheid der te leveren en over te nemen goederen als mede derzelve prijsbepaling te maken, zooals UEG met Hunne Ed: zullen goedvinden en reeds ten aanzien daar van van voor gedachte plaatselijke besturen in Zeeland plaats vinden.
Wij vertrouwen deze aan het oogmerk zal voldoen, doch ingeval eenige nadere schrifture van ons vereischt werdt, zijn wij bereid UEG op derzelve aanvragen die dadelijk te doen opmaken en UEG te doen toekomen.
De burgemeester
CDB
Den 3e Oct: 1839

Middelburg den 23 September 1839
Onderwerp: vervoer Buskruid
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat vermoedelijk op en 23 of 24 dezer van Bergen op Zoom over de Schelde langs Gorishoek en vervolgens door de Zandkreek naar den buskruidmolen no 9 bij Arnemuiden zal worden overgebragt 36 tonnen buskruid .
Ik verzoek UEA om te zorgen dat bij de eventuele lading, lossing, oponthoud of vervoer van gemeld materieel in of door uwe stad de maatregelen van voorzorg worden in acht genomen bij art 58 der wet van den 26 januarij 1815 (SB no 7) voorgeschreven.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch.

Middelburg den 24 September 1839
Onderwerp: Belooning Zetters dienst 1838

Aan de Zetters uwer gemeente wordt dit dienstjaar toegelegd
De somma van f.8,50.
Etc
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 24 September 1839
Onderwerp: Goedkeuring beroeping predikant
Ik heb de eer UEA tot derzelver informatie kennis te geven dat door ZM bij besluit van den 4e dezer no 143, is goedgekeurd de beroeping als predikant door den kerkenraad der Hervormde Gemeente binnen uwe stad uitgebragt op den Heer R: Hoogezand, kandidaat bij het provinciaal kerkbestuur van Groningen.
De Staatsraad Gouverneur van
De provincie Zeeland
Van Vredenburch

Arnemuiden 3 October 1839
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: bedelarij
Wij hebben de eer Uwe Excie te berigten dat in onze gemeente een aanhoudend toezicht word gehouden tot wering der bedelarij, en dat gedurende het 3e kwartaal dezes jaars geene bedelende personen zijn ontdekt of voor ons gebragt geworden.
De Burgemeester
CDB

Idem
Arnemuiden den 3e October 1839
Onderwerp: Staat Broodzetting
Nevens deze hebben wij de eer aan uwe Excie te doen toekomen den staat van de Broodzetting over het 3e kwartaal dezes jaars, zooals die naar de opgave der marktprijzen alhier is geregeld geworden, overeenkomstig het besluit van Heeren GS van Zeeland van den 2 mei 1828 PB
De Burgemeester
CDB

Idem
Arnemuiden den 3e October 1839
Onderwerp: Verbaal stedelijke kas
Hiernevens hebben wij de eer aan uwe Excie te doen toekomen een verbaal van onze bevinding van den staat der stedelijke kas volgens de bestaande verordeningen door ons op heden opgemaakt en geteekend
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden den 3 October 1839
Onderwerp: Schouwing en Omgang

Burgemeester & Wethouders van Arnemuiden maken bekend dat door of vanwege het stedelijk bestuur alhier op maandag den 14 October aanstaande eene schouwing zal plaats hebben op de schoorsteenen en andere stookplaatsen op het gebruik der nieuwe Ned. Maten en gewigten op straten & voetpaden, wordende een iegelijk bij deze uitgenoodigd om te zorgen dat op de deswegens bestaande bepalingen geene overtredingen worden gevonden, daar de nalatigen in deze stiptelijk zullen worden achtervolgd.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid aan den dag leggen zal deze worden aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden.
Gedaan te Raadzaal
Burgemeester
CDB

Arnemuiden den 6 October 1839
Aan den Heer Gouverneur en Provinciale Commissie
Wij hebben de eer Uwe Excie en Uwe Ed kennis te geven dat er bij ons geene berigten zijn ingekomen dat er gedurende den loopende 3e kwartaal dezes jaars iemand in deze gemeente is gevaccineerd geworden of dat de kinderziekte alhier heeft geheerscht
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden den 6 October 1839
Idem
Onderwerp: Personeel van het bestuur
In voldoening aan Uwe Excie circulaire van den 5 November 1833 PB no 119 hebben wij de eer aan Uwe Excie te doen toekomen de staat van het personeel van het bestuur dezer gemeente zooals die was op den 1e October dezes jaars terwijl er geene veranderingen in dat bestuur gedurende het tijdvak van een jaar zijn voorgevallen
De Burgemeester
CDB

Staat van het personeel van het bestuur der Stad Arnemuiden op den 1e October 1839
Baars Cornelis Daniël: jaar van aftreden: 1844 Burgemeester
Van Eenennaam Abr: idem 1840 Wethouder
De Marée Jannis idem 1842 idem

Van Eenennaam Abr: idem 1840 Lid van den Raad
Wisse Leendert idem 1840 idem
De Marée Jannis idem 1842 idem
De Smidt A. idem 1842 idem
Adriaanse Adriaan idem 1844 idem
Kraamer Jan idem 1844 idem


‘s- Gravenhage den 25 September 1839
Onder dankbetuiging voor de medegedeelde berigten bij brief van den …. Augustus ll, no 229, wegens het onberispelijke gedrag en de bekwaamheden van de Heer J. de Geus, geve ik mij de eer UEA hierbij te verwittigen: dat den gunstigen uitslag van het ten deze door UEA bewerkstelligde onderzoek mij aanleiding heeft gegeven om dien Heer aan den Koning tot Ambtenaar van Hoogstdeszelfs dienst der kust van Guinea, voor te dragen, en dat het Zijne Majesteit ,ten gevolge daarvan,heeft behaagd den Heer J. de Geus bij besluit van den 14 dezer maand no 5 tot Assistent voor die bestemming te benoemen.
De door mij genomen beschikking tot het en uitvoer leggen van het KB, die den Heer de Geus voor acte van aanstelling moet dienen, heb ik alverder de eer, met de twee daartoe betrekkelijke bijlagen,hiernevens aan UEA te doen toekomen, met verzoek om die stukken wel aan den belanghebbende te willen uitreiken.
De Luitenant Generaal
Ministervan Koloniën
Handtekening

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag , den 27 Sept: 1839
Rapport gedaan zijnde op de rekeningen over 1838 van de Gemeente Arnemuiden
Is goedgevonden
Deze te arresteren
Extracten etc
De Griffier der Staten
Handtekening

Militie Kommissariaat
Provincie Zeeland
Goes , den 5 October 1839
Onderwerp: Formatie Keur-Kompagnie
Bij paragraaf 4 van het besluit van Zijne Excie den Heer Staatsraad Gouverneur van Zeeland,van 21Augustus jl A, no 9154/2,bepaald zijnde voorzoo veel aangaat de Rustende Schutterijen,de formatie der afzonderlijke Keur-Kompagnien en Keur-Sectien uit de manschappen behoorende tot de eerste Ban der Schutterij, op den voet van het bepaalde bij art.4 en 5 van het KB van Zijne Majesteit,van 4 Augustus 1839 S.B. no 34 onder het toezigt van den Militie Kommissaris zal moeten geschieden, en mij ten dien einde met de Hoofden der Plaatselijke besturen en met de Chefs der Battaillons Rustende Schuterij in betrekking te stellen,-- heb ik mitsdien de eer UEd: te verzoeken, om met de Bevelhebber van het Battaillon Rustende Schutterij, onder welke de Schutter-plichtigen van Uwe Stad of gemeente behooren in betrekking te stellen,en ten spoedigsten over te gaan,op de wijze bij voornoemde paragraaf omschreven,tot de formatie der Keur-Kompagnien of Sectien op rapport.
En vervolgens naar aanleiding van de paragrafen 5 en 6 van bovengemeld besluit, aan mij de inzending der naamlijsten en driemaandelijksche veranderings staten,beide in duplo,de eerstgenoemde voor de 25 dezer; en laatsgenoemde vijf dagen voor den bepaalden tijd van elk vierendeels jaars, te doen geworden.
De Kommissaris over het District Goes, belast
Met het Militie Kommissariaat in Zeeland
Handtekening

Arnemuiden den 15 October 1839
Onderwerp:Schutterij
Bij ll besluit ?? van den Heere Staatsraad Goeverneur dezer Provincie van 21 Aug: jl PB no 86? En daarop den 12 dezer bij ons was ontvangen een missive van den Heer Milite Kommissaris van den 5 dezer no 26 bepaald zijnde om ons tot de formatie der afzonderlijke keurkompagie en Keur Sectien uit de manschapen tot den 1 ban der Schutterij met UEG in betrekking te stellen en zullende overgaan tot het opmaken der naamstaten van de Schutterligtingen van den 1e Ban volgesn model AA achter de circulaire van Zijne Excie hierboven gemeld verlangende wij alvorens van UEG te worden geïnformeerd of UEG eenige bedenkingen hebt om die manschappen op de bijzondere rol worden aangemeld daaronder begrepen diegenen welke nog niet bij de Mobiele Schutterij zijn opgeroepen op genoemde naam staat te plaatsen.
Zullende de het ons aangenaam te zijn ons zoo spoedig doenelijk UEG goedvinden daarop te mogen vernemen,daar deze naamstaat door de Heer Militie Commissaris voor den 25 dezer van ons gevorderd wordt.
De Burgemeester
CDB
Aan den Heer Bevelhebber van het Batt: rustende Schutterij in Walcheren

Arnemuiden 22 October 1839
Aan den Militie Kommissaris
Van Zeeland
Onderwerp; Naamstaten Schutterij
Wij hebben de eer in voldoening aan UEG circulaire van den 8 dezer no 26 in duplo te doen toekomen de naamstaten der Schutterpligtigen van den 1e Ban dezer Gemeente , terwijl wij naar luid dier circulaire van den Heer Majoor van het halve Bataillon rustende Schutterij no 1 hebben in betrekking gesteld.
De Burgemeester
CDB

Koudekerke den 18e October 1839
Onderwerp: Schutterij
Den staat der dienstpligtigen voor den 1e Ban der Schutterij uwer achtbare gemeente niet kunnende beoordeelen, zal UEA mij verpligten door eene nominativen Staat der personen der eersten Ban ( bevorens al dan niet ingelijfd) zoo actief als de Reserve uitmakende met aanduiding of onder dezelve zich de zodanige bevinden, welke eenige rang bezitten, zonder dat dit eenig beletzel mag te weeg brengen aan het gevondene door den Heer Militie Kommissaris bij Zijn Ed: circulaire van den 5 dezer no 26
De Majoor Kommanderende het
Half Batt: Rustende Schutterij no 1
Loeff


Arnemuiden 22 October 39
Onderwerp: Naamstaat dienstplichtige Schutters
Als een vervolg op UEG missive vanden 18 dezer no 160 hebben wij de eer hierbij aan UEGA te doen geworden den staat der dienstplichtige Schutters van den 1 Ban dezer Gemeente, zooals die aan de Heer Militie Kommissaris in Zeeland is ingezonden geworden, op die staat hebben wij gemeend te moeten plaatsen alle die genen welke bij de inlijving niet waren gekeurd ? en ook bij de Mobile Schutterij zijn ingedeeld geweest daar het huwelijk ( na de inlijving) bij de Wet als deze reden tot vrijstelling niet bekend is geweest.
De Burgemeester
CDB

Aan den Achtbaren Raad der Stad Arnemuiden
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Joos van der Weele Hoefsmid wonende te Arnemuiden Orovincie Zeeland
Dat de Suppliant in den Jare 1830 bij de organisatie der Schutterijen verpligt is geweest als in de samen vallende aan dienst pligtigheid om bij dezelve te worden ingedeeld dat hij dien dienst door een plaatsvervanger heeft doen vervullen, dewelke is ingedeeld geworden bij de \kompagnie van het 2e Bataillon der Afdeeling Zeeuwse Mobiele Schutterij.
Dat tengevolge KB van den 4 Augustus 1839 SB no 34 de Mobile Schutterijen zijn ontslagen en alzoo kan geacht worden uit dien dienst te zijn ontheven.
Dat hij evenwel ten gevolge art: 6 van dat zelfde besluit verpligt zoude wezen het overige van zijnen diensttijd bij de nieuwe te organiseren Schutterijen waar te nemen, en waaraan dan ook door den suppliant zekerlijk zoude voldaan worden.
Dan daar den suppliant geboren is den 5 October 1805, en alzoo zijn 34e jaar heeft volbragt, en tengevolge de bestaande wetgeving regt heeft op deszelfs ontslag, wendt hij zich met verschuldigden eerbied tot Uw EAchb verzoekende dat bij de formering der Sectiën of keurkompagnieën voor de aanstaande Schutterij dezer gemeente,op deszelfs verzooek mag egard geslagen worden, en hij wegens volbragten ouderdom uit dezelve mag worden ontslagen
’t Welk doende etc
Arnemuiden
15 October 1839

Middelburg den 15 October 1839
Onderwerp: Toezending ontslag brief
Ik heb de eer UEd: toe te zenden den ontslagbrief van den navolgende vrijwilliger welke zich ten gevolge van ’s Konings Proclamatie van 5 October 1830 ( SB no 627) voor de dienst der Marine verbonden had & thans eervol ontslagen is, zijnde
M. Schroevers wonende in uwe stad met verzoek om dien ontslagbrief wel zoo veel doenlijk aan den belanghebbende zelven te willen uitreiken, of zoo die door ter koopvaardij of ter haringvisscherij te varen of ook om andere redenen mogt afwezig zijn,denzelven als dan aan de naaste betrekkingen te doen geworden ter uitreiking aan den eigenlijken belanghebbende , zoodra zij daartoe in de mogelijkheid zullen zijn.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: oefening Brandspuit
Wij hebben de eer nevens deze aan uwe Excie te doen toekomen een afschrift van een verbaal betrekkelijk het nazien van en de oefening met de Brandspuit dezer gemeente, den 25 dezer plaats gevonden, welke in eenen behoorlijken en allesints voldoende staat is bevonden
De Burgemeester
CDB
Den 22e October 1839

Heden den 25e October 1839
Is overeenkomstig het bepaalde bij art.32 van het Reglement op het brandwezen in deze provincie , te overstaan van mij Burgemeester der stadArnemuiden, overgegaan tot het naauwkeurig nazien van de Brandspuit , blusch en brandgereedschappen, met alles wat daar toe behoord,en al het zelve in eenen goeden staat bevonden, zoodat bij de oefening, geene aanmerkingen zijn voorgekomen, zoo dat bij onverhoopte gelegenheid van dezelve het noodig gebruik zoude kunnen gemaakt worden.
Waarvan dit verbaal door mij is opgemaakt en geteekend, zoo mede door den Commissaris uit den Raad,met het bijzonder toezigt belast-op dato als in het hoofd dezes is gemeld.
De Commissaris uit den Raad
J: de Marée
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars

Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp:Omgang Schouwen etc
Nevens deze hebben wij de eer aan Uwe Excie te doen toekomen, een afschrift van een verbaal ten aanzien van de naziening van smederijen ovens etc—het gebruik van Ned: Maten en gewigten- zoo mede betrekkelijk de hoedanigheid en gewigt van het brood bij de broodbakkers dezer stede, welke op den 21 en 22 dezer alhier heeft plaats gevonden.
De Burgemeester
CDB
Den 24 October 1839

Heden den 21e October 1839
Is volgens de bestaande voorschriften en na vooraf gedane bekendmaking, in deze gemeente overgegaan tot het nazien van de smederijen ovens en stookplaatsen alhier gevonden worden, en bevonden dat sederd de laatste omgang op den 8e Julij dezes jaars geene nieuwe of veranderde inrigtingen hadden plaats gevonden, en de zuivering behoorlijk was geschied , zoo dat geene aanmerkingen daar omtrent zijn voorgekomen terwijl deze omgang op bovengezegde dag aanvankelijk geschied zijnde , daar mede daar men is voortgegaan—en tevens de winkels en werkplaatsen bezogt, waar in geene andere dan Nederlandsche maten en gewigten zijn gevonden.
Zijnde bij die gelegenheid , ook bij de Broodbakkers alhier, de hoedanigheid en het gewigt van het brood onderzocht en waaromtrent ook geene aanmerkingen bij ons voorgekomen zijn.
Van al hetwelk door mij Burgemeester dit verbaal is opgemaakt, en geteekend nevens de wethouder , de Marée , daar bij geadsisteerd hebbende, en welk verbaal door ons is gesloten heden den 22 October 1839
De Wethouder
J: de Marée
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars

Middelburg den 26 October 1839
Onderwerp: Toezending uitslag brieven
Ik heb de eer UEA toe te zenden de uitslag brieven van de navolgende vrijwilligers welke zich ten gevolge van ’s Konings Proclamatie van den 5 October 1830 (SB no 62 ) voor de dienst der Marine verbonden haddden en thans eervol ontslagen zijn, zijnde
M. van Belzen , F. de Nooijer, G.de Quelerij,J.de Quelerij en M.Schroeders/Schroevers ! wonende in uwe stad, met verzoek om die ontslagbrieven wel zoo veel mogelijk aan de belanghebbenden zelven te willen uitreiken, of zoo die door ter koopvaardij of ter haingvisscherij te varen of ook om andere redenen mogten afwezig zijn dezelven alsdan aan de naaste betrekkingen te doen uitreiken aan de eigenlijke belanghebbenden zoodra zij daartoe in de mogelijkheid zullen zijn, zullende zoo de belanghebbenden reeds mogten overleden zijn derzelver ontslagbrieven door mij worden teruggewacht.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Arnemuiden 1 November 39
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp:Terugzending ontslagbrief
Voldoende aan het laatste gedeelte Uwer Excie missive van den 26 October jl A no 11973 1 Afd hebben wij de eer aan Uwe EXcie te retourneeren den ontslagbrief van G. de Quelerij, welke in den voorlede jaar alhier is overleden,terwijl de andere aan de belanghebbenden zijn uitgereikt
De Burgemeester
CDB

Middelburg den 30 October 1839
Onderwerp: transport buskruid
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat in de laatste helft dezer, of in het begin der aanstaande week, door middel van transport te water, van den kruidmolen no 9 ( den gouden draak ) naar het fort Rammekens zal worden vervoerd eene tot dat einde aldaar gereed leggende hoeveelheid vermalen artillerie en Infanterie Buskruid.
Ik verzoek UEA om te zorgen dat bij de eventuele lading lossing of vervoer van gemeld materieel in of door Uwe stad de maatregelen van voorzorg worden in acht genomen bij art 58 der wet van den 26 Januarij 1815 (SB no 7) voorgeschreven
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 30e October 1839
Onderwerp: Voorzorgen tegen de zich geopenbaard hebbende
Hondsdolheid
Bij de zich thans in meer dan eene gemeente van het 1e District openbarende gevolgen der watervrees, voortgebragt door de beet van honden van de honds-dolheid aangedaan,meen ik UEd.daarbij in het algemeen belang te moeten bepalen.
In een gelijksoortig geval in 1836,heb ik de eer gehad UEd.bij mijne missive van den 2den November, A, no 12744, 1e afdeeling, in bedenking te geven,de noodige beschikkingen te nemen, om de tot uwe stad of gemeente behoorende honden,gedurende eenen bepaalden tijd te doen vastleggen,of het uitgaan derzelven niet anders dan vast gehouden aan eene ketting of koord toe te staan, a[smede om, voor zoover zoodanige bepaling niet op een in de gemeente bestaand policie-reglement mogt kunnen worden gegrond, deswege eene plaatselijke keur of verordening, op den voet bij het reglement van bestuur omschreven,tot stand te brengen,met bedreiging van straf tegen overtreders.
Ik meen UEd. Aan dezen toen opgegeven maatregel te moeten herinneren,en UEd, voor zoo ver dezelve niet reeds in uwe stad of gemeente mogt zijn herhaald,uit te noodigen,daaroe onverwijld over te gaan, waartoe te meer redenen bestaan, nademaal onlangs onderscheidene personen door dolle honden gebeten, en twee menschen ten gevolge van dien aan de watervrees overleden zijn.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

BEKENDMAKING

Burgemeester en Wethouders der stad Arnemuiden in aanmerking genoemn hebbende dat opnieuw aan eene plaats in dit Eiland openbaarde gevolgen der watervrees voortgebragt door de beet van honden van de hondsdolheid aangedaan zich heeft doen kennen en den noodzakelijkheid het vorderd den vrijen loop der honden word verboden.
Gezien art 17 van het reglement van plaatselijke Policie , waarbij in’t geval als er dolle honden loopen bepaald word dezelve op daartoe vooraf gedane afkondiging moeten worden vastgebonden.
Herinnerdende bij deze deszelfs ingezetenen aan gemelde artikel met bepaling dat van heden af tot daartoe nadere afkondiging geene honden anders dan vastgehouden . vastgebonden aan een ketting of koord en gemuilband in deze gemeente zullen mogen rondloopen, zullende bij overtreding daarvan de losloopende honden, door de Policie worden aangehouden en afgemaakt onverminderd de boete of gevangenisstraf welke bij een overtreding van dat artikel is bepaald en aan den eigenaars desnoods door den competenten regters zal worden achtervolgd en ingevorderd.
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden den 29 October 1839

Het Hervormd Diaconie Armbestuur dezer Gemeente bevindt zich in de noodzakelijkheid wegens den bedeelden Armen, wijl de post van de vijf honderd Guldens,gesteld tot bedeeling der Armen, denkelijk wel overschreid worden zal, om UEA te verzoeken dat met toestemming van UEA , de som der onvoorziene uitgaven gesteld en toegestaan zijnde door de EGA Heeren Staten dezer Provincie , te dien einde mag gebruikt worden.
Uit Naam en Last van het Hervormd
Diaconie Armbestuur
R: Hoogezand praeses.

Middelburg den 1 November 1839
Onderwerp: Verlenging van tijdelijk verlof
Naar aanleiding eener bij mij van de kommanderende Officier van het reserve Bataillon der 6e afdeeling Infanterie , ontvangen opgaven, heb ik de eer UEA kennis te geven, dat het tijdelijk verlof van de tot uwe stadbehoorende Miliciens Adriaan de Nooijer en Pieter Meulmeester tot den 1 April 1840 is verlengd geworden.
Ik verzoek UEA de genoemde Miliciens daarmede onmiddellijk bekend te maken.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 25 October 1839
Gezien rapport op de rekeningen over 1838 van gesubsidieerde Armbestuur van Arnemuiden
Is goedgevonden
De voorz: rekeningen behoudens de in sommige derzelve gebragte wijzigingen en daarbij gestelde marginale aanmerkingen goed te keuren en twee exemplaren derzelve aan de betrokkenen Plaatselijke besturen te retourneren.
Aan B & W van Arnemuiden etc respectivelijk te kennen te geven dat de vergadering met leedwezen heeft opgemerkt dat zonder dat daarvoor de bij art 16 van het besluit van den 8e Maart 1827 (PB no 40 ) bedoelde gevallen hebben bestaan door het Armbestuur meerdere uitgaven zijn gedaan dan bij de begrooting was toegestaan, en die als nog te doenen uitgaven in de rekening heeft gebragt, dat de regularisatie van die meerder uitgaven voor ditmaal nog in de begrooting voor 1840 zal worden geadmitteerd doch dit in het vervolg niet meer zal worden toegelaten, aangezien zodanige uitgaven volgens het voormelde artikel alleen kunnen worden gehomologierd, in de gevallen wanneer de wezenlijke ontvangsten minder zijn dan dezelve bij de begrootingen waren beraamd, of wanneer het plaatselijk bestuur in de buitengewonen en niet voorziene behoeften door het verleenen van een buitengewoon subsidie niet heeft kunnen voorzien, met uitnoodiging mitsdien om het armbestuur aan die bepaling te herinneren en hetzelve ernstig de stipte naleving daarvan aan te bevelen
Extracten etc

Arnemuiden 15 November 1839
Aan het Diakonie Armbestuur
Bij ons ontvangen zijnde de door HEGA Heeren GS van Zeeland goedgekeurd met wijziging Armrekening over 1838, hebben wij de Eer UEGA daarvan een exemplaar te doen toekomen met kennisgeving dat aan HEGA met leedwezen hebben opgemerkt dat zonder dat daarvoor de bij art.16 van het besluit van den 8 Maart 1827 ( PB 40 bedoelde gevallen hebben bestaan,door Uw Ed: meerder uitgaven zijn gedaan dan bij de begrooting was als en die alsnog ???? uitgaven in de rekening zijn gebragt, dat de regularisatie van die meerder uitgaven voor ditmaal nog in de begrooting van 1840 zal worden gealoueerd te doen dat in het vervolg zulks niet meer zal worden toegelaten aangezien zoodanige uitgaven volgens het voormelde artikel alleen kunnen worden gehomologeerd in de gevallen wanneer de wezenlijke ontvangsten minder zijn dan eerder bij de begrootingen waren beraamd of wanneer het plaatselijk Bestuur in de buitengewonen enniet voorziene behoeften door het verleenen van een buitengewoon subsidie niet heeft kunnen voorzien.
Uw Ed; hiervan kennis gevende verzoeken wij Uw Ed in het vervolg hiervan stiptelijk te gedragen
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden 6 November 1839
Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Hondsdolheid
Voldoende aan Uwe Excie circulaire van den 1e November 39 PB no 107 betrekkelijk het te makenen beschikkingen tot voorkomen van de gevolgen der hondsdolheid, hebben wij de eer hierop te kennen te geven dat reeds op Uwe Excie misive van den 30 October jl A no 12309 1e Afdeeling de de ingezetenen bij Publikatie aan ons ?/ is kenbaar gemaakt de gevolgen welke er in het 1e district dezer Provincie hebben plaatsgehad ten gevolge van de beet van een hond, door de hondsdolheid aangedaan en dezelve naar luid van art 17 van het plaatselijk reglement van policie alhier ten strengste aanbevolen van tot na deze ?bekendmaken de honden vast te binden- daar de overtreders daarvan ingevolge het reglement zullen worden achtervolgd en desnoods aan den competenten regter worden overgegeven.
Dientengevolge kunnen wij Uwe Excie met genoegen melden , dat de meeste der huishonden zijn verdronken of op eene andere wijze om het leven zijn gebragt.
De Burgemeester
CDB


BEKENDMAKING
Arnemuiden 22 November 1839
Onderwerp: Volkstelling
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden, maken bekend dat er ten gevolge KB eene algemeene volkstelling zal plaatshebben in het Koninkrijk der Nederlanden en waarmede in onze Gemeente een aanvang zal genomen worden op Zaturdag den 23 November aanstaande.
Noodigen mitsdien een iegelijk uit de daartoe betrekking hebbende rondgebragte invullingbilletten zorgvuldig in te vullen daar de nalatige in dezen zal worden gestraft overeenkomstig de dienaangaande gemaakte bepalingen
De Burgemeester
CDB

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 8 November 1839
De ingekomen staten van aanvragen van sommige plaatselijke besturen om te worden gemagtigd tot het beschikken over de fondsen, welken bij derzelver begrootingen over het loopende jaar voor onvoorziene uitgaven zijn uitgetrokken als mede een staat van de aanvragen der steden
Is goedgevonden
De voorz: staten te arrestereen en van de daarbij genomen beschikkingen aan de betrokken besturen te doen kennis dragen.
Extracten enz.
De Griffier der Staten
Van der Heim

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 15 November 1839
Over het 3e kwartaal van dit jaar voor de Provinciale belasting en Opcenten t.b.v. de steden Hulst en Axel en van de gemeenten te platten lande is beschikbaar gesteld eene som van f. 13105, 09 en dat wordt ter repartitie gesteld aan de diverse gemeenten
De griffier der Staten
Van der Heim

Middelburg den 19 November 1839
Onderwerp: Eigendomsontzetting
Volgens ontvangen berigt van de Arrondissements Inspecteur te Vlissingen, heeft de wed: van Eenennaam te Arnemuiden door UEA tusschenkomst de door haar verschuldigde grondbelasting over 1838 aangezuiverd doch blijft zij steeds nog in gebreke om de mede door haar over gezegd dienstjaar verschuldigde Personele belasting ter somma van f.12,92 en voor het Patentregt ter somma van f.2,30 af te betalen.
Daar er geene redenen bestaan om haar van die belasting te ontheffen voor aldaar het door haar bezeten wordende huis genoegzame waarde bezit om daar op voorzeide belasting te verhaalen, heb ik mij genoodzaakt gezien, bevelen te geven om gevolg te geven aan mijne dispositie van den 29 Julij jl A no 8025 / 4e Afd; Uw Ed; medegedeeld bij mijne missive van gelijke datum en nummer.
Ik verzoek UwEd: om gedachte belastingschuldige daarvan te verwittigen en haar alzoo als nog tot eene vrijwillige kwijting van het verschuldigde aan te sporen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Eigendomsontzetting
Bij Uwe Excie missive van den 19 dezer A no 13078/2 4 afd. ons te kennen gegeven zijnde dat uwe Excie zich genoodzaakt gezien heeft onaangezien de wed. van Eenennaam haare verschuldigde grondlasten over 1838 door onze tusschenkomst heeft aangezuiverd , doch hare verschuldigde personele belasting en voor het Patentregt niet heeft afbetaald, bevelen te geven om het door haar bezeten wordende huis voor die belasting als daarvoor genoeg waarde hebbende te laten verkoopen, dewijl er geene redenen bestaan om haar van die belasting te ontheffen.
Het zij ons vergund Uwe Excie daar op te kennen te geven dat indien die nog verschuldigde belastingen geprefereerd zijn, boven twee op dat huis gevestigde hypotheken te zamen bedragende te zamen Een duizend gulden dan zeker zal die belasting wel inkomen, doch dan zal ook die doodarme weduwe met zes kinderen zonder huisvesting blijven daar alhier geene ledige woningen zijn, en mogten noch een gevonden worden, niemand aan haar het zelve zal verhuren, als wel bewust geen huur te zullen bekomen en dit zal dan ook ten gevolge hebben, zij met hare kinderen ten laste van ons armbestuur of liever onze plaatselijke finantiën zal komen, want het armbestuur heeft niets dan de collecten voor vele bedeeld wordende en voor onze kas die bovenmate door haar wordt gedrukt, geen geringe last zijn; terwijl wanneer zij van die belasting ontheven werd, noch met hare gering winkeltje en tapperij wel mogelijk voor haar en kinderen zoo veel zoude verdienen dat zij niet armlastig werd.
Terwijl de kwijting van de grondlast geen geringe moeite aan onze Burgemeester heeft gegeven, daar die met wekelijksche aanmaningen telkens maar een klein gedeelte van die schuld konde invorderen en daartoe volstrekt geene mogelijkheid zoude bestaan hebben, indien niet door eenig werkvolk de verloopen zomer bij haar waren gehuisvest geweest .Zelve heeft onze Burgemeester de schuld reeds aan den Ontvanger betaald voor dat zij in de mogelijkheid was het af te doen terwijl van hare zes kinderen maar een noch is, die zoude kunnen gaan dienen doch wegens geringe verstand vermogens daar toe onbekwaam –
Onze Burgemeester heeft daar te boven noch van een diepe armhuisgezin , die geen huisvesting konde bekomen, haar gedrongen, dezelve een klein gedeelte af te staan, en daar na die huurpenningen ingevorderd, en in vertrouwen zij doch wel op onze vorige berigten van die nu nog verschuldigde belasting zoude ontheven worden, van de grondlasten over dit jaar vijf gulden afbetaald- dan nu zijn die beide jaren opgehouden daar het meeste werkvolk is vertrokken, en die arme lieden tegenwoordig niet meer voor hunne kamer betalen-zoo dat er voor het noch door haar verschuldigde geene mogelijkheid van invordering bestaat, en vertrouwen alzoo Uwe Excie in dit berigt wel redenen zult vinden om haar van dat noch verschuldigde te ontheffen, dat wij Uwe Excie eerbiedig verzoeken.
De Burgemeester
CDB
Den 27 November 1839


BEKENDMAKING

Onderwerp: Kadaster
Burgemeester & wethouders der stad Arnemuiden maken bekend dat de rondreis der Landmeters voor de velddienst een aanvang zal nemen den 1 Maart 1840, en worden mitsdien de grondeigenaars welke in hunne eigendommen eenige veranderingen verlangen, dewelke eene meetkundige bewerking vereischen uitgenoodigd om daar van voor den 25 Februarij 1840 aan den secretaris dezer stad schriftelijk opgave te doen.
Arnemuiden den 20 December 1839
De Burgemeester
CDB

Middelburg den 21 November 1839
Onderwerp: clandestine invoer rundvee
Onderrigt dat men het voornemen heeft om eerstdaags op een bedekte wijze in Walcheren in te voeren, eenig op de Gorcumsche markt aangekocht rundvee , heb ik de eer UEA hiervan kennis te geven, met verzoek om de havens, dijken en stranden uwer stad thans meer bijzonder te doen bewaken en bij ontdekking van zoodanigen invoer daaromtrent in acht te doen nemen, het voorgeschrevene bij het provinciaal blad no 49 van het loopende jaar paragraaf 2
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Haarlem den 20 November 1839
De Declaratie der verpleegkosten van Jannetje Huissoon in het St.Elisabeths Gasthuis alhier, welke bij onze missive van 23 Julij ll no 7/1049 gevoegd was, tot dusverre door UEA niet voldaan zijnde, niettegenstaande het onderstands domicilie door UEA blijkens Uw stilzwijgen op dit ons schrijven is erkend geworden, hebben wij de eer UEA te verzoeken om ons het verschuldigde ad f.14—immers voor het uiteinde dezes jaars te willen overmaken
Burgemeester en Wethouders
Der stad Haarlem
Handtekeningen

Arnemuiden 14 December 1839
Onderwerp: Toezending verplegingskosten J. Huissoon
Bij UEA missive van den 23 Julij ll ons toegezonden zijnde eene declaratie van verplegingskosten van Jannetje Huissoon in het St. Elisabeths Etablissement gasthuis binnen UEA stad hebben wij dadelijk de declaratie aan het Armbestuur alhier ter hand gesteld met uitnoodiging om de betaling daarvan te doen plaats hebben, zodat bij den ontvangst van UEA missive van 20 Nov: jl no 7/1646, het ons niet beter bekend was , of zulks had reeds plaats gevonden.
Wij zijn dan ook niet in gebreke gebleven het Armbestuur aan hunnen verpligting te herrinneren dewelke ons alsnu hebben te kennen gegeven, zij voor het tegenwoordige geene gelden disponibel hadden waaruit zij de betaling konden doen en ons mits dien verzogten dezelve voor hen in voorschot te willen zijn, hetwelk dan nu ook als reden kan worden gegeven, waarvan de betaling reeds op UEA eerste missive niet is gevoegd.
Tot betaling dier som zijn wij zoo vrij aan UEA te doen geworden hetwelk UEA wel de goedheid zal hebben aan de de Administratie van dat gesticht te laten doen toekomen als een coupon werkelijke schuld no 40130 groot f.12,37 ½ waarvan afgaat 5 cents als betaaldkantoor? te Middelburg dus f.12,32 ½
2 formaatzegelen ad f.0,62 1,25
2 idem ad 0,22 0,43
Te samen f.14,00
Wij vertrouwen dat UEA die zegels indien die administratie daarmede geen weg wist wel zal gelieven in te wisselen, daar het gebruik daarvan genoegzaam voorkomt.
De Burgemeester
CDB

De declaratie dewelke door den consulent aan den nieuwen leraar niet is ter hand gesteld is bij informatie zoek geraakt; wij verzoeken UEA een dergelijke declaratie aan ons te doen toekomen ten einde het armbestuur in staat te stellen dezelve bij de rekening over te leggen.


Middelburg den 25 November 1839
Onderwerp: Mutatie Miliciens
Ik heb de eer UEA hiernevens te doen toekomen eene naamlijst van Miliciens welke op de eene of andere wijze van het Korps, waarbij zij dienden, zijn afgegaan.
Ik verzoek UEA van het voorgevallene met de Miliciens, voorkomende op genoemde lijst, aanteekening te doen, op de alphabetische lijsten der betrokkene Ligtingen en op het Register van Ingelijfden, model litt.GG, uwer stad.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Naamlijst van Miliciens welke van het Korps bij hetwelk zij dienden, op de eene of andere wijze zijn afgegaan
Jobse Cornelis loteling Arnemuiden 1839 6e Afdeeling Inf.
Ontslagen wegens lighaamsgebreken ontstaan buiten dienst.
Middelburg den 25 November 1839
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 15 November 1839
Rapport op de begrootingen voor het jaar 1840 van de navolgende gesubsidieerde Armbesturen te weten
Van den Hervormde Diaconie armbesturen van Arnemuiden
Is goedgevonden
De begrootingen behoudens de in sommige derzelver gebragte wijzigingen en de daarbij gestelde aanmerkingen, goed te keuren.

Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim

Aan den Edelen Gestrengen
Achtbaren Raad onzer stad Arnemuiden

Achtbare Raad!
Uit naam des kerkenraads alhier, heb ik de eer UEA ter kennisse te brengen, dat in onze laatste Kerkenraads vergadering van den 2e dezer tot het vermaken van denzelven, gekozen is, voor de afgaande Ouderlingen, Salomon van Eenennaam en Marinus Marinusse Grootjans, het navolgende dubbeltal
Abraham Katte
Jacobus Meerman
Marinus Keur
Marinus de Bakker
Verder voor de afgaande Diakenen, Pieter de Meulemeester en Lieven Meulmeester
Pieter van Eenennaam
Joos Smout
Jan Marinusse de Nooijer
Adriaan Meerman
Met vriendelijk verzoek tevens dat de Achtbare Raad dezer stad haar gezag tot eene beslissende nominatie uit dit dubbeltal zal doen gelden, voor dat het tijdstermijn verloopen is, om ter bevestiging te kunnen overgaan wanneer geene andere omstandigheden zich voordoen.
In afwachting heb ik de eer met de meeste hoogachting mij te noemen
UEA DW dienaar
R: Hoogezand
President van voorn: Kerkeraad

Arnemuiden den 24 December 1839
Onderwerp: Benoeming diakenen
Wij hebben de eer UEerw: te kennen te geven, dat door den Raad dezer stad in haar vergadering van gisteren voor de aftredende diakenen is benoemd Pieter van Eenennaam en Joost Smout.
Wij verzoeken UwEerw: de benoemde hiervan kennis te geven en dezelve volgens kerkelijk gebruik in die bediening te bevestigen, terwijl de benoeming van ouderlingen niet tot onze bemoeijing behoort, maar zulks door verkiezing door elk mannelijk lidmaat dezer gemeente moet geschieden.
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden den 23 December 1839
Aan den heer Gouverneur
Onderwerp: Onbepaald verlof Miliciens
Wij hebben de eer in voldoening aan uwe Excie circulaire van den 4 dezer maand PB 117 Uwe Excie kennis te geven, dat den opgegevene verlofgangers welke in het bezit van onbepaald verlof zijn gesteld, met uitzondering van Johannis Pieter Cromjongh plaatsvervanger voor Jozias Jans vermoedelijk deszelfs verblijf houdende te Middelburg, als zijnde voor zijn in dienst treding aldaar zijn laatste woonplaats geweest, binnen deze gemeente aanwezig en aan ons hunne verlofpassen vertoonden, terwijl Abraham Fre…. Plaatsvervanger voor W. van Eenennaam verkozen heeft naar de gemeente Oostburg te vertrekken als zijnde hij binnen die gemeente woonachtig; zijnde op het gedrag van de alhier aanwezige geene aanmerking
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden den 13 December 1839
Aan Heeren vroedmeesters der gemeente Arnemuiden
En aan de Vroedvrouw te Arnemuiden
Onderwerp: Toezending Instructiën
Doctoren enz
Hiernevens hebben wij de eer UwEd; te doen toekomen eene instructie voor de doctores, vroedvrouwen en vroedmeesters in het Koninkrijk der Nederlanden goedgekeurd bij KB van den 19 Maart 1839 no 89, met kennisgeving dat de instructiën voor de vroedmeesters & vroedvrouwen gearresteerd bij besluit van den 31 Mei 1838 no 63, zijn ingetrokken en buiten effect gesteld, als mede eene staat houdende opgave van gedane verlossingen welke UwEd: zult gehouden wezen in de maand Januarij 1841 van het als dan afgeloopen jaar 1840 op te maken en aan de Provinciale Commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzicht overeenkomstig art 9 die instructie in te zenden zullende voor het materieele van volgende jaren door een tijdige toezending gezonden worden.
De Burgemeester
CDB

Waarde vroedmeester
Zullende UEd gehouden wezen overeenkomstig art 9 der instructie aan de Prov. Commissie van geneeskundig toevoorzicht in Zeeland , op den 1 Januarij 1841 in te zenden eenen tabellarisch staat wegens de door u gedane verlossingen in het alsdan afgeloopen jaar 1840, welke staat u nader zal worden toegezonden..
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland.
Vrijdag den 6 December 1839
Rapport gedaan zijnde op de begrootingen over 1840 van de gemeenten Arnemuiden
Is goedgevonden
Deze te arresteren.
Aan B & W van Arnemuiden te kennen te geven dat de som sub no 7 der begrooting voor hoofdelijken omslag voorgedragen is uitgetrokken behouden ZM goedkeuring in de regeling van de grondslagen waarop dezelve zal worden geheven, met uitnoodiging om in eene gemotiveerde deliberatie van den stedelijken raad ingerigt volgens de voorschriften vervat in paragraaf 6 van art.1 van het besluit dezer vergadering van den 2 April 1829 no 26 (PB no 44) de gemelde goedkeuring aan te vragen.
Extracten etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim

Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: verkooping kaphout & Boomen
In de begrooting van Ontvang en Uitgaaf van dit jaar, door UEGA den 6e December jl gearresteerd op no 4 betrekkelijk de verkooping van kaphout en boomen door UEGA
in de aanmerking bepaald zijnde die verkooping onder nadere goedkeuring van UEGA in het openbaar zal moeten geschieden, en het proces verbaal daarvan ter approbatie ingezonden worden;
Zoo hebben wij de eer aan UEGA te kennen te geven dat door ons noch nimmer eenige verkooping van houtgewas als in het openbaar heeft plaats gevonden en in voldoening aan het laatste bepaalde, dat van ons bevorens door UEGA van zoodanige verkoopingen niet ge??? is geworden, van de op den 4 dezer door ons gehoudenen verkooping het proces verbaal aan UEGA te doen toekomen met eerbiedig verzoek daar op UEGA goedkeuring te verleenen
De Burgemeester
CDB
Den 6 Januarij 1840

BEKENDMAKING
Onderwerp: Houtverkooping
B & W der stad Arnemuiden maken bij deze bekend dat zij voornemens zijn om op zaturdag den 4e Januarij 1840 de morgens ten half 10 uur onder nadere goedkeuring van HEGA Heeren GS van Zeeland, publiek te verkoopen 60 à 70 olme Boomen staande aan de Zuidwal dezer gemeente, waaronder eenige zware extra geschikt voor werkhout, benevens 4 jarig kaphout aan den Cingel.
Iemand daarin gading hebbende kome ten voorschrevene dage & ure op de markt dezer stede hoore de conditiën en doe zijn profijt.
De Burgemeester
CDB
Den 24 December 1839

Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Hoofdelijken omslag van 1840
Naar aanleiding van en in voldoening aan UEGA besluit van den 6e dezer maand no 83, hebben wij de eer nevens deze aan UEGA te doen toekomen eene deliberatie van den Raad dezer stede van den 24 dezer houdende om daar bij vermelde redenen verzoek aan ZM ten einde aan het bestuur alhier Hoogstdeszelfs autorisatie te verleenen tot het heffen van een Hoofdelijken omslag ter somme van f.350- om de buitengewonen uitgaven in 1840 te kunnen bestrijden, en gegrond op het presumptief vermogen van onze Ingezetenen
De Burgemeester
CDB
Den 24 December 1839

De Burgemeester geeft verder te kennen de Raad niet onbekend is, dat zoo wel door de buitengewonen gemaakte kosten tot inrigting van een weverij van callicots in den loop van dit jaar ter somma van f.467,40 en op de begrooting van 1840 met goedkeuring van HEGA Heeren GS dezer provincie bij regularisatie gebragt als ook wel bijzonder een som van f.350 als subsidie voor het Diaconie Armbestuur dezer stede ter bestrijding van de toegenomen behoeften van bedeeld wordende armen mede in de begrooting van het aanstaande jaar voorgesteld , de Raad haar gedrongen heeft gezien , daar die buitengewonen kosten en lasten uit de gewonen inkosten niet voldoende konden gevonden worden te moeten overgaan tot het voordragen van eenen Hoofdelijken omslag ter somma van f.350, gulden gelijk die som in de begrooting den 30 Aug; dezes jaars opgemaakt is vermeld doch welke hoofdelijk omslag volgens het besluit van den 25 Julij 1818 no 55 niet mag te worden geheven, zonder dat het bedrag en de grondslag bepaaldelijk door ZM zijn vastgesteld en dat mitsdien daar aan overeenkomstig een besluit van heeren GS van den 6 dezer maand no 23 als noch behoord
Te worden voldaan.
Zoo is daar op gedelibereerd zijnde, uit aanmerking van de volstrekte onmogelijkheid om beide genoemde posten geheel uit de gewonen inkomsten te kunnen bestrijden, goedgevonden ZM eerbiedig te verzoeken gelijk geschied bij dezen van aan den Raad de noodige magtiging te verleenen om in het aanstaande jaar eene som van f.350—bij wijze van hoofdelijke omslag te mogen heffen en wel gegrond op het presumptief vermogen van de Ingezetenen dezer stede.
En zijn Burgemeester & wethouders verzogt deze deliberatie aan Heeren GS bij geleidende missive te doen toekomen, met verzoek HEGA tusschenkomst tot het erlangen van de autorisatie van ZM gelieven te verleenen.


Directe
Belasting
Middelburg den 17 December 1839
Onderwerp:Toezending van een invorderbaar
Verklaard kohier
Hierbij wordt toegezonden in overeenstemming met art.13 van het besluit van 16 Thermidor, 8e jaar het op den zevenden dezer invorderbaar verklaarde kohier van personele belasting uwer gemeente dienstjaar 1839/1840
Binnen 5 dagen na ontvangst bericht aan den heer Ontvanger en mij den dag op te geven waarop de afkondiging zal hebben plaats gehad.
De Controleur der directe belastingen etc te Middelburg
Handtekening

BEKENDMAKING

Onderwerp: Inschrijving Nationale Militie
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden maken bekend dat van heden af bij den secretaris dezer Stad zal gereed leggen een register tot inschrijving van alle de Jongelingen geboren in 1821 welke in het aanstaande jaar 1840 aan de loting van de Nationale Militie moeten deelnemen, terwijl daartoe afzonderlijk gelegenheid zal worden gegeven op zaturdag den 18 Januarij aanstaande des nademiddags om 3 uren op het Stadhuis alhier.
Noodigen mitsdien die jongelieden uit, om van deze gelegendheid gebruik te maken, ten einde niet in de straf te vervallen welke bij nalatigheid daarvan bij de Weet is bepaald.
De Burgemeester
CDB
Den 20 December 1839

Arnemuiden den 23 December 1839
Aan den heer Gouverneur
Onderwerp: Staat handteekening
Ter voldoening aan Uwe Excie circulaire van den 9 December jl PB no 120 hebben wij de eer aan uwe Excie te doen toekomen den staat in triplo der handteekening van den Burgemeester , deszelfs plaatsvervanger benevens twee leden uit den Raad ten einde door uwe Excie te worden benoemd tot de teekening der Attesten voor de Nationale Militie voor de Ligting van den jare 1840
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden 9 Januarij 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
In voldoening aan UEGA besluit van den 13 December jl PB no 121 hebben wij de eer aan UEGA te doen toekomen eene nominative staat der weezen, welke door het gesubsidieerde Armbestuur dezer gemeente gealimenteerd worden waaronder wij de vereischte verklaring hebben gesteld, terwijl alhier geene andere arminrigtingen dan het gemelde Diaconie Armbestuur bestaan.
De Burgemeester
CDB

Middelburg den 18 December 1839
Onderwerp: Mutatie Miliciens
Ik heb de eer UEA hiernevens te doen toekomen een naamlijst van Miliciens, welke op de eene of andere wijze van het Korps , waarbij zij dienden, zijn afgegaan.
Ik verzoek UEA van het voorgevallene met de Miliciens, voorkomende op genoemde lijst, aanteekening te doen, op de alphabetische lijsten der betrokkene Ligtingen en op het Register van Ingelijfden, mode; litt. GG, uwer Stad
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Naamlijst van Miliciens, welke van het Korps. Bij hetwelk zij dienden, op de eene of andere wijze zijn afgegaan
Schroevers Pieter loteling Arnemuiden 1838 6e Afd Infanterie 4 October 1839 overgeplaatst bij de Afdeeling Grenadiers.
Middelburg den 18 December 1839
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Arnemuiden 23 December 1839
Aan den Heer Militie Kommissaris
Der provincie Zeeland
Onderwerp: Mutatiën Schutterij
In voldoening aan art 7 van ZM besluit van den 4e Aug: jl St. Blad no 35, hebben wij de eer aan UEG in duplo te doen toekomen eene naamstaat van de schutterpligtigen in deze gemeente, welke tengevolge daarbij vermelde redenen wij eene mutatie hebben teweeg gebragt, in den aan UEG ingezonden Staat bij missive van den 22 October jl no 277
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden den 2 Januarij 1840
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Volkwapening
In voldoening aan Uwe Excie circulaire van den 23 Decb: jl PB no 126, hebben wij de eer hierbij aan uwe Excie te doen toekomen een staat met bijvoeging van 19 beroepen van personen welke in de jaren 1830 en 1831 deel hebben uitgemaakt tot in standhouding der goede rust en orde binnen ‘slands in deze gemeente en welke sedert die tijd deze gemeente metter woon hebben verlaten of overleden zijn, terwijl wij tot meerdere duidelijkheid hunne beroepen daarnevens hebben gevoegd om de nasporing of ontdekking derzelve aan uwe Excie zoo gemakkelijk mogelijk te maken ten einde aan hen dat bewijs van ’s Konings tevredenheid en bijzondere dankzegging voor hunne betoonde welwillendheid in die benarde oogenblikken zoude kunnen worden ter hand gesteld
De Burgemeester
CDB

Lijst der personen welke in den jare 1830 & 1831 ge???? Worden de goede rust & orde binnen ‘s lands diensten hebben verleend en welke sedert die tijd metterwoon deze gemeente hebben verlaten of overleden zijn.
P.S. de Koning Zoutelande schoolmeester
Jan Bil Vlissingen molenaarsknegt
F. Giffard Neuzen timmermansknegt
C. Pijl Middelburg scheepstimmermansknegt
C. Poppe Vrouwenpolder landman
J.G. Wanrooij Herkinge Noord-Holland Predikant
P.But Middelburg smitsknegt in de Vlissingsche straat
J. de Bruin Commies te Vlissingen
W. Dingemanse Middelburg karreman
C. Blokpoel Hooftplaat bij de moolenaar
J. Kraamer Oost Souburg kleermaker
P.J. Dillewarde Domburg seinmeester
P.Polderman Serooskerke Landman
A. Kraamer Brouwershaven Commies
N. de Troije Vrouwenpolder Moolenaar
Joost J. Hubregtse in dienst van de Weele
Jan Dan. De Ridder overleden
Blaas Blaasse Goes oude Manhuis
Lieven de Ridder overleden


INGEKOMEN EN UITGEGANE STUKKEN BURGEMEESTER


Arnemuiden , 10 Januarij 1839
Aan den Bevelhebber 6e Afd. Inf: te Haarlem
Onderwerp: Attest dienst A La Soe
Ik heb de eer UEG te verzoeken van aan mij te laten toekomen een attest van dienst van Adriaan La Soe soldaat bij de 17 Afd. Inf. Stamboek no 22761, ten einde voor zijn broeder Bij de Militie Raad in deze Provincie voor dit jaar over te leggen.
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden 10 Januarij 1839
Aan den Bevelhebber van het Korps Jagers
Te ‘s-Gravenhage
Onderwerp; Attest dienst Pieter Flink
Ik heb de eer UwEd: te verzoeken van aan mij te laten toekomen een attest van dienst van Pieter Flink dienende bij het 1 Batt: Jagers stamboek no 2572 ten einde hetzelve voor zijnen broeder bij de Militie Raad in deze Provincie voor te leggen
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden 10 Januarij 39
Aan den Bevelhebber van het Korps Mineurs & Sappeurs
Te Nijmegen
Onderwerp: Attest dienst J.P. Cromjongh
Ik heb de eer UEG te verzoeken van aan mij te laten toekomen een attest van activen dienst van den persoon van Johannis Pieter Cromjongh stamboek no 3521 en plaatsvervanger van J.Joosse, loteling mijner Gemeente van den jare 1836,ten einde hetzelve voor zijnen broeder bij de Militie Raad in deze Provincie over te leggen
De Burgemeester
CDB

Middelburg den 22 Januarij 1839
Onderwerp: Buurtwegen
Mij voorstellende bij den Raad dezer stad in deliberatie te brengen de classificatie der wegen en voetpaden onder deze stad behoorende, heb ik de eer alvorens daartoe ove te gaan naar aanleiding van het slot van art: 2 van het besluit van Heeren GS ( provinciaal blad no 80? ) van 1838 UEd: te verzoeken mij te willen mededeelen of bij UEd: bedenking bestaat om den weg welke de communicatie tusschen deze stad te beginnen vanaf den grooten weg en UEd:gemeente daarstelt te rangschikken onder de Buurtwegen der 2e Klasse.
Mogt ik voor het einde dezer maand van het tegendeel geen berigt ontvangen, zal ik het daarvoor houden dat UEd: zich dien aangaande met mij vereenigt.
De Burgemeester der stad Middelburg
Paspoort van Grijpskerke

Arnemuiden 24 Jan: 1839
Onderwerp: Buurtwegen
In antwoord op UEA missive van den 22 dezer A no 8 heb ik de eer UEA te kennen te geven, dat bij mij geen bedenking bestaat , dat de weg, welke de communicatie tusschen UEA stad en mijne Gemeente vanaf den grooten weg daar stelt onder de Buurtwegen der 2e klasse word gerangschikt.
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden 29 Januarij 39
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Inzending inschrijving register alphabetische Lijst ligting 1839
Nevens deze heb ik de eer aan uwe Excie te doen toekomen het inschrijvingsregister en Alphabetische Lijst van de manspersonen geboren in 1820, welke tot deze Gemeente behooren en aan die Nationale Militie van dit jaar moeten deelnemen ,terwijl geen vrijwilligers zich hebben aangeboden, en ook geen aanvragen van reeds dienende bij de Nat: Militie ter bekoming van vrijstelling bij mij zijn ingekomen.
De Burgemeester
CDB

’s-Gravenhage, den 30 Januarij 1839
MINISTERIE
VAN
FINANCIEN
ADMINISTRATIE
Van
’S RIJKS UITGAVEN
No.68
Ik heb de eer UEA hiernevens te doen toekomen Eene assignatie, gequoteerd no 168 wegens gratificatie toegestaan bij Z.M. besluit van den 20 Januarij 1839, no 108.
Ik verzoek UEA, deze assignatie aan de belanghebbende te doen uitreiken, de goede ontvangst daarvan aan het Departement van Financiën te berigten, en wel te willen aannemen de verzekering mijner bijzondere achting.
De Referendaris belast
Met de Administratie van ’s Rijks Uitgaven
Handtekening

Arnemuiden 1 Februarij 39
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Ik heb de eer Uwe Excie den ontvangst te berigten van eene assignatie ten behoeve Pieter Meerman naar aftrek van zegel groot f.49:58 ct gequoteerd no 168 bij missive van den Heer Referendaris belast met de Administratie van ’s Rijks uitgaven van den 30 Jan: jl no 68.
De Burgemeester
CDB

Aan Boord ZM Wachtschip Euridicé
Te Vlissingen den 31 Januarij 1839
Naar aanleiding eener Resolutie van het Departement van Marine heb ik de eer UEA uit te nodigen wel de goedheid te willen hebben bijgaande ontslagbrief aan den vrijw: Matroos 1e Kl: F: de Nooje thans met onbepaald verlof te Arnemuiden te doen uitreiken en mij den ontvang dezes te doen melden.
De Kapitein ter Zee
Handtekening

Arnemuiden den 1 Februarij 39
Ten gevolge UEG: missive van den 31 Januarij jl no 49 heb ik de eer UEG den ontvangst te berigten van het ontslag van den vrijwillige matroos der 1eKlasse F: de Nooijer,hetwelk door mij aan de belanghebbende is uitgereikt
De Burgemeester
CDB

Aan de Heer Gedelegueerde belast met het oppertoezigt op de veldwachter in het eerste district van Zeeland
Onderwerp: Dienst veldwachter
Ik heb de eerUEG te berigten dat de veldwachter mijner Gemeente, met ijver zijn dienst waarneemt , aan de voorschriften voor die bediening bestaande beantwoord, en waaromtrent even zoo min, als op zijn gedrag ik iets heb aan te merken, of ook ten aanzien van die bediening iets aan UEG heb voor te dragen
De Burgemeester
CDB
Den 12Februarij 1839

Arnemuiden 15 Februarij 1839
Onderwerp: attest van dienst
De persoon van R.J. Schroevers gewezenen soldaat bij de 17e afd: Infanterie en op den 5 Maart 1838 binnen de stad Haarlem overleden, heb ik de eer UEG te verzoeken van aan mij te doen toekomen een attest van dienst van dien persoon, ten einde hetzelve voor zijnen broeder bij de Militie Raad in dedze provincie voor dit jaar over te leggen.
De Burgemeester
CDB

Aan Boord ZM Wachtschip Euridicé
Te Vlissingen den 15 Febr:1839
Naar aanleiding eener ontvangene aanschrijving van het Departement van Marine zoo hebbe de eer UEAte verzoeken nevensgaanden Ontslagbrief uit ZM Zeedienst van den vrijwilligen Matroos M. Schroevers thans met onbepaald verlof te Arnemuiden,wel te willen doen uitreiken en mij den ontvang dezer te doen accuseeren
De Kapitein ter Zee
Handtekening

Arnemuiden 19 Februarij 39
Bij Uwe missive van 15 dezermaand no 75, is mij geworden den ontslag brief van M: Schroevers vrijw: matroos der 1e Klasse , en met onbepaald verlof alhier, welke door mij aan den belanghebbende is uitgereikt, en waarvan ik de eer UEG kennis te geven.
De Burgemeester
CDB


Aan Boord ZM Wachtschip Euridicé
Vlissingen 19 Februarij 1839
Naar aanleiding eener Resolutie van het Departement van Marine heb ik de eer UEA te verzoeken wel de goedheid te hebben nevensgaande ontslagbrief uit ZM Zeedienst aan den vrijw: Matroos 1e Klasse M. van Belzen, thans met onbepaald verlof te Arnemuiden te doen uitreiken en mij den goeden ontvang dezes wel te willen doen kenbaar maken.
De Kapitein ter zee
Handtekening

Aan boord ZM Wachtschip Euridicé
Vlissingen den 21e Febrarij 1839
Naar aanleiding eener Resolutie van het Departement van Marine, heb ik de Eer UEA te verzoeken wel de goedheid te willen hebben nevensgaande ontslag brief uit ZM dienst aan den vrijwillige Matroos 1e klasse J. de Quelerij, thans met onbepaald verlof te Arnemuiden te willen doen uitreiken, en mij den ontvangst dezer te willen doen accusreren.
De Kapitein ter Zee
Handtekening

’s Hertogenbosch, den 20 Februarij 1839
Borgerlijke Stand
Ik heb de eer UEd: te verzoeken wel te willen doen geworden het gelegaliseerd geboorte-extract van Maria Francisca Orelio geboren in uwe gemeente den 28 Julij 1811, dochter van Florentinus Orelio, en van Maria Dake? zullende ik verder de kosten op ontvang zoodra die mij daarbij kennelijk worden, overmaken
De Wethouder, Beambte
Vanden Burgelijken Stand
Der stad ’s Hertogenbosch
Handtekening

Arnemuiden 26 Februarij 39
Ten gevolge UEA verzoek van den 20 passado, heb ik de eer UEA te doen toekomen het daarbij gevraagde geboorteextract van Maria Francisca Orelio waarvan de kosten bedragen met verzoek van legalisatie het bezorgen & afhalen de som van f.1,57 ½
De Burgemeester

Middelburg den 26 Maart 1839
UEA kennis gevende dat de uitspraak omtrent de Lotelingen uwer gemeente
Job Meulmeester om alsnog het dood extract van de Vader over te leggen
Is geadjourneerd tot den 8 April 1839 des morgens ten 10 ure, en dat zij op dat tijdstip, als nog zullen worden toegelaten tot het bewijzen der redenen van vrijstelling, waarop zij aanspraak zouden kunnen maken, hebben wij de eer UEA te verzoeken, om dezelve daarvan te doen informeren, en aan hun, zoo daartoe termen zijn, de vereischte Certifikaten te doen uitreiken of verzorgen; zullende die gene, welke als dan niet voor den Raad verschijnen, hunne reclame niet zullen hebben bewezen of wier bewijsstukken niet in volledige orde worden bevonden, naar aanleiding van art.38 der Wet van 27 April 1820, definitief tot de dienst worden gedesigneerd.
De Militie-Raad in Zeeland
P:A: van Citters
Ter ordonnantie van denzelven
Handtekening


Arnemuiden 9 April 1839
Onderwerp: Verandering aan? Kadaster
Tengevolge plaatsgehad hebbende overlijden van Adriaan Lievense de Ridder en deszelfs huisvrouw is ontdekt dat het Gebouw staande aan de zoutkeeten van Abraham van Eenennaam hetwelk door hem en Blaas Jacobse de Nooijer sedert een jaar vijf of zes (in) algemeenschap gebouwd is alsnog niet op het register en kaart van het kadaster staat ingeschreven zoo dat de juiste grootte ……. Nummer hetwelke bij de verkoop in het kontract moet worden opgegeven, niet heeft kunnen plaats hebben, en parteijen? door den ontvanger der registratie zijn aangemaand ten spoedigsten de Acte van Rectificatie ter overschrijving te willen indienen.
Ten einde parteijen in staat te stellen aan de uitnoodiging te voldoen, verzoek ik UEG de de opneming te willen doen plaats hebben en mij den gewoon extract daarvan te doen toekomen, zullende ik UEG het verschuldigde daarna dadelijk laten geworden, terwijl door UEG te gelijk zoude kunnen worden opgenomen het gebouw van D.R. Blaasse op het hoofd alhier hetwelk door hem van dit jaar aldaar nieuw is gesticht.
De Burgemeester

Middelburg den 30 April 1839
Onderwerp: Bewijs van overlijden van J. van Belzen
In antwoord op uwe missive van den 23 dezer maand no 16 houdende verzoek om mijne tusschenkomst ter verkrijging van een bewijs van overlijden van den in de Ommerschans verpleegd geweest zijnde en daarin overleden bedelaar kolonist Jacob van Belzen ten behoeve zijner weduwe Jannetje Nederhand die een tweede huwelijk wenscht aan te gaan, heb ik de eer UEA te kennen te geven dat het mij eenvoudiger voorkomt dat ( zoo als in dergelijke gevallen doorgaans plaats heeft), wordende mijne tusschenkomst daarbij ingeroepen ter bekoming van gemeld bewijs regtstreeks aan den Burgemeester der gemeente Ommen, Provincie Overijssel onder welke de kolonie Ommerschans gelegen is, de nodige aanvraag worde gedaan, vermeenende ik alzoo UEA tot dat einde naar genoemden Burgemeester te moeten verwijzen.
De Staatsraad Gouverneur
Der Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Arnemuiden 3 Mei 39
Aan de Heer Burgemeester
Der gemeente Ommen
Idem
Aan den Heer Burgemeester van de Gemeente Ommerschans bij Zwolle
Provincie Overijssel
Den 27 Mei

De Bedelaar J. van Belzen den 3 December 1830 in de Ommerschans overleden zijnde, en deszelfs weduwe een tweede huwelijk wenschende aan te gaan, heb ik de eer UEA te verzoeken mij van dien persoon een gelegaliseerde dood Extract te doen toekomen. Zullende ik UEA de kosten daarvan ten spoedigsten daartoe komen
De Burgemeester
CDB

Arnemuiden 23 April 1839
Aan den Heer Burgemeester van Ommerschans
Onderwerp: Verzoek om dood Extract J. Van Belzen
De persoon van J.van Belzen in den zomer van den jare 1830 als bedelaar naar de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid getransporteerd zijnde en den 3 December van dat jaar aldaar overleden volgens den staat gevoegd dd 16 Jan: 31 A 2 afd no 6525 verzoek ik na Zijne Excie tusschenkomst mij van dien persoon een doodextract te doen toekomen, hetwelk deszelfs weduwe J. Nederhand die een tweede huwelijk wenscht aan te gaan, benoodigd heeft; de kosten zullen immers zoodra dezelve mij bekend zijn, ten provinciale griffie worden overgemaakt
De Burgemeester
CDB

Middelburg den 24 April 1839
Onderwerp: Beweiding der wegen
Het is en blijft het voornemen van Walcheren, om de permissiën tot het beweiden der wegen te doen uitsterven en ook in dien geest is na het overlijden van A.Zuurmond, bij uwe missive in dato 16 dezer no 97 alleen de persoon van J.Tramper aan de Directie voorgedragen, om dit jaar met de vergunning van het beweiden der wegen onder uwe gemeente begunstigd te worden.
Misschien is de uitgestrektheid der wegen onder Arnemuiden voor Jan Tramper te groot, en heeft zich alzoo Jacobus Meulmeester bij Walcheren vervoegd met verzoek om het grasgewas staande op de zijkanten vanden weg aanvangende bij den molen en loopende voorbij Anthonie Boogert naar den Kraaijenholschen weg, benevens het wegeling van deszelfs hofstede naar voorschreven weg, te mogen afmaaijen.
Bij zoover voornoemden Jacobus Meulmeester een armoedig man is en Tramper hierdoor niet veel zal lijden dan bestaan er bij Walcheren geene redenen waarom het afmaijen dier wegen hem niet zoude kunnen worden vergund, zullende het mij aangenaam zijn, daaromtrent uwe gevoelens voor aanstaande maandag te mogen vernemen ten einde bij het uitreiken van het billet, op aanstaande maandag aan Tramper te zeggen dat hij de boven vermelde wegen niet beweiden kan, als zullende die aan Meulmeester tot afmaaijing vergund worden.
De Griffier van Walcheren
J.H. Schorer

Aan de Heer Griffier van Walcheren
Onderwerp: Beweiding wegen
Ik heb de eer in antwoord op UwEdG missive van den 24 dezer no 99 betreffende de beweiding der wegen onder mijne Gemeente UEG te berigten dat het Hofje thans door Jacobus Meulmeester bewoond wordende ten allen dage het voorregt heeft genoten dat de bewoonder een koe op de wegen in UEG missive gemeld te mogen weiden, en dit nu volgens eene nieuwe verordening niet meerder moge plaats vinden, die man over eenigen tijd, op aanvrage heb gezegd hij wel zoude worden toegestaan het grasgewas te mogen afmaaijen mits hij daarvoor eene geringe gift aan den armen dezer gemeente toekende, even zoo als dit thans te Cleverskerke plaats vond en daar Tramper ook maar eene koe weid en alzoo met de hem bevorens toegekende wegen volstaan kan zoo ben ik van gevoelen dat aan J. Meulmeester die mede maar eene arbeider is, die voormaals door Zuurmond werden beweid tot het afmaaijen kan verleende worden.
De Burgemeester
CDB

Vlissingen derde Meij 1839
Ik heb de Eer UEA te verzoeken de Boot of Jol op bijgaande nota gesignaleerd en ten uwer plaatse aangebragt en te koop aangebooden, aan drager dezes de Heer A.Benier tegen de daarop gevallen kosten te willen laten volgen
De Commissaris van politie
Dezer stad
Ruighart


Van den veldwachter der Gemeente Arnemuiden ontvangen eene Missive houdende het deserteren van een matroos van een Koopvaardij schip met Boot Enz
Middelburg 2 mei 1839
De Kommissaris van Politie
Handtekening

Ommen den 10 Mei 1839
Ik heb de eer UEA te informeren dat het overlijden van den bij deszelfs Missive van den 3 dezer genoemden J. van Belzen
In de Registers dezer gemeente niet bekend is.
Welligt heeft dit in een der andere koloniën van weldadigheid plaats gehad.
Het Raadslid
Ambtenaar van den Burgerlijken Stad der stad Ommen
Handtekening

Arnemuiden, den 24 Junij 1839
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Burgerlijken Stand
Naar aanleiding van Uwe Excie missive van den 39 April jl A nr 4901 2e afd; betrekkelijk het bekomen van het DoodExtract van Jacob van Belsen, heb ik mij aan den Heer Burgemeester der stad Ommen tot het bekomen daar van geadresseerd, dan bij missive van den 16e dezer no 116 berigt zijn EA dat die persoon in de Registers dr Gemeente niet bekend is, en welligt dit sterfgeval in eender andere koloniën van Weldadigheid heeft plaats gehadt.
En aangezien mij onbekend is in welke kolonie genoemde persoon is overleden en naar vruchtelooze aangewende pogingen door zijne nagelatene weduwe te bekomen daarvan neme ik nogmaals de vrijheid Uwe Excie te verzoeken eenige nadere inlichtingen te verleenen om dat vereischt wordend bewijs van overlijden te bekomen
De Burgemeester der stad Arnemuiden
Corn: Dan: Baars

Haarlem den 24 Mei 1839
Ik heb de eer UEA hiernevens te doen toekomen een Extract Lett: D.D. betreffende den persoon Rooze ( Cornelis) met verzoek mij met per keerende kennelijk te willen doen maken, in hoevere de reclame van dezen persoon gegrond is, zoo als op genoemd Extract met roode inkt is aangeduid.
De Majoor kommanderende het
Depot der 17 Afdeeling Infanterie
Handtekening

Arnemuiden 27 Mei 1939
Onder terugzending van de door uw toegezonden staat , betrekkelijk den persoon van Cornelis Boone heb ik de eer UEG te berigten die staat conform deszelfs geboortedag is ingevuld en alzoo op den 15 en niet op den 14 plaats heeft.
De Burgemeester
CDB

Middelburg den 30 Mei 1839
Onderwerp: Wegen
Ten gevolge uwer missive van den 26 April 1839 no 17, heb ik de eer UEG te berigten dat de Directie van Walcheren aan den persoon van Jacobus Meulmeester heeft toegestaan, om het gras staand op de zijkanten van den weg, aanvangende bij de molen en loopende voorbij Anth: Boogert naar de Kraaijenolsche weg, benevens het wegeling van deszelfs hofstede naar voorschreven weg onder uwe gemeente voor dit loopende jaar te mogen afmaaijen en inzamelen; terwijl ik namens voorschreven Directie tevens de vrijheid neem, UEG te verzoeken de belanghebbende daarvan te willen informeren, met kennisgeving dat de schriftelijke autorisatie daartoe , door hem ter griffie van Walcheren kan verkregen worden, zullende voorts aan de persoonen van Adriaan Zuurmond en Jan Tramper moeten gezegd worden, dat zij die wegen niet mogen beweiden.
De Griffier van Walcheren
J.H. Schorer

Amsterdam 27 Junij 1839
Wij nemen de vrijheid UEd: A hierbij te doen toekomen en Extract uit het Trouwregister dezer gemeente met verzoek van den inhoud van hetzelve melding te maken ter plaatse waar zulks behoort.
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand dezer gemeente
Namens denzelven
Handtekening

Aan den Heer Officier bij de Arrondissements Regtbank van Middelburg
Onderwerp: Burgerlijken Stand
Bij mij ontvangen zijnde een uittreksel uit het Trouw Register der stad Amsterdam, door den Heer Ambtenaar van die stad den 27 Junij jl opgemaakt ambtshalven en aan mij gezonden, waarbij een kind den 10 Februarij 1819 alhier geboren en in het Register ingeschreven , van Johannis Pieterse en Maria Elisabeth Rilantsz genaamd Levinus, door laatst genoemde bij de voltrekking van dat huwelijk als het hare is erkend- waarvan ik ingevolge art 38 op den kant der acte van geboorte verpligt ben melding te maken.
Dan dit zullende verrigten ontdekte ik dat in die acte van geboorte de aangifte wel is gedaan door genoemde Johannis Pieterse doch als bevallen van een kind op den 10 Februarij 1819 heeft aangegeven Maria Elisabeth Riedans in plaats van Rilantsz zoo als nu in dat uittreksel uit dat trouwregister die naam gemeld en wel dezelve als zijn huisvrouw heeft verklaard te zijn gezegd J. Pieterse , en de beide getuigen die bij het opmaken der acte van geboorte tegenwoordig zijn geweest zijnde Andries Janse en Gerrit van Dalen hebben hun alle drie als daglooners aangegeven, waarschijnlijk als werkende aan de in die tijd alhier gelegde keersluis die daar dezelve niet als inwoonders op het Register van bevolking dezer gemeente bekend staan, hoewel de aangever als wonende in wijk A no 120 in de acte is vermeld dan de getuigen beide voorkomende te Zierikzee te wonen.
Ene daar zoodanige melding van erkenning op den kant der acte van geboorte nu niet wel kan maken zoo neme ik de vrijheid UEA vriendelijk te verzoeken mij eenige inlichtingen mede te deelen, hoe ik in deze behoor te handelen, en aan de wet te voldoen, en alle tegenspraak in der tijd te voorkomen.
De Burgemeester
Ambtenaar van de
Burgelijken Stand

Aan de Heer Officier van Justitie te Middelburg
Ten gevolge van het door UEA bij missive van den 23 dezer no 584 mij goedgunstig verleende advis ten aanzien van een uittreksel uit het Trouwregister der stad Amsterdam van den Heer Ambtenaar van die stad mij toegezonden waar bij Johannis Pieterse en Maria Elisabeth Rilantz bij het aangaan van hun huwelijk laatstgemelde tot haar kind erkend Levinus Pieterse alhier geboren den 10. Februarij 1819- heb ik ingevolge art 38 van het Burgerlijk wetboek in het register van geboorten alhier op de kant der akte, waar dat kind op aangifte van genoemde Johannis Pieterse ten dier tijd opgegeven hebbende gehuwd te zijn met Maria Elisabeth Riedans? Waarschijnlijk dezelve als in bovengemelde uittreksel als Rilans gemeld de noodige aanteekening gedaan en aan gemelde Register vastgehecht waarvan ik de eer UEA bij deze kennis te geven.
De Burgemeester
Ambtenaar van den Burgerlijken stad
Dr stad Arnemuiden
Den 25 Julij 1839

Middelburg den 29 Junij 1839
Onderwerp: Bewijs van overlijden van J. van Belzen
Reeds op de ontvangst uwer missive van den 17 Mei ll no 19 heb ik naar aanleiding der daarbij gedane mededeeling bij Zijne Excie den Minister van Binnenlandsche zaken de noodige démarche gedaan ter verkrijging van het door UEA verlangde bewijs van overlijden van J.M. van Belzen, en heeft voorzeide Minister mij in antwoord daarop dezer dagen te kennen gegeven dat die persoon te Veenhuizen overleden is, en dus mijn ambtgenoot der provincie Drenthe verzocht is geworden het bewijs daarvan door den Burgemeester van Norg te doen opmaken & hetzelve vervolgesn aan mij te doen geworden.
Ik heb de eer UEA hiervan in antwoord op uwe missive van den 24 dezer maand no 19 waarbij UEA op uwe bovengemelde terugkomst, te informeren en zulks in afwachting van het bedoelde bewijs hetwelk ik, zoodra hetzelve bij mij zal zijn ontvangen aan UEA zal doen toekomen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie zeeland
Van Vredenburch

Arnemuiden 10 Julij 39
Aan de Heer Kantonregter te Middelburg
Te Middelburg
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat bij mij in onderhoud ?? zijn opgenomen Klaas Grootjans en Klaas Meulmeester visschers en alhier woonachtig beide kinderen hebbende uit een vorig huwelijk gesproten, doch in een armoedigen toestand verkeerende en in het onvermogen om eenige kosten tot het aanstellen van toeziende voogden te maken.
De Burgemeester
CDB


Middelburg den 11 Julij 1839
Onderwerp: Toezending doodbewijs J. van Belzen
Ten vervolge op mijne missive van den 29 Junij ll A no 7265 2e afd: heb ik de eer aan UEd: hiernevens te doen toekomen een extract uit het register van overlijden der gemeente Norg voor zooveel betreft wijlen den bedelaarskolonist Jacob van Belzen, hetwelk mij van mijnen Ambtgenoot der provincie Drenthe is geworden onder kopijelijke mededeeling eener missive van den Burgemeester der voorz; gemeente dd … Junij ll no 4 waarvan een afschrift hiernevens gevoegd is en waaraan ik mij refereer; UEd: verzoekende mij in staat te stellen van de zegelkosten van gedacht extract ad f. 0,62 ½ aan mijnen voorzeiden ambtgenoot over te maken.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Westervelde den Junij 1839
Met terugzending van den brief van ZE den Heer Minister van Binnenlandsche zaken dd 17 Junij 1839 no 2231 7e afd vragende om een doodacte van Jacob van Belzen door UHEd A in mijne handen gesteld bij appointement van den 21 Junij ll no 2 heb ik de eer hierbij te voegen het gevraagde doodattest met opmerking dat bij de aangever van het overlijden van Jacob van Belzen wederom verkeerdelijk schijnt te zijn opgegeven dat die persoon was ongehuwd terwijl uit den brief van den Heer Minister blijkt dat hij eene weduwe heeft nagelaten.
Dit abuis zal wel niet bij den toenmaligen ambtenaar van den Burgelijken stand in de gemeente Norg, maar in het bestuur van het Bedelaarsgesticht te Veenhuizen moeten gemerkt worden.
De Burgemeester van Norg
Etc
Voor eensluidend afschrift
De Griffier der Staten van Zeeland
Van der Heim

Middelburg den 20 Julij 1839
Van UEG nog niet hebbende ontvangen het halfjarig rapport omtrent den veldwachter uwer gemeente voorgeschreven bij art 59 van het Reglement van den 26 Junij 1839 no 35 neem ik de vrijheid UwEd: te verzoeken mij dit stuk wel te willen toezenden
De Gedelegeerde voor het toezigt op de
Veldwachters dienst in het 1e District der Provincie Zeeland
Handtekening

Arnemuiden 24 Julij 39
Aan den Heer gedelegeerde voor het
Toezigt op den Veldwachters dienst
In het 1e District van Zeeland
Onderwerp: Dienst veldwachter
Ik heb de eer UEG te berigten dat de veldwachter mijner gemeente in het waarnemen van zijn dienst tot heden voldoet aan de voorschriften bij het reglement van den 26 Januarij 1829 no 35 vastgesteld, en dat ik ten aanzien van de bediening niets aan UEG heb over te dragen
De Burgemeester
CDB

HOOFD-DEPARTEMENT
Der
MARINE
Van de
SCHELDE
No 179
Vlissingen, den 13 Augustus 1839
Practisch onleesbaar:
Samenvatting : verzoek opsporing van de gedeserteerde matroos 3e klasse Th Toussaint door de veldwachter in de regio Arnemuiden .
Signalement wordt gegeven: gekleed in een jas, o.a blauwe broek

Middelburg 20 Augustus 1839
Onderwerp: Oninbare Posten
Ik heb de eer UEd: bij deze te doen toekomen, de staten van oninbare posten en bijlagen der Personeele belasting en van het Patentregt over het dienstjaar 1838/1839
De waarnemend Controleur
Handtekening

Arnemuiden 26 September 1839
Aan de Kommissaris bij het Loodswezen
Hedenavond kwam bij mij schipper S. van Belzen ten visvangst varende van deze gemeente, mij te kennen gevende hij op donderdagavond bij 6 of 7 uuren den 26 September pase? Hadt geloosd? Een kofschip diepgaande 10 ½ voet naar de Reede van Vlissingen, dat hij op den Steenbank op hetzelve was overgeven onder de bepaling van den kaptein van genoemd schip bij hem volgen? Loodsgeld daarvoor zoude ontvangen en dien nacht voor anker is gekomen voor Westcappel op 10 vademen water en vrijdag morge van daar naar de Reede van Vlissingen is doorgevaren en hij zoo min als de overige visschers dezer gemeente welke op donderdag avond voor het oostgat en den deurloo visschende waren eenige loods ?? in zee had? Gezien, te minsten dezelve mits? voor den doorloop, het oostgat en Veergat tegenwoordig waren daar er ??? op vrijdag morgen kwam aanzeilen van de Reede van Vlissingen toen zij binnen het oostgat waren en op het hij een visschersloods aan boord hadt zeewaarts was doorgezeild.
Dat hij te Vlissingen komende zich bij UEA aangemeld en door Uw Ed voor slechts den helft ad f.13 was betaald geworden, daar hij zich mede moest te vrede stellen of dat hij anders niets zoude erlangen.
Art 77 van het Reglement op het loodswezen zoo mede 116 goedgekeurd bij KB van 1e Julij 1835 waar het aan den visscherman speciaal word vergund het binnenloodschen van schepen, vermag ik van toepassing te mogen maken voor de gegrondheid gemelde schipper van Belzen, niet den helft maar het geheele bedrag van het loodsgeld toekomt daar er toch op zes mijlen afstand van de buitengronden of ???? geene geadmitteerden loods op de kof was was overgegaan en ook voor de geheele binneloosing geen aan boord hadt geweest.
Ik dientengevolge ben ik ds zoo vrij Uw Ed: te verzoeken mij daarvoor wel eenige inlichting te willen mededeelen op welke grond aan die schipper slechts de helft is uitbetaald geworden en zoo hierin door UEd: een abuis hadt plaats gehadt mij te willen opgeven wanneer genoemde schipper de overige f.13- bij UEd: kan komen afhalen of dat dezelven anders door UEd: aan mij worden overgemaakt
Uw Ed: zult daar mede verpligten
De Burgemeester der Stad Arnemuiden
N.B, Een enigszins onduidelijk verhaal!
Bijna onleesbaar kladschrift!

Aan de Heer Officier van Justitie te Middelburg
Onderwerp: toezending Proces verbaal
De Veldwachter mijner gemeente mij een Proces verbaal ter hand gesteld hebbende, houdende onbetamelijke en strafbare mishandelingen van eenen Joris de Gruiter, zijnen vader Lieven de Gruiter in den nacht van den 19 dezer opde straat aangedan, heb ik gemeend het zelve aan UEdA te moeten doen toekomen en hier bijgaande mag ik UEA tevens informeren, die personen visschers zijnde, zelden anders dan des Zaturdag thuis zijnde.
De Burgemeester
CDB
Den 22e October 1839

Neuzen den 18e November 1839
Naar aanleiding van art: 50 van het Nederlandsch Burgerlijk Wetboek heb ik de eer UEA hiernevens te doen toekomen Extract uit het register van overlijden dezer gemeente van den persoon van Cornelis Blaauwkamer geboren en laatstgewoond hebbende in UEA gemeente
De Burgemeester van Neuzen
Handtekening

Vlissingen den 3 October 1839
In antwoord op UEA missive van den 25 September dient dat mij bij nader onderzoek aan de schippers der Loodsbooten gedaan, gebleken is dat er geene termen bestaan om het Loodsgeld van het Hanze? Kofschip Georg, gevoerd door kapitein H.W. Poelman voor de kas aan het Loodswezen alhier te reclameren, en het volle Loodsgeld te somma van f.30- ?? zijnde dit schip te Antwerpen 32 palmen diepgaand bevonden dierhalve aan de visscher Jacob van Belzen voor het binnenloodsen kan worden toegekend ; zoo heb ik aan den Commissionair J. Smith alhier order gegeven om de overige f.17- aan genoemde visscher Loods uit te betalen , zoodat hij aan die gelden bij genoemde makelaar Smith alhier naar goedvinding kan disponeeren.
In de hoop hiermede aan UEA intentie zal voldaan hebben noem ik mij met achting
De Kommissaris bij het Loodswezen
G. Engels


Ongenummerde stukken 1839


Groede den 16 October 1839

Edel Achtbaar Heer ! Waarde Ambtgenoot

Onderrigt zijnde dat in UEA Gemeente met medewerking van het Plaatselijk Bestuur door zekere Heeren Salomonson eene fabriek van katoen is opgerigt, en zeer gaarne wenschende om met den naderende winter op eene of andere wijze aan de behoeftigen werk te verschaffen, en met gedachte Heeren oprigters volstrekt onbekend zijnde, veroorloof ik mij eens te willen informeren op welke wijze de bedoelde inrigting in UEA Gemeente is daargesteld en waar gezegde Heeren Salomonson hun verblijf houden.
Met deze inlichtingen zult UEA bijzonder verpligten van hem, die onder aanbod van wederdienst de eer heeft met de meeste achting te zijn
DeBurgemeester van de gemeente
Groede4e District van Zeeland.
Handtekening

Aan de Heer Burgemeester
Van de gemeente Groede
Volgaarne aan UEA verlangen bij missive van den 10e dezer te kennen gegeven voldoende heb ik de eerUEA te informeren, dat mij in het voorjaar kennelijk is geworden dat te Veere voor de inrigting van een weverij van callicots geene voldoende getal van kinderen konden bekomen worden ik mij aan de Heeren Salomonson heb geadresseerd, dat ten gevolge heeft gehadt, de Heeren ZExcie; den Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie daarover hebben onderhouden en het stedelijk bestuur alhier op een gunstig berigt, aanvrage aan Heeren GS heeft gedaan, om ter inrigting daarvoor van het bovenste gedeelte van het stadhuis gebruikmakende de verEischte kosten uit de onv: uitg: of disponibele fondsen te mogen gebruiken en dit toegestaan zijnde, zoo is dit met allen spoed in werking gebragt , en daar na is deze plaats op voordragt van gem; Heer Gouverneur in de concessie met Veere aangenomen, tewijl thans noch een tweede gebouw daarvoor word aangebouwd waarvoor men ????? betaald.
Het contract met genoemde Heeren Salomonson aangegaan is voor 5 jaren,, dat tot 10 kan verlengd worden, en waarbij het Bestuur aanneemt een geschikt gebouw te leveren en te onderhouden zonder eenige huur of vergoeding te genieten, alleen wordt van ieder geweven wordende stuk katoen 32 oude ellen lang van welke breedte ook 2 ct van het loon ingehouden, en aan haar goedgedaan de kinderen van beide kunne moeten zijn van 14 tot 20 jaren en bestaat buiten het bestuur een Commissie door haar benoemd dat uit drie bestaande met open toezigt belast—bijzonder om toe te zien dat de kinderen behoorlijk werkzaam zijn en ook door de bazen niet verkeerdelijk worden behandeld en aanteekening houden van het getal stukjes welke wekelijks afgeweven zijn—om niet alleen het juiste montant van die 2 cts te kenne, maar ook om naar waarheid de certificatie van oorsprong, door mij kunnen worden geteekend.
De heeren Salomonson hoewel te Almelo hun vaste woonplaats hebbende, is doch een van HunEd of zoons te Middelburg alwaar UEA zich kan adresseren.
Ik hoop deze aan UEA verlangen zal beantwoorden meerder inlichtingen begerende ben ik bereid die UEA mede te deelen terwijl ik mij te teekenen
De Burgemeester
CDB
19 October 1839


MILITIE KOMMISSARIAAT
Provincie Zeeland
Onderwerp: Benoeming Schutters-Raden
Goes den 26 October 1839

Bij paragraaf 1 van het besluit van Zijne Excie den Heere Staatsraad Gouverneur van den Provincie Zeeland, van den 30 Augustus ll no 91 5413 1e Afdeeling ( PB no 85 ) gemachtigd zijnde tot het zamen roepen der Hoofden der Plaatselijke Besturen in de respective Districten van dit Gewest,ten einde onder mijn voorzitting op den voet van art. 4 des besluits van Zijne Majesteit van den 4 Augusus 1839, (SB no 36 )over te gaan tot de benoeming van de Leden van den Schuttersraad van het Battaillon no 1 in de Prov.Staten.
Ik heb mitsdien de eer UEd. te verzoeken om op den 12 November aanstaande des voormiddags om elf uren te compareren ten stadhuize te Veere ten einde tot gezegde werkzaamheden over te gaan.
De Kommissaris over het District Goes, belast met het Militie Kommissariaat in Zeeland
Handtekening

Middelburg den 15 November 1838
Bij een voor den Regter-Comissaris afgelegd verhoor door Joris de Gruiter, heeft dezelve beweerd zijnen vader niet geslagen te hebben en daarvoor wel vijf getuigen te kunnen bijbrengen dat hij alleen getracht heeft uit zijns vaders handen los te geraken; misschien kan het van belang worden geacht deze getuigen te hooren doch vermits de namen van dezelven niet zijn opgegeven neeme ik de vrjheid mij tot UEA te wenden met verzoek om mij zoo mogelijk de namen dier personen te willen opgeven, met mededeeling van hetgeen UEA persoonlijk over de zaak bekend mogt zijn en van Uw Gevoelen over de moraliteit van den beklaagden Joris de Gruiter
De Officier van Justitie

UEA Missive van den 15 dezer no 830 door UEA geomitteerd te teekenen betrekkelijk het verzoek van opgave door Joris de Gruiter van vijf persoonen die zoude kunnen getuigen, hij zijn vader niet hadt geslagen bij mij ontvangen zijnde heb ik dadelijk na gezegden de Gruiter laten vernemen dan berigt ontvangen hij op de spieringvangst afwezig is, en nu berigt men mij dat hij noch wel veertien dagen kan aanloopen eer hij terug zijn zal.
Dit steld mij buiten staat aan UEA verlangen te voldoe, doch zal zoodra hj thuis komt, dadelijk UEA het noodig berigt doen toekomen.
De Burgemeester
CDB

Buiten verwachting reeds heden in staat gesteld zijnde om aan UEA verzok mij bij deszelfs missive van den 15 dezer no 830 gedaan betrekkelijk de zaak van Joris de ruiter, zoo heb ik de eer UEA te berigten dat den zelve voor mij ontboden zijnde mij heeft opgegeven de personen van
Joos Klaase van Belzen
Lieven Marinusse van Belsen
Pieter Meulmeester Klaas zoon
Adriaan de Nooijer en
Marinus Marinusse Grootjans
Allen visschers, wonende alhier,die zoo zij zouden kunnen getuigen,dat hij zijnen vader niet zoude hebben geslagen.
Voorts is mij persoonlijk niets anders omtrent deze zaak bekend, als hetgeen door de veldwachter mij is berigt en in zijn verbaal gemeld is, als alleen dat zijn vader bij die gelegenheid mede beschonken was, dat hem wel eens meer gebeurd; terwijl op de moraliteit van den beklaagde niet kan geroemd worden, en veel te wenschen blijft, evenmin als op die van zijnen vader, dien de Zoon niet als voorbeeld behoord in acht te nemen, en het dus wel nuttig zijn zoude, dat in deze zaak de bestaande wet, ook werd toegepast,opdat de policie alhier ookmet vrucht mag werkzaam blijven, en de ouders van of door hunnen kinderen ook meerder mogen worden geacht en geëerbiedigd.
De Burgemeester
CDB
Den 20 November 1839

Ga naar boven