Arneklanken: Maart 1997
Hieronder ziet u een kaartje van alle nog aanwezige bunkers rond de Sloedam. Bunker 8 en 9 zijn twee ‘nieuw’ ontdekte bunkers.
Bunkeromschijvingen:
Bunker 1 (De Arnemuidse bunker)
In de zeedijk van de Suzannapolder staat nog een manschapsonderkomen voor Duitse soldaten. Deze bunker heeft een doodlopende toegang. Beter gezegd, een 'gebroken' toegang. Deze constructie had drie voordelen:
- Bij een mogelijke bomexplosie aan de voorkant van deze bunker werd juist door deze 'gebroken' toegang de luchtdrukverplaatsing geblokkeerd.
- Rondvliegende granaat- en bomscherven konden daardoor niet in de manschapsruimte komen.
- Door de 'gescheiden' toegang ontstond een tussenmuur. Daardoor kreeg het geheel een steviger constructie. Bij instorting van de toegang was de kans groter dat de manschapsruimte niet eveneens was ingestort. De Duitse bewoners konden dan vluchten via de nood-uitgang, welke aan de rechterkant van de toegang zichtbaar is als een vierkant uitbouwsel.
Bunker 2
Dit bunkertype noemt men een Tobruk. Zo'n Tobrukbunker is herkenbaar door de ronde opening aan de bovenzijde. Dit bunkerontwerp was speciaal gericht op de inzet van een mitrailleur. De bunker heeft een achthoekige open gevechtsruimte. Daarboven is de opening met een betonkraag waarin een rail lag. Hierop kon een tweedelig deksel worden geplaatst om de opening te camoufleren en inregenen te voorkomen. Naast de gevechtsruimte bevindt zich nog een overdekte toegang. Deze ruimte deed tevens dienst als munitieop-slagplaats. Vanaf deze bunker liep ooit een loopgraaf naar bunker 3.
Bunker 3
Deze bunker diende eveneens als manschapsonderkomen. Het is bekend dat de Duitse Politie hierin huisde. Als men tijdens de oorlogsjaren over de Sloedam wou reizen dan konden deze heren reizigers ter plekke aanhouden. Opvallend aan deze bunker is dat er een sleuf in zit waardoor over het spoor heen naar Zuid Beveland gekeken kon worden.
Bunkers 4 en 5.
Twee batterijen voor Flakgeschut. (Flugzeugabwehrkanone) Deze 2 batterijen zijn symetrisch naast elkaar geplaatst. Zo'n Flakbatterij bestaat tevens uit een manschapsonderkomen, gelijk aan bunker 1. Ernaast staat een onderdeel voor het luchtdoelkanon: 2 cm (licht) afweergeschut. De driehoekige fundering hiervoor is bovenop nog steeds zichtbaar. De gevechtspositie is omheind met een ca 1,5 meter hoge gemetselde muur, met daarin meerdere nisjes voor gereedschap en kleinere munitiehoeveelheden. Onderaan het dijktalud is een ruimte waar de munitievoorraad werd opgeslagen. Voor de opening van deze munitievoorraadkamer is een ca 1,5 meter hoge muur opgetrokken om vijandelijke voltreffers af te kunnen weren.
Bunker 6.
Een manschapsonderkomen. De toegangen zijn echter na de oorlog dichtgemaakt.
Bunker 7.
Fietsend over de Kraaijertsedijk passeert men een viertal kleine woningen. Tussen deze vier woningen is eveneens een bunker aanwezig. Hij is jammer genoeg niet zo goed zichtbaar doordat deze overgroeid is met struiken. Alleen de schoorsteentjes zijn vanaf de weg te zien.
Het is bekend dat hierin de commandant van Stutzpunkt Scharnhorst huisde.
Bunker 8.
Helaas valt dit bunkertje niet zo op. Als goed tussen de vegetatie bovenop de dijk (links van de moestuin) wordt gezocht, dan zal na enige tijd een vierkant gat in de grond gevonden worden. Het betreft een restant van een waarnemingsbunker.
Bunker 9.
Deze bunker is eveneens niet zo goed zichtbaar. Alleen een kleine toegang getuigt van aanwezigheid. Waarschijnlijk betreft het ook hier een manschapsonderkomen.
Bunker 10.
Links van de muraltmuur staat een bunker met een sterk afwijkende bovenkant van gewapend beton. Dit wordt zelden op dergelijke bunkers aangetroffen. Gezien de hoge ligging in het landschap zou dit een observatiebunker kunnen zijn. Maar de nisjes aan de binnenzijde getuigen van munitieopslag. Waarschijnlijk stond ook hierin een mitrailleur opgesteld.
Bunker 11.
Een manschapsonderkomen. U kunt zien dat Duitse manschapsonderkomens in deze Zweite Stellung vaak 'geimproviseerd' zijn gebouwd. Dit type wijkt weer sterk af van voorgaande manschapsonderkomens.
Richting Sloedam zijn nog restanten van (waarschijnlijk) Flak-geschutbunkers te vinden.
Bunkers 12 tot en met 16.
Manschapsbunkers. Waarschijnlijk ook in combinatie met Flak-geschut.
Typering van de Stutzpunkt Scharnhorst-bunkers:
- Voornamelijk opgetrokken uit metselsteen en betonblokken.
- Voornamelijk manschapsonderkomens.
- Vooral in combinatie met Flak-geschut.
- Alle bunkers zijn in een dijktalud geplaatst. Dit bevorderde de stevigheid en bood tevens camouflagemogelijkheid.
- De bovenkant van deze bunkers steekt niet boven de dijk uit. Sommige bunkers zijn zelfs overdekt met aarde. Op deze manier waren voor vijandelijke waarnemers geen bunkercontouren zichtbaar.
- De meeste bunkers zijn aanwezig aan de Zuidbevelandse zijde van de Sloedam.
Inrichting van deze bunkers
In de manschappenbunkers stond het meest noodzakelijke aan meubels. Wij moeten denken aan opklapbare bedden en tafels, wat krukjes kasten, eetgerei en persoonlijke bezittingen.
Een manschappenonderkomen werd verwarmd met een bunkerkachel. Dit waren niet de beste kachels. Soms kwam tijdens verbranding koolmonoxide vrij. Om dit euvel tijdig te kunnen verhelpen hield men vaak een kanarie. Kanaries reageren namelijk sneller op kool-monoxide. Lag het vogeltje bewusteloos op de bodem van de kooi, dan moest de ruimte snel geventilereerd worden. De meeste bunkers waren ook voorzien van elektriciteit.
De bewoners: Maaglijders
Begin 1944 werd Stutzpunkt Scharnshorst bevolkt door militairen van de 70e infan-teriedivisie. Zij waren uit Duitsland aangevoerd en hadden weinig of geen gevechtservaring. Het bijzondere was dat deze militairen bijna allemaal maagpatient waren. De beste militairen waren naar het Oostfront gestuurd. Hitler verkoos de qua kwaliteit 'mindere' militairen in West-Europa te stationeren. Dit kwam voort uit het feit dat de totale oorlogsvoering steeds hogere eisen aan Duitsland ging stellen. Veel maaglijders waren door hun kwaal niet te handhaven in een normale gevechtseenheid. Om het moreel hoog te houden werden in de 70e infanteriedivisie tevens fanatieke SS-ers ingezet. Vaak waren ook zij te gehandicapt (door verwondingen) om nog langer aan het oostfront te worden ingezet. De 70e infanteriedivisie kwam al snel bekend te staan als de Magenkrankendivision of Weissbrotdivision (naar het wittebrood dat onderdeel was van hun dieet.) Men bundelde deze groep militairen omdat dit organisatorische voordelen had. Vooral op het gebied van voedselvoorziening en medische hulp.
Achteraf moet men vaststellen dat deze divisie zich tijdens gevechtshandelingen nog redelijk heeft geweerd. Deze divisie heeft de geallieerden op Zuid-Beveland nog enige tijd kunnen tegenhouden en de toegang tot Walcheren bij de Sloedam is zeer hardnekkig verdedigd.
Gebruikte bronnen:
H. Sakkers/J.N. Houterman - Atlantikwall in Zeeland en Vlaanderen… Middelburg 1990
H. Bollen/J. Kuiper-Abee - Worsteling om Walcheren, 1939-1945. Zutphen 1985
Sporen uit het verleden in het Walcherse landschap (lesbrief). Middelburg 1996
G. van der Ham - Zeeland 1940-1945, deel w. Zwolle 1990
Met dank aan: Rijksarchief, Middelburg / Zeeuws documentatiecentrum Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg / Dhr. J. Tramper, Arnemuiden / Dhr. J. Filius, Oost-Souburg / Dhr. K. Traas, Nieuwdorp