Zeeuws Archief Inventaris van de Archieven van de Gemeente Arnemuiden
Toegangsnummer 1200. Inventarisnummer 81; Ingekomen stukken van 1817

Middelburg den 10.Januarij 1817
Ontvangen: den 13 Januarij 1817

Onderwerp: Staking vervolging
Invordering Oorlogsbelasting.

Het heeft Zijne Majesteit goedgunstig behaagd, bij Hoogstdeszelfs Besluit de dato 5 December jongstleden Litt.C3 te gelasten, dat alle vervolgingen, ter zake van de invordering der Oorlogs-Belasting aangevangen, zouden worden gestaakt, en geene verder poging tot inning der daarop nog verschuldigde restanten worden aangewend,
Etc,Etc,

De Gouverneur van Zeeland
Schorer

Middelburg den 15 Januarij 1817
Ontvangen:”16 Januarij 1817

Onderwerp: Contracten
Leverantiën fourages
Nederlandsche Armée

Volgens eene bij mij ontvangene Missive van den Heere Staatsraad, Intendant Generaal van de administratie van Oorlog dato 24 December des afgelopen Jaars, heb ik de eer UEd: te doen toekomen een exemplaar van het Contract voor de leverantie van de benodigde fourages ten behoeve der Nederlandsche Armée voor den Jare 1817 en een gelijk exemplaar van dat voor de leverantie van Levensmiddelen ten dienste van gezegde Armée en Militaire Hospitalen voor de zes eerste maanden van dat jaar, beide met de aannemers Classen en Kupfer aangegaan onder uitnodiging om tot de goede uitvoering dier Contracten mede te werken, en vooral te letten op art.48, 49, 50 en 51 van het eerstgemelde, welke UED: bijzonderen aandacht verdienen.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer

Middelburg den 20.Januarij 1817
Ontvangen: 27 Januarij 1817

Niettegenstaande de stellige bepalingen, vervat in Zijner Majesteits besluiten van den 7. April 1814 no.10 en 20. December deszelven Jaars no. 33, schijnen onderscheidene publieke Administratiën te zijn afgeweken van de verpligting welke hun daarbij is opgelegd, om voor de door hen of onder hun toezigt te doene Werken, zonder onderscheid, waaraan Cement benoodigd mogt zijn, bij uitsluiting te doen gebruiken de geactroijeerde cement, welke in de Fabriek van de Booijs-Asscheberg en de Weduwe Casius en Zonen wordt vervaardigd.
Stipte nakoming is vereist, anders zullen maatregelen van bedwang, speciaal die in art. 1 vervat, op UE. Of uwen Ontvanger worden toegepast.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Schorer, Vt
Ter ordonnantie van Dezelve,
J. Snouck Hurgronje.
Aan de Plaatselijke Besturen en Directien
Der Calamiteuse Polders in Zeeland.

Middelburg den 24 Januarij 1817
Ontvangen: 25 Januarij 1817.

Ik heb de eer UE. Hier nevens toe te zenden een afschrift van mijn besluit van heden, houdende maatregelen nopens de overbrenging der geconsigneerde goederen etc bij de Regtbanken in 1811 gesupprimeerd.
De Gouverneur der Provincie Zeeland
Schorer.

Extract uit het Register der Besluiten
Van de Gouverneur van zeeland

DE GOUVERNEUR

Gezien Zijner Majesteits besluit van den 15. april des verlopen Jaars houdende bepalingen, omtrend de executie van het 48e en 49e artukel van het Decreet van den 8e November 1810 nopens de overneming der geconsigneerde goederen etc bij de Regtbanken in 1811 gesupprimeerd.
Gezien art 48 en 49 van het decreet van 8 november 1810
Gezien de Missive van den Heer Officier bij de Regtbank van eersten aanleg te Middelburg dato 13e augustus 1816 no 350 houdende opgave der plaatsen in zijn arrondissement alwaar de executie van het 48e en 49e artikel; van het decreet van 8e November 1810 niet ten vollen is volbragt en eene voordragt van gepaste middelen doende om deze executie als nu te verzekeren
In aanmerking nemende dat het volgens den inhoud van gemelde Missive blijkt, dat alle de archiven, papieren, effecten etc van de in 1811 gesupprimeerde Regtbanken behoorlijk zijn geinventariseerd, en dat er mitsdien tot de overbrenging van gemelde goederen kan worden overgegaan

BESLUIT
Art.1
Voor zoo verre zulks nog niet mogt zijn gedaan zullen de Vrederegters in de Cantons Middelburg, Vlissingen en Veere, aan den Heer Officier bij de Regtbank van 1e aanleg te Middelburg, op den ontvangst dezes doen geworden geauthentiseerde afschriften van den Inventaris van alle de door hun geïnventariseerde en overgenomene goederen, effecten etc: behorende tot de in 1811 gesupprimeerde Regtbanken, Collegiën,adminidtratiën etc.
Art.2
Gemelde Vrederegters zullen mede op den ontvangst dezes, van alle depositarissen, reclameren alle zodanige goederen, gelden, effecten etc van voorzeiden aart, welke hoezeer geïnventariseerd bij hun niet zijn overgebragt, met uitzondering van zodanige gelden etc. welke door de plaatselijke besturen mogten zijn gebruikt, en die zij op dit ogenblik in de onmogelijkheid zijn te restitueren, zullende de Vrederegters, zich dan Vergenoegen, om van dezelve een bewijs te eisschen, dat zij zodanige gelden, ten behoeve der plaats hebben gebruikt, met belofte van restitutie zodra mogelijk, welk bewijs door den Vrederegter in de archiven zal worden gedeponeerd, om in tijd en wijle tegen de genotene gelden te kunnen worden ingewisseld
Art.3
Op den ontvangst der inventarissen in art.1 bedoeld, zal den Heer Officier bij de Regtbank van eersten aanleg te Middelburg, tot de overbrenging der bovengemelde goederen, effecten etc naar gemelde Regtbank de nodige maatregelen nemen mitsgaders zorgen dat eveneens de archiven, gelden, effecten etc. van de kantoren van consignatie etc. der stad en ambagt van Middelburg, naar dezelve Regtbank worden overgebragt.
Art.4 Van de etc
Art.5 zijn van etc.
Art.6
Bij zo verre de door de gemeenten van Veere, Arnemuiden, & Kleverskerke genotenen gelden uit fondsen tot voorzeide Regtbank of onder Weeskamers behorende, niet voor handen zijn, zal daarmede gehandeld worden in voege als bij artikel 2 is bepaald, en de Hoofden van de besturen dier plaatsen voor de voldoening derzelve moeten zorgen, en des noods over de wijze van afdoening aan het Collegie van Gedeputeerde Staten het nodige voordtel doen.
Art.7 De wijze etc.
Art.8
De Heer Officier bij de Regtbank van 1e aanleg te Middelburg, wordt naar aanleiding van Zijner Majesteits Besluit van 18 april dezer Jaar met de uitvoering dezes belast, terwijl ZEd: wordt uitgenodigd om bij de gemelde Regtbank, ingevolge het 2e artikel van welgemeld Besluit, de benoeming der Regters Commissarissen te provoceeren.
En zullen afschriften dezes worden gezonden
a. Aan de Heeren Vrederegters in de Kantons Middelburg, Vlissingen en Veere
b. Aan de Gemeente Besturen van Veere, Arnemuiden en Kleverskerke, ieder voor zoo veel hun aangaat.
c. En een geheel afschrift derzelve aan den Heer Officier bij de Regtbank van 1e aanleg te Middelburg, ten fine van informatie en executie respectivelijk
Gedaan te Middelburg, den 24e Januarij 1817
De Gouverneur voornoemd
Schorer
Voor Eensluidend Extract
De Griffier der Staten van Zeeland

Hurgronje

Middelburg den 20. Januarij 1817
Ontvangen: 27 Januarij 1817

Door Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken geïnformeerd zijnde, dat sommige Besturen, de afgegeven wordende Extracten uit de Registers van de Burgelijken Stand, door den Secretaris doen authoriseren, terwijl zulks, ingevolge de nog vigerende Wetten, door den Officier van dien Stand zelve moet geschieden, zoo moeten wij UE. Doen opmerken, dat, zoo lang deswegens niet anders zal zijn bepaald, de Acten zoo wel als de afgegeven wordende Extracten uit de Registers van dien Stand, alléén door den Officier van den Burgelijken Stand, en nimmer door den secretaris van het bestuur, mogen worden geauthentiseerd, en daar in een tegen over gesteld geval, de belangen der Ingezetenen. Daarbij merkelijk zouden kunnen lijden, verzoeken wij UE. Stiptelijk te zorgen, dat dien overeenkomstig worde gehandeld.

De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Schorer, Vt
Ter ordonnantie van Dezelve
J. Snouck Hurgronje
Middelburg den 29e Januarij 1817
Ontvangen: 30 Januarij 1817

Onderwerp: Burgelijken Stand.

Volgens eene bij mij ontvangene missive van Zijne Excellentie de Minister van Buitenlandsche zaken van den 15e dezer, zullen voortaan de beambten tot de zaken van den Burgelijken Stand, aan mij ten dienste van het departement van Buitenlandsche zaken, behoren in te zenden de bewijzen van de in hunnen Steden overledene Oostenrijksche Generaals of Officieren, welke zig met Verlof in dit Koninkrijk bevinden, zo wel van de zodanigen, die nog werkelijk in dienst zijn, als van dezulke die het genot hebben van een pensioen, of die hun ontslag gegeven hebben, met behoud van hunnen militairen rang: als ook die van gezegde personen, welke zig insgelijks hier te lande zouden mogen ophouden, en in hunnen Steden mede kwamen te sterven.
Ik heb de eer UEd: de observantie van deze dispositie aan te bevelen.
De Gouverneur van Zeeland.
Schorer,

Middelburg den 30 Januarij 1817
Ontvangen: den 7. Februarij 1817
Wij zenden UW Ed hier nevens Extract uit ons Verbaal van heden houdende
Approbatie van het vernieuwd contract wegens het gebruiken van een dam op den Nieuwlandsche Wal.
De Gedep. Staten van Zeeland
Schoere, Vt
Ter Ordonnantie van dezelve,
J.Snouck Hurgronje.

Middelburg den 28? Januarij 1817
Ontvangen: den 7. Februarij 1817

Bij Z.M. besluit van den 16e December l.l. geautoriseerd om aan de Plaatselijke besturen, wier begrootingen door ons zijn gearresteerd, voor die jaren, waarover zulks nog niet is geschied, eene Jaarwedde toe te leggen, hebben wij bepaald, dat van de som van f. 160 op de begrooting uwer Gemeente van 1815&1816 ten dien einde uitgetrokken, over f. 100 ten behoeve van uwen Burgemeester kan worden beschikt.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland

F: Ermerins
Ter ordonnantie van dezelve
J. Hurgronje


Middelburg den 7. Februarij 1817
Ontvangen:10 februarij 1817

Onderwerp: Bewijzen van onvermogen,
Debiteuren, boeten justitiekosten.

De Beambten der Registratie zijn belast met de invordering der boeten en justitiekosten, waarin door de Regtbanken wordt verwezen..
Deze inkomsten dienen ter gedeeltelijke bestrijding van de grote uitgaven voor het Justitiewezen. De invordering dient nu duidelijk en zonder eenig verzuim te worden bewerkstelligd.
Vaak vormt het onvermogen der gecondemneerden een hinderpaal. Daarom is het van groot belang dat de beambten bekend zijn met de wezenlijke staat van de Debiteur
De gemeente Besturen moeten beseffen dat er grote omzichtigheid moet zijn met betrekking tot de afgifte van de bewijzen van onvermogen. De beambten der Registratie moeten wel over alle zoodanige inlichtingen kunnen beschikken die nodig zijn om hen met den staat dier gecondemneerden bekend te maken. Etc.
De Gouverneur van Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid,
F. Ermerins
Lid der gedeputeerde Staten.

Middelburg den 6 Maart 1817

Aan Uw Ed wordt van wegens het Gouvernement van Zeeland toegezonden twee Exemplaren van de Circulaire de dato 5 dezer betrekkelijk teneinde dezelve aan den Leeraar uwer gemeente uit te reikenl
De Commis Expediteur
Van de Kreke

Middelburg den 5. Maart 1817
Ontvangen: 6 maart 1817

De Gouverneur van Zeeland van Zijne Excellentie den Heere Commissaris generaal, provisioneel belast met de zaken der hervormde Kerk, onder dagteekening van den 21. Februarij jongstleden, ontvangen hebbende de navolgende Missive:
Gelijk mij nooit aangenamer taak konde te beurt vallen, dan bij het nevensgevoegd besluit Zijner Majesteit mij wordt opgedragen; zullen zeker alle Leeraars van den Godsdienst met hartelijk blijdschap de uitnoodiging ontvangen, welke ik U Ed. verzoeke hun overeenkomstig dat besluit, te willen doen toekomen.

De Algoedheid heeft onze ernstige gebeden verhoord; de gemalin van den Erfgenaam des Troons schenkt de Nederlanders het onderpand der voortduring van hun geluk in eenen Prins, in wien zich het bloed der groote Monarchen, waaraan het Noorden in zulk eene ruime mate deszelfs beschaving en roem dankt, vereenigt met dat der Doorluchtige Grondvesters en Handhavers van Neêrlands Vrijheid.

Zouden wij niet hooge verwachting mogen koesteren van deze Spruit des Helden-Stams, met welks groei en bloei de welvaart, de roem, ja het aanwezen van ons Vaderland, steeds ten naauwsten verbonden was, en wiens geboorte in de Zuidelijke Gewesten, derzelver vereeniging met de Noordelijke Provinciën, zedert Eeuwen door banden des bloeds en der erkentenis aan Oranje verknocht, door een nieuwen, door den schoonsten band verzekert. Vurig zullen wij den God onzer weldadigheid smeeken, dat hij onze blijde hoop vervulle.

Dat spoedig het volkomen herstel ons verheuge der Doorluchtige Moeder, die reeds door haar innemend karakter, en verhevene deugden, de algemeene liefde en eerbied heeft verworven van een Volk, door het bezit van die voortreffelijke Vorstinne bevoegd, om derzelver waarde te schatten en thans door het dierbaarst geschenk aan haar ten duursten verpligt!

Dat de jonge Prins altijd het waardig voorwerp zij en blijve, der liefde en der vreugd van het Koninklijk Huis! Waardig om eens den Troon te bekleeden van zoo een voortreffelijken Koning; waardig de Zoon te zijn van hem, die onze vrijheid door zijn bloed heeft verzegeld.—Dat hij eenmaal als hij, onze steun en onze hoop zij!

Aan de Eerw. Heeren Leeraren bij de onderscheidenen Kerkgenootschappen, behalven de R.K. in de Provincie Zeeland.

Uitnoodiging om dien overeenkomstig, hunne gebeden en dankzeggingen aan den Allerhoogsten in te rigten, te beginnen den eerstvolgenden Zondag, en om den inhoud der voorschreve stukken, bij voorlezing van dezelve aan te manen.
De Gouverneur voornoemd
Schorer


Middelburg den 7. Maart 1817
Ontvangen: 10 maart 1817
Onderwerp: Nationale Militie

De werkzaamheden der Nationale Militie zullen op grond van de wet van 8 Januarij 1817 voor dit jaar met de maand April aanvangen, en dat dientengevolge de onderscheidene dagen en termijnen door de genoemde wet vastgesteld in het algemeen drie maanden worden verschoven, zoodat de laatste afgifte der manschappen welke op den 15. Mei moest geschieden, plaats hebbe vóór of op den 15. Augustus eerstkomende.
Er zal door U een voorstel van twee Leden van den Raad Uwer Gemeente moeten worden gedaan met bijvoeging van hun handteeken, die door mij tot het teekenen en afgeven der vereischte Attesten door mij zouden kunnen worden benoemd.
Uitnodiging om met de meesten ijver en naauwgezetheid de verpligtingen welke de meergemelde Wet UE. Oplegt naar te komen etc.etc.

De Gouverneur van Zeeland
Schorer

Middelburg den 14 Maart 1817
Ontvangen: 20 maart 1817

Het aandeel uwer Stad in de druk ???? der Modellen voor de verrigtingen der Landmilitie, volgens de wet van den 27. Februarij 1815. welke UEd: indertijd zijn toegezonden, bedraagt f. 1-11- welke ik UED verzoek ten spoedigste over te maken ter Provintiale Griffie zullende deze uitgave ingevolge dispositie van den Heer Gouverneur dezer Provincie de dato 5e Maart 1817 no 542 op de onvoorziene uitgaven van 1817 worden geadmitteerd.
De Griffier der Staten
Van Zeeland
J.Hurgronje

Middelburg den 19. Maart 1817
Ontvangen 20 Maart 1817
Onderwerp: Vrijwilligers Nationale Militie,
Premie en inwoning.

Ik heb de eer UE. Bij deze kennis te geven dat Zijne Majesteit goedgevonden heeft, bij Hoogstdeszelfs besluiten van den 6. dezer Litt.G en Litt.H te bepalen:
1. Dat de vrijwilligers voor de Nationale Militie door de Gemeenten te leveren, vijftien maanden in dezelve zullen moeten hebben gewoond, zoo als dit bij art. 31 en 39 van de Wet van den 8. Januarij 1817 vereischt wordt, en niet zullen kunnen volstaan met eene inwoning van gelijke vijftien maanden in de Militie-Kanton, in voege als dit, uit het Attest Litt.F achter de voorschr. Wet gevoegd, zoude kunnen worden opgemaakt.
2. Dat door de Gemeente besturen aan elken vrijwilliger die zij voor den dienst der Nationale Militie zullen aannemen, eene som van Dertig Guldens, de een door den ander gerekend, kan worden gegeven. Etc.

Terwijl ik UE. Uitnoodig, om UE.dien overeenkomstig stiptelijk te gedragen.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

Middelburg den 17 Maart 1817
Ontvangen: 27 Maart 1817

Bij Z.M. besluit van den 30 Januarij 1817 bepaald zijnde
Art.1
Voorlopig en tot zoolang daaromtrend bij eene nieuwe verpagting der barrières en tollen, of andersins, nadere bepalingen zullen worden gemaakt, zullen de barrière en tolgelden, welke de voerlieden die de bagages der Corpsen van onze landmagt eventueel zullen transporteren, even gelijk alle anderen voor de heen en terugreis verschuldigd zijn aan denzelven, door de Zorg der gemeente besturen welke hem in dienst zullen hebben gesteld, worden teruggeven bij de betaling der verdiende vragtloonen
Art.2
Ten einde de Gemeente besturen hiertoe in staat te stellen, zullen de Commandanten der corpsen en detachementen bij ampliatie van Paragraaf 2 art 2 van ons besluit van den 25 October 1815 no 71, worden gelast boven en behalven het verschuldigde voor de ten hunnen behoeve gefurneerde transportmiddelen, ook te gelijkertijd het bedrag der barrière of tolgelden, in voege voorschreven op behoorlijk gespecificeerde quitancie in duplo voor derzelver vertrek uit het nachtkwartier aan de gemeente besturen te voldoen, zullende deze uitgave met overlegging van opgemelde quitancie aan de Raden van administratie der onderscheidene corpsen, op de monsterrollen worden geleden.
Art. 3
De dispositiën in vorenstaande artikelen bevat, worden bij ampliatie van ons besluit van den 30 November 1815 no 81 voor zoo veel als de aard der zaak zulks vorderen zal, toepasselijk gemaakt op de transportmiddelen, welke ten behoeve van geallieerde of vreemde Mogendheden zullen worden gefurneerd, moetende dezelve, diensvolgens behalve de bepaalde indemniteit voor de transportmiddelen ook het bedrag der te betalen tolgelden voor hun vertrek uit hun nagtkwartier aan de gemeente besturen uitbetalen
Art.4
Met het beloop der tolgelden welke voor transportmiddelen ten behoeve van zieke Militairen en anderen van verschillenden aard moeten betaald worden, zullende gemeente besturen hunne declaratien deswegens in te dienen kunnen verhogen, mits deze Voorschotten naar behoren en ten genoege van de administratie van oorlog specificerende, en onder verklaring van de deugdelijkheid der alzoo gedane uitgaven.

Art.5
Wij autoriseren onzen Staatsraad Intendant Generaal van de administratie van oorlog om alle die administrative voorschriften te geven, waarbij de gemeente besturen en het rijk tegen alle schade en nadeelen worden gewaarborgd.

Hebben wij de eer UW ED hiervan bij deze kennis te geven met aanschrijving om de voorschreve bepalingen bij voorkomende gelegenheid stiptelijk na te komen

De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Schorer
Ter ordonnantie van Dezelve
J.Hurgronje

Middelburg den 26. Maart 1817
Ontvangen: 27 maart 1817
Onderwerp: Nationale Militie

Het is mij aangenaam UE. Te kunnen melden, dat bij Circulaire van Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken van den 10. Maart 1817 no 37 eenige twijfelingen, waartoe de bepalingen der Wet op de Nationale Militie van 8 Januarij laatsleden aanleiding hadden gegeven, en welke ook reeds door eenige Gemeente besturen in deze Provincie aan mij waren geopperd, zijn opgelost, en ik haaste mij dezelve ter Uwer kennisse te brengen
De gemelde Circulaire van Zijne Excellentie bevat hoofdzakelijk deze punten:
1. De Armbestuurders en Regenten van Godshuizen, mogen geene hunner Bedeelden of kweekelingen, zonder hunnen uitdrukkelijken wil, als Vrijwilligers aanbieden.
2. De gelden, welke aan deze worden betaald, moeten, indien zij slechts bedeelden, aan hun zelve of hunnen Voogden worden ter hand gesteld; doch indien zij Kweekelingen uit Godshuizenen minderjarig zijn, aan de Regenten dier Huizen worden behandigd, en zoo zij meerderjarig zijn, aan hun zelve
9. Iemand in de Nationale Militie vallende, kan in den Echt worden genomen tot op het oogenblik, dat hij naar de Hoofdplaats der Provincie vertrekt, om te worden ingelijfd, mits hij behoorlijk doe blijken, dat hij aan alle zijne verpligtingen omtrent de Militie, tot op den dag zijns Huwelijks, heeft voldaan.
De Beambten van den Burgelijken Stand, behoeven dus geene zwarigheid te maken, om Manspersonen, welke ingevolge hunne jaren nog niet in de Militie vallen, en eerst het volgende jaar moeten loten, zonder bewijs van aan de Miliitie te hebben voldaan, hetwelk zij niet kunnen produceren, in den Echt op te nemen, even als die, welke in de loting van het loopende jaar vallen, mits zij na 1 Januarij overeenkomstig de Wet doen blijken, dat zij ingeschreven zijn, en aan alle daarop volgende verpligtingen waartoe zij zijn opgeroepen, hebben voldaan
10. De Gemeente besturen vermogen de Attesten of Certtificaten van voldaan te hebben aan de Nationale Militie, ingevolge art. 58 en 59 der Wet op de Nationale Militie van 27 Februarij 1815 no 190, niet meer af te geven, en de Gouverneurs der Provincien zijn hiertoe voortaan, ingevolge art. 200 der Wet van 8 Januarij laatstleden bevoegd.
11. Men kan van Kooplieden, welke uit vreemde Landen zich hier komen nederzetten, en patent verlangen te bekomen, geen Attest vorderen, dat zij voldaan hebben aan de Nationale Militie, en men mag dus aan hun alleen, ook zonder dit Attest, patent afgeven.
12. Personen, welke in het vorige jaar, op grond van de Wet van 27 Februarij 1815, voor één jaar zijn vrijgesteld, moeten dit jaar niet, volgens Art 80 der Wet van 8 Januarij 1817, bovenaan op de Lotingslijst worden gesteld, maar zij moeten loten in de klasse waartoe zij behooren, en zijn alleen dienstpligtig, zoo het door hen te trekken Nummer wordt opgeroepen, en zij geene wettige redenen van vrijstelling allegueren.
Etc Etc.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer


Middelburg den26. Maart 1817
Ontvangen den.26 Maart 1817

Onderwerp: Nationale Militie

Ik heb de UE. Hiernevens te doen toekomen de voor UE. Gemeente presumtief benoodigde alphabetische lijsten Model I etc. etc.
o.a. de binnenvellen ontbreken nog.

De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

Middelburg den 28 Maart 1817
Ontvangen: 29 Maart 1817

De Gouverneur van Zeeland heeft de eer U.E. hier nevens toe te zenden, de navolgende bij hem ontvangene Ordonnantien, te weten:
1 Ord: geslagen door de Intendant Generaal van de administratie van Oorlog den 24e Febr: 1817 no 1175 ten name der Ontvanger der gemeente Arnemuiden ten behoeve dier gemeente
f.4.35
Met verzoek dezelve aan de belanghebbende uit te reiken & den ontvangst te willen accuseren.
De Gouverneur voornoemd
Schorer.

Middelburg den 28e Maart 1817
Ontvangen: 29 Maart 1817
Onderwerp: Voeding en onderhoud
Door trekkende troepen.

De gearresteerde Verhoging der schadeloosstelling van 50 cent per man en per dag voor huisvesting en voeding van marcherende troepen, die volgens mijne missive van den 11e December 1816 No 2752 tot en met den laatsten Maart 1817 effect zoude sorteren zal ingevolge Z.M. dispositie van den 9e dezer aan mij bij missive van den Heer Intendant Generaal van Oorlog van den 14e daaraanvolgende kenbaar gemaakt; bij prolongatie van den voorz. Termijn, tot en met den laatsten aanstaande worden uitbetaald, zowel voor huisvesting en Voeding der marcherende troepen van Z.M. Armée, als voor die der Krijgsbenden van de geallieerde Mogendheden, waarvan ik de eer heb UEd: bij deze tot UEd: informatie kennis te geven.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

Middelburg den 28. Maart 1817

De OFFICIER bij de Regtbank van
Eersten aanleg, Zitting houdende te Middelburg
Aan
Den Heer Burgemeester
Der Stad Arnemuiden

Onvangen: den 28e Maart 1817

Mijn Heer!

Op dit oogenblok krijge ik officiele informatien dat onderscheidene Hoogaarzen van Arnemuiden en andere plaatsen zich begeven hebben over eenige dagen naar het op de plaat de Banjaart verongelukte schip The Elize en dat zij die die vaartuigen voerden, de onbeschaamdheid hebben gehad, om vrij aanzienlijke quantiteiten Gerst en Touwwerk als mede eenige gedeelten van het schip zich toe te eigenen à corti ?? te brengen, en daar te verbergen .
Ik verzoek UwEd derhalven om dadelijk bij de receptie dezes, die UEd bij expresse bekomt, eene strikte huisvisitatie te doen, bij de inwoners Uwer gemeente die zich naar boord van The Elize hebben begeven of te wel in zoodanige localen waar het door hun ontroofde kan zijn geborgen,de eventueel gevondene goederen benevens de presumptieve roovers derzelve aan te houden, de laatste dadelijk voor mij te doen geleiden, en eindelijk van UEd verrichte ten gevolge dezes aan mij omstandig rapport te doen,- en zulks mij brenger dezes te doen geworden.-
Intusschen mij op Uw Ed bekende actviteit verlatende, heb ik de eer, met alle achting te zijn.
De Officier voormoemd.

Wel Edel Gestrenge Heer!
Ter voldoening aan UwEdGestr. Verzoek bij Missive van den 28. dezer mij gedaan, betrekkelijk het doen eenre huisvisitatie bij de Inwoonders mijner gemeente die zich na boord van het over eenige dagen op de plaat Banjaart verongelukte schip The Elize hebben begeven, ten einde ware het doenelijk te ontdekken of bij dezelve eenige geroofde gerst touwwerk of gedeelten van het genoemde schip voorhanden was,- zo heb ik d’eer UwEdGestr. Te rapporteren dat ik heden morgen verzeld van een lid uit het bestuur, benevens de door UwEdGestr. Gezonden Gerechtsdienaar en de veldwagter dezer gemeente dat onderzoek heb geeffectueerd niet alleen in de Huizen der naar den Banjaard geweest zijnde zeelieden of visschers, maar genoegzaam in alle de Huizen en Localen binnen deze Gemeente, welke eenigsints van die geroofde goederen hadden kunnen bevatten, of daar dezelve konden verborgen zijn.-
Dan ik heb het genoegen Uw EdGestr. te kunnen berigten dat nog gerstt, nog touwerk of gedeelten van voorz. Schip zijn gevonden.
Waar mede ik d’Eer heb met alle respect mij te noemen
UwEGestr.DW Dienaar
C. Crucq
Den 29e Maart 1817

Middelburg den 10e April 1817
Ontvangen: 10 April 1817
Onderwerp: Belooning Zetters 1816

Zijne Excell: de Minister van Finantien heeft, ter voldoening aan art 43 der ordonnantie op het patent van den 21 Febr. 1816, ingevolge Zr.M. Besluit van den 5 Januarij l.l Litt F, de belooning geregeld over den jare 1816, voor de zetters, welke zich door ijverige plichtsbetrachting dien hebben waardig gemaakt, in zoodanige gemeenten, waar meer dan twintig artikelen op het primitief kohier gevonden worden.
Volgens de verdeelingstaat bij die Resolutie gevoegd, is UEd voor dezelve belooning toegelegd de som van f.15-00, waarvan de vereischte ordonnantie onverwijld opgemaakt, en aan den ontvanger der directe belastingen in uwe gemeente ter uitbetaling toegezonden zal worden.
Ik heb de eer UEd hiervan bij deze kennis te geven, niet twijffelende of UEd zult door deze blijk van goedkeuring uwer werkzaamheden, verder worden aangespoord om de belangrijke functies welke UEd: zijn toevertrouwd, met de meest mogelijke zorg en activiteit bij voortduring uit te oeffenen
De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

Middelburg den 23. April 1817
Ontvangen: 24e April 1817
Onderwerp: Barrière en Tolgelden.

Z.E. den Heer Intendant Generaal voor de administratie van oorlog aan de Corpsen der Armée eenige voorschriften hebbende gegeeven tot de Executie van Z.M.Besluit van den 30 januarij ll Litt. E no69. opzichtelijk de betaling van barrière en tolgelden door Militaire transporten, aan UED: bij missive van de Ed: Gr: achtb: Heeren de Gedeputeerde Staten dezer Provintie van den 14e Maart ll no 1. kenbaar gemaakt, is daarbij onder anderen ingevolge de bij mij ontvangene missive van het Departement van Binnenlandsche Zaken dato 1e dezer maand no 11 bepaald, dat deze tolgelden op den voet van het Voorschr: besluit door de commandanten der marcherende corpsen of detachementen vóór derzelver vertrek uit het nachtkwartier op afzonderlijke quitancien in duplo volgens het hierachter gevoegd model zullen worden betaald, zonder dezelve te mogen cumuleren , met eenig ander object waarvoor de corpsen aan de besturen betaling mogten doen. Terwijl het beloop van de barrière & tolgelden die voor transportmiddelen ten behoeve van zieke militairen welke niet staande den marsch komen ziek te vallen, worden betaald bij voortduuring door de Gemeente Besturen bij wijze van voorschot zullen moeten worden uitgekeerd.
UEd: hiervan bij deze kennisgevende verzoek ik UEd: de voornoemde bepalingen bij voorkomende gelegenheden stiptelijk na te leven.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

M O D E L

Kwitantie
Van
Betaalde
Barrière
enTolgelden

Bataillon of
Detachement

Ik ondergetekende/Burgemeester Maire of President/ van het Gemeente bestuur van Stad plaats of dorp/ verklaar van den Kommanderende officier van voorschreven/ Bataillon of detachement te hebben ontvangen de somma van….
Het montant in letters schrijven

Ter voldoening van de barrière en tolgelden voor/getal/ barrière gelegen op de route van/plaats van vertrek/ naam/ werwaards gaande/ en zulks voor/getal wagens of karren/ ieder bespannen met/ getal/paard…. Op heden door mij ten behoeve van voormeld/ Bataillon of detachement gefourneerd.
………….. den…………………………………………………….. 181

1a Plaats van waar het corps of detachement zijn marsch heeft aangevangen
1b.Plaats werwaards hetzelve is gedestineerd, en dus den geheelen marsch heeft volbragt.-

Middelburg den 23 April 1817
Ontvangen: 24 April 1817

Wij zenden UEd hiernevens twee Exemplaren der bij ons op den 20 . Februarij j.l. geärresteerde Plaatselijk Rekening van Arnemuiden over den jare 1815 met verzoek om één derzelve, en wel het gezegelde, aan den plaatselijken Ontvanger te willen doen geworden.

De gedeputeerde Staten van Zeeland
S C H O R E R
Ter ordonnantie van Dezelve
J. Snouck Hurgronje

Middelburg den 14e April 1817
Ontvangen: 28 April 1817

Wij zenden UWEd. Hier nevens Extract uit ons verbaal van heden, houdende Vermeerdering der tractementen van de secretarissen ten platten lande dezer Provintie over den Jare 1816.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Schorer
Ter Ordonnantie van Dezelve
J. Snouck Hurgronje

De traktementen der Secretarissen ten platten Lande dezer Provincie over 1816, met ongeveer één derde te vermeerderen, zoo als in de navolgende Tabelle is aangetekend.
Arnemuiden Traktementen over 1816 : f. 100 surplus van 1/3 = f.133

Middelburg den 30e April 1817
Ontvangen: den 1 Meij 1817

Zijn Majesteit goedgekeurd hebbende de door Heeren gedeputeerde Staten dezer Provincie kragtens art:13 der wet van 8 Januarij jongstleden no 1 voorgedragen regeling der gewoone kontingenten vande gemeenten in de Nationale Militie, en de Staat der ontbrekende manschappen aan het bataillon Infanterie Nationale Militie no 16 ingevolge art:20 van voornoemde Wet, bij mij ontvangen zijnde; zoo haaste ik mij ter uwer kennisse te brengen, dat het kontingent uwer gemeente voor dit Jaar is bepaald op TWEE man, zijnde het gewoone kontingent, daar er voor uwe gemeente in dit jaar, geen buitengewoon kontingent zal behoeven te worden geleverd.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer

Middelburg den 4. Mei 1817
Ontvangen 5 Meij 1817
Onderwerp: Nationale Militie

Samenvatting:

De geformeerde alfabetische lijsten en de registers zijn opgezonden ; verzoek kennis te geven daarvan aan de Militie-Commissaris
Verdere verplichtingen:
De terugontvangen alfabetische lijsten moeten ter raadpleging in het raadhuis van de gemeente ter inzage worden gelegd.
De ingeschrevenen moeten geïnformeerd worden over de tijd en plaats der loting en ontvangen (zij of ouders of voogden) een Oproepings-biljet
Twee leden van het bestuur dienen bij de loting aanwezig te zijn.
Deze gecommitteerden zullen bij zich moeten hebben de Staat van vrijwilligers model E, als er vrijwilligers zijn aangenomen. Ook geldt dit voor de Alfabetische lijsten, Staande de loting moet het trekkingsnummer van ieder ingeschrevene worden ingevuld
10 dagen na de loting moeten alle reclames van de geloot hebbende met bewijsstukken aan de Militie-Commissaris worden gezonden
Alle bewijzen voor vrijstelling moeten binnen vijf dagen na de loting bij U worden ingeleverd
Breng dit uitdrukkelijk ter kennis.

De eerste zitting van de Militie-Raad is alleen geschikt dit jaar tot examinatie van de vrijwilligers en van hen die zich niet op tijd hebben ingeschreven, en tot het bepalen van het getal nog te leveren manschappen voor iedere gemeente. Daartoe dient het bestuur betrokkenen kennis te geven
Voor de 2e zitting wordt op het vastgestelde tijdstip: dag en uur zullen alle lotelingen moeten verschijnen.
Niet alleen de ingeschrevenen der eerste klasse moeten verschijnen of zij die de wens hebben om te reclameren, maar alle lotelingen op de vijf lotingslijsten gebragten.de oproep geschiedt met biljetten
Datzelfde geldt ook voor de 3e en 4e zitting van de Militie-raad
3 dagen voor de bepaalde dag dienen die biljetten te worden overhandigd. Boete bij niet verschijnen. Ouders/voogden dien bij absentie van zoon aanwezig te zijn.
Wil er speciaal op letten dat niemand zich opgeeft als zeeman, diehiervoor niet ontwijfelbaar bij U bekend is.
Bij het afgeven van Attesten tot vrijstelling en andere: dat die altijd door de 3 in iedere daartoe benoemde Leden moeten worden getekend.
Die attesten moeten woordelijk volgens voorschrift der wet worden gesteld
Geen attesten afgeven aan personen die niet speciaal bij U bekend zijn; alleen op het getuigenis van twee ter goeder naam en faam staande personen.
De Attesten voor Plaatsvervangers mogen slechts op het getuigenis van 2 bekende Ingezetenen worden afgegeven en kunnen slechts gezegeld bij de Militie-Raad worden ingediend
Voor zo ver het contingent van de Gemeente geheel of gedeeltelijk in vrijwilligers word geleverd, zullen die samen met hen die tijdens de 1e zitting zijn bestemd op de nader bepaalde dag door een van de leden van het bestuur naar hier worden geleid en aan mij overgeleverd.
De hiertoe gecommitteerde zal een Naamlijst in triplo van de te leveren manschappen overhandigen. Volgnummer;naam en voornaam; gedesigneerde of vrijwilliger; datum van indiensttreding na uitspraak; naam van het Korps waarbij ingedeeld.
De Verlofgangers van de Nationale Militie zullen voortaan terugkeren naar hun gemeente na verstrekking van een Verlofpas van de Gouverneur. Die moeten ze afgeven tegen bekoming van een Attest model HH
De gemeente ontvangst een staat van de manschappen die met verlof terugkeren
Er wordt aantekening gehouden van een eventueel overlijden 15 dagen voor de 2 maandelijkse inspectie. Voor dit jaar te beginnen met 15 mei
Wanneer de Verlofgangers tot de actieve dienst worden opgeroepen , worden ze door een Lid uit het gemeentebestuur naar hier worden geleid met de staat van de verlofgangers etc. etc.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer

Middelburg den 1e Meij 1817.
Ontvangen: 8 Meij 1817

Wij zenden UWEd hier nevens Extract uit ons Verbaal van heden, over perceptieloon van Uwen Ontvanger

De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Schorer
Ter Ordonnantie van Dezelev
J. Snouck Hurgronje

Extract uit het Verbaal van Hun Edele Groot Achtbare de Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zeeland.

Donderdag den 1e Meij 1817

Gelezen zijnde eene Missive van den Burgemeester van Arnemuiden van den 28 April l.l kennisgeving van den ontvang der door deze Vergadering op den 20 Febr: l.l gearresteerde Rekening van die gemeente over den jare 1815, doch alvorens dezelve aan den Gemeente ontvanger te doen geworden, nadere inligting vragende omtrend het door deze Vergadering toegestane perceptieloon van 5 percent, daar zulks ingevolge de aanmerkingen op de begrooting van dat jaar slegts tegen 4 percent hadt moeten gebragt zijn.
Is goedgevonden aan het gemeente Bestuur van Arnemuiden bij extract dezes en geleidende Missive te kennen te geven, dat de vergadering in aanmerking genomen hebbende de moeitens welke met de Plaatselijk ontvangsten zijn verbonden, aan de ontvangers, hetzij zij al dan niet landelijke percepteurs zijn 5pct van den wezentlijken ontvang na aftrek der additionele verhooging heeft toegestaan, en dat het voorschr. Bestuur mitsdien geene zwarigheid behoeft te maken om de voorschr. Rekening aan hunnen Plaatselijke ontvanger ter hand te stellen.
Accordeert met voorschr. Verbaal voor zooveel het geëxtraheerde aangaat.
De Griffier der Staten

J. Hurgronje

Middelburg den 11. Mei 1817
Ontvangen: 12 Meij 1817
Onderwerp: Nationale Militie

Het gewoon jaarlijks ontslag van de manschappen tot de eerste samenstelling der Militie behoorend zal tegen het einde van deze maand plaatsvinden.
Hierbij zijn inbegrepen: Zij die, na hun inlijving, door het overlijden van Broeders of andersints , in een der termen van vrijstelling, bij de Wet van 27 Februarij 1815 no 190 vastgesteld, zijn gekomen.
Ook zij die in de Franse conscriptie gevallen zijnde, reeds vijf volle jaren hebben gediend, hun tegenwoordige dienst onder de Nationale Militie meegerekend
Wanneer er onder uw ingezetenen zijn die op die gronden vrijstelling willen, moeten met certificaten en andere documenten en gegevens een verzoek indienen voor de 18e dezer .
Alle verzoeken van na de 18e worden als niet gedaan beschouwd.

De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

Middelburg den 11. Mei 1817
Ontvangen: 12 Meij 1817
Onderwerp: Nationale Militie,Vrijwilligers en Onwilligen.
De eerst zitting van de Militie-Raad in het 16. Militie-District zal op Maandag de 19e dezer plaatsvinden. Opgeroepen worden allen uit de gemeente die in het Register H zijn ingeschreven en zij die zich als vrijwilliger hebben aangegeven
De eersten worden in staat gesteld om hun redenen van verschoning bij te brengen, en de laatsten kunnen door de Militie-Raad worden geëxamineerd en goedgekeurd.
Etc etc.

Aan het Plaatselijke Bestuur van Arnemuiden Nieuwerkerke en Mortier in de provincie Zeeland

De Gouverneur van Zeeland
Schorer.


Middelburg den 12. Mei 1817
Ontvangen 14 Meij 1817

Door Z.M. een Commissie benoemd die belast is met het ontwerpen van een meer evenredige repartitie van de Grondbelasting en van de Personele en Mobilaire belasting, onder de verschillende Provincien van het Rijk
Er zijn de nodige “onderrigtingen”nodig hiertoe van de Gemeente. Als informatie wordt verzocht wil daartoe op de kortste termijn volledig medewerken.
Etc.

De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Schorer
Etc

Middelburg den 4e Junij 1817
Ontvangen: 5 Junij 1817

De Gouverneur van Zeeland heeft de eer UwEd hier nevens toe te zenden, de navolgende bij hem ontvangene Ordonnantien, te weten:
1 Ordonnantie geslagen door den Minister van Justitie den 20 maart 1814 No 4368 ten name van G. Meerman veerman te Arnemuiden f.2.65.
Met verzoek dezelve aan de belanghebbende uit te reiken, den ontvangst te willen accuseren

De Gouverneur voornoemd
Schorer

Middelburg den 14. mei
Ontvangen 14 Meij 1817
Onderwerp: Brandbluschmiddelen.

De aanmerkelijke gevolgen der brandschaden, welke gedurende den Winter in verscheidene Gemeenten van dit Rijk, door de gewoed hebbende Donderbuijen zijn veroorzaakt, en die veelal hunne kracht op Torens en Kerken hebben uitgeoefend, zouden in vele dier gemeenten, zoo betreurenswaardig niet zijn geweest, bijaldien de Brandbluschmiddelen zich in eene behoorlijke staat hadden bevonden.
De Besturen besteden te weinig zorg aan het in goede staat van onderhoud houden van de Brandspuiten.
Ernstige aanmaning om steeds toe te zien dat de Brandspuiten, eb de emmers en verder blusmiddelen in een goede en bruikbare staat worden gehouden.
Regelmatige inspectie en “beproevingen”nodig om ernstige gevolgen te voorkomen.

De Gouverneur van Zeeland
Schorer

Middelburg den 11e Junij 1817
Ontvangen: 12 Junij 1817
Onderwerp: Fournitures Legers

Tengevolge eenre kennisgeving van den Heer Intendant Generaal van Oorlog van den 30 Meij jl. heb ik de eer UEd: te informeren dat Z.M. bij dispositie van den 22, dezer heeft goedgevonden het tegenwoordig contract voor de algemeene leverantien van Levensmiddelen ten behoeve van Hoogstdeszelfs Armée met de aannemers Classen en Kupfer aangegaan dat met den laatsten Junij aanstaande zoude eindigen te verlengen tot den 1e November dezes jaars
De Gouverneur ven Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid
F. Ermerins
Lid van Gedeputeerde Staten

Middelburg den 25 Julij 1817
Ontvangen: 26e Julij 1817
De Gouverneur van Zeeland door middel van een courier heden morgen aangekomen in het zekere onderrigt zijnde dat Z.M. de Koning voornemens is om op aanstaande maandag den 28e dezer van Antwerpen herwaarts te vertrekken en zich eenige dagen in Walcheren op te houden, haast zich UEd. van deze zoo heugelijke tijding langs deze te informeeren opdat als in gereedheid zoude kunne zijn bij aldien Hoogstdezelve uwe plaats met een bezoek zoude willen verEeren, of door dezelve passeeren, ik verwijze UEd dien aangaande tot het geen deswegens bij vorige gelegendheid is gebruikelijk geweest en voorgeschreven.
Voor de Gouverneur afwezig
Van Doorn
Lid der Gedeputeerde Staten.

Middelburg den 1e Augustus 1817
Ontvangen: 2 Augustus 1817
Onderwerp: Komst van Zijne Majesteit

De Gouverneur van Zeeland op gisteren de officiële tijding ontvangen hebbende dat Zijne Majesteits reise herwaards is uitgesteld, omdat Hoogstdezelve voornemens is op den 8e dezer uit de Maze naar het Eiland Walcheren te vertrekken.
Geeft daar van bij deze kennis aan de gemeente Bestuuren in Walcheren.
Voor den Gouverneur afwezig.
Van Doorn
Lid der Gedeputeerde Staten.

Middelburg den 9. Junij 1817
Ontvangen: 16 Junij 1817

Gevraagd i.v.m. een meer geevenredigde repartitie van de Grondbelasting, Personele en Mobilaire belastingen, verlangen wij een nauwkeurige invulling van de bijgaande tabellen.
Wat de ongebouwde Eigendommen betreft: vermelding van de soort van producten die verbouwd worden en van “de meerder of mindere kostbaarheid”om de vruchten te verkrijgen en te gelde te maken.
Wat de gebouwde Eigendommen betreft: of de staat der huurwaarde van Gebouwen in de laatste jaren is verachterd en de voornaamste redenen daarvoor.
Opzending heel nauwkeurig binnen een maand etc.
De Gedep Staten van Zeeland
F. Ermerins
Vt
Ter ordonnantie van Dezelve
J. Snouck Hurgronje

Middelburg den 3. Augustus 1817
Ontvangen: 4 augustus 1817

De nevensgaande Staat betrekkelijk het getal Ingezetenen uwer Gemeente welke uit de Arme-kassen bedeeld worden, alsmede de onderscheidene klasse van bedeelingen met de meeste naauwkeurigheid zo spoedig mogelijk te doen geworden. Uiterlijk binnen 20. Augustus 1817
Van den Gouverneur van Zeeland afwezig
Van Doorn
Lid der Gedeputeerde Staten.

Middelburg den 29.Junij 1817
Ontvangen: 30 Junij 1817
Onderwerp: Nationale Militie, betaling
Huisvesting en voeding voor Lotelingen
Naar de Hoofdplaats op marsch.

1. de Gemeente besturen zullen kosten voor huisvesting en voeding in de gemeenten waar zij gedurende de mars overnachten voorschieten
2. De penningen zullen uit de Plaatselijke kassen op autorisatie van het Hoofd des bestuurs genomen worden en aan de geleider ter hand gesteld.
3. Bij genoten huisvesting en voeding in elk nachtkwartier geeft het Hoofd van de gemeente een quitantie volgens bijgaand model
4. bij thuiskomst wordt het overschot verrekend en weer in de plaatselijke kas gestort
5. Van de betalingen zal een declaratie in duplo gemaakt worden volgens model en aan de gouverneur ter visie gezonden worden.
6. De declaraties zullen dit jaar voor 1 september aan de gouverneur worden gezonden;
7. waarna het departement van oorlog de kosten zal restitueren.
Etc.Etc.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

Hierbij worden 3 modellen gevoegd.

Middelburg den 25 Junij 1817
Ontvangen: 30 Junij 1817

Bij de Circumscriptie der gemeenten tengevolge der Grondwet aan Z.M. voorgedragen, en door hoogstdenzelven over het algemeen goedgekeurd , is ook is ook in aanmerking genomen de verzoeken van diverse Gemeente Besturen, welke in de laatste jaren ten gevolge of onder de Fransche overheersching een gedeelte van derzelver Territoir verloren hebben.
Ter afdoening der uit dien hoofde aanhangige deliberatien, verlangt de heer minister van Binnenl: zaken te worden geinformeerd of het mogelijk zoude zijn, om tusschen de reclamerende regthebbende besturen en die waaronde thans het questieuse Territoir gerekend word, geene minnelijke Schikkingen daar over te maken zouden zijn, ten einde alzoo het bestaand verschil met wederzijds genoegen zoude kunnen worden uit de weg geruimd, often minsten eene decisie van Z.M. geprovoceerd, alvorens het eerstgemeld middel onmogelijk was bevonden.
Dit onderwerp zijnde commissoriaal gemaakt en onder de questieuse Territoiren behorende dat terrein hetwelk bij deformatie van het Cadaster van Middelburg van de Gemeente van Arnemuijden en Coudekerke bij eerstgemelde plaats is gevoegd, heb ik de eer, namens het besogne, UEd: te verzoeken , te willen beproeven, in hoeverre een diergelijk vergelijk tusschen UEd: en de Stad Middelburg, onder nadere approbatie mogelijk mogte zijn, in welk geval ik aan Burgemeesteren en Raden dier Stad verzocht heb mij van het resultaat met opgave van den voet en wijze te willen kennis geven, terwijl ik in het tegenovergestelde geval uwe afzonderlijk gevoelens over dat onderwerp zal inwachten, ten einde naar aanleiding van dezelve zoude kunnen beoordeeld worden wat in deze het meest billijk zoude zijn.
De Griffier der Staten van Zeeland
J. Hurgronje

Middelburg den 5 Julij 1817
Ontvangen: 7 Julij 1817

Ik heb de eer het Gemeente Bestuur van Arnemuiden Nieuwerkerke en Mortiere ingevolge Art.131 der wet op de Nationale Militie, kennis te geven dat de Militieraad in de provincie Zeeland hare derde Zitting tot onderzoek van Plaatsvervangers en tot regeling van nummerverwisseling zal houden op Donderdag den 17. Julij 1817 des morgens ten negen uuren in de Abdij te Middelburg
De Militie Kommissaris
In de Provincie Zeeland
H. Keijl

Middelburg den 9. Julij 1817
Ontvangen: 10 Julij 1817
Onderwerp: Bepaling nopens het
Ter invordering stellen der Kohieren

De Kohieren der Directe belastingen over 1817 voor de onderscheidene gemeenten in deze Provincie opgemaakt, en op heden door mij executoir verklaard zijnde, zullen eerstdaags door den heer Directeur dier Belastingen alhier, ter invordering worden geexpedieerd.
De belastingschuldigen moeten kennis hebben van hun schuld, nadat de Kohieren voor inning aan de ontvanger zijn overhandigd. Niet alleen de sommen waarvoor zij aangeslagen zijn, maar ook de termijnen waarin de deelbetalingen moeten worden gedaan, moeten op tijd door de ontvanger geincasseerd zijn.
Alle reclames wegens bezwaren tegen de aanslagen moeten 3 maanden na de dagtekening zijn ingediend etc etc
De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

Middelburg den 15 Julij 1817
Ontvangen: 16 Julij 1817

De OFFICIER bij de Regtbank van
Eersten aanleg, Zitting houdende te Middelburg.
Aan
Den Heer Burgemeester der Stad Arnemuiden


Mijn Heer!

Over den inhoud van UwEd Missive d.d. 28 April ll de gedachten van den Heer Prokureur-Generaal bij het HoogGeregtshof in ’s Gravenhage gevraagd hebbende, heeft zijn HEG: mij gerescribeert In manier als UwEd zien zal uit de kopij van ZHEG Missive hier nevens gaande en waartoe ik de eer heb mij te refereren.
Ontvang Mijn Heer! De verzekering van mijne bijzondere achting

Handtekening
Akkermans ?

Kopie

’s-Gravenhage den 12 Meij 1817

De Prokureur Generaal
Bij het Hoog GeregtsHof
Aan
Den Heer Officier bij de
Regtbank van eersten aanleg
Zitting houdende te Middelburg.

Mijn Heer!

Met terugzending der door UwEd aan mij gezonden missive van den Heer Burgemeester van Arnemuiden, heb ik de eer omtrent de daarbij gedane vraag aan UwEd. te rescriberen dat (mijnes inziens) ten gevolge der bepaling van art.77 van het Burgerlijk Wetboek, behalve in het geval der uitzonderingen uitdrukkelijk bij het Wetboek gemaakt, geene acte van overlijden in de registers van den Civielen Staat kan worden ingeschreven, ten zij er van het overlijden door het aanwezig zijn van het lijk zeker consteert, vermits bij het ontbreken van het lijk geen zoodanig zeker bewijs van den dood aanwezig is, dat daarvan eene acte in de Registers van den Burgelijken Stand, aan welke de Wet de kracht van volkomen bewijs heeft toegekend, kan opgemaakt worden.
Het is intusschen niet te ontkennen, dat in vele gevallen daardoor groote moeijlijkheden kunnen ontstaan, welke reeds bij de discusien van het Wetb. Zijn gevoeld, zoo als zulks blijkt uit de conferences du Code Civil tome i pag. 208 en 252 Malleville analijse raisonnée tom.i pag.107. en locré Esprit du Code Napoleon tom. 2 pag. 147 en 161; doch het schijnt dat men het destijds beter heeft geacht om de beoordeeling van de bewijzen, welke in zoodanige gevallen door de belanghebbende mogten worden aangevoerd, aan de Regtbanken over te laten, dan om daaromtrent vaste bepalingen bij het wetboek zelve te maken.
Hoezeer ik dus vermeen, dat van de in de missive van den Heer Burgemeester van Arnemuiden vermelde persoonen, zoo lang derzelven lijken niet worden gevonden en erkend, geene acten van overlijden in de registers van den Civielen Staat kunnen worden opgemaakt, is het mij echter voorgekomen dat naar aanleiding van het advies van den Staatsraad van den vierden Thermidor 18. jaar het voor de kinderen der overledenen van belang zoude kunnen zijn om van het verongelukken van het vaartuig waarop zich hunnen Vaders hebben bevonden, eene acte van notoriteit , zoo als dezelve bij art. 72 vermeld is, te doen opmaken en ter homolegatie aan de Regtbank te presenteren. Waartoe bij verloop van tijd welligt in het vervolg de benoodigde getuigen zouden kunnen ontbreken ; terwijl voor de Huisvrouwen der verongelukte Persoonen indien dezelve in het vervolg een tweede Huwelijk mogten willen aangaan, mijns inziens geen ander middel overig is dan om zich in dat geval aan den Souverein te adresseren, en met overlegging van notoriteit Zijner Majesteit auctorisatie op den Ambtenaar van den Burgelijken staat te verzoeken, tot het admitteren dier vrouwen, om een ander huwelijk aan te gaan..
Ik heb de eer met alle hoogachting te zijn
De Prokureur Generaal voornt.
A.W. Philips

Voor Kopij Conform
De Officier bij de Regtbank van Eersten
Aanleg zitting houdende
Te Middelburg

Akkermans.

Middelburg den 16 Julij 1817
Ontvangen: 17 Julij 1817
Onderwerp: Militaire sustentatie

Naar aanleiding van de Missive van Zijne Excellentie den Heer Staatsraad Intendant Generaal van de administratie van Oorlog, van den 24.Junij ll, heb ik de eer Ulieden kennis te geven, dat het ZIJNE MAJESTEIT bij Hoogstdeszelfs dispositie van den 15. dezer no. 149 behaagd heeft, den termijn voor de verhoogde vergoeding van vijftig cents per Man daags voor huisvesting en voeding van marscherende troepen, zoo van Zijner Majesteits Armée , als van die der verbondene Mogendheden, binnen alle de Provincien van het Rijk, tot en met den 30. September aanstaande te verlengen.
De Gouverneur van Zeeland.
Schorer

Middelburg den 16 Julij 1817
Ontvangen: 17 Julij 1817
Onderwerp: Terugzending
Van executoir verklaarde
Kohieren

De Gouverneur van Zeeland retourneert hier nevens aan de Heer Burgemeester van Arnemuiden het door hem executoir verklaarde kohier van den Hoofdelijke omslag zijner gemeente voor 1817 welke zijn Ed. hem ten dien einde bij Missive van den 31 Meij laatstleden hadt toegezonden
De Gouverneur voornoemd
Schorer.

Middelburg den 20. Julij 1817
Ontvangen: 21. Julij 1817
Onderwerp: Boeten rustende Schutterij

Het provenu der boeten, bij de rustende Schutterijen geïncurreerd, zal in de Gemeente kassen worden gestort etc. etc.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer


Middelburg den 27. Julij 1817
Ontvangen: 4 augustus 1817
Onderwerp: Nationale Militie.
Verzameling der manschappen

De tweede verzameling en afgifte der Manschappen uitmakende het kontingent dezer Provincie door mij op den 14 augustus zijnde bepaald, zoo bekoomt UE. Hiernevens ingevolge art. 149 der Wet de oproepingsbilletten voor No.5 der 1 Cl en1 der 2. Clss zijnde de laagste door den Militie-Raad tot den dienst gedesigneerde in uwe Gemeente.
Wilt U dit ter kennis stellen aan belanghebbenden: dag en uur van vertrek; 14 augustus ’s morgens om 9 uur het kontingent van de gemeente overgeven.
Het buitengewone kontngent moet geleverd worden, door die Gemeente alleen (bij combinatie), uit welke de te vervangene Loteling ontbreekt, en dat dus na de oproeping van het gewonen kontingent, niet het eerst volgende per se word opgeroepen, maar dat, hetwelk aan iemand uit die Gemeente is te beurt gevallen, welke het buitengewoon kontingent leveren moet.
U ontvangt mits deze nog de lijsten der vrijgestelden in uwe gemeente , welke krachtens art. 150 der Wet , op de twee eerstkomende Zondagen door U openlijk moeten worden afgelezen en verder bij aanplakking ter kennis van Uw Ingezetenen moeten worden gebracht………………………………………………………………………………………………………………………

Ik noodig UEd: mede uit op het Extract dat voor ieder Man uit den Staat DD. Moet worden opgemaakt, te willen aanteekenen, zoo dezelve wegens hoofdzeer heeft gereclameerd.
Wat betreft de geremplaceerde of gesubstitueerde zullen dezelve wel worden opgeroepen, doch in de Staat DD. Op de 3. kolom zal niet hunnen Naam maar die hunner Plaatsvervangers of Substituanten worden gesteld, terwijl hunne Namen in de 8. kolom zullen worden geplaatst,
Etc. etc.
Voor den Gouverneur van Zeeland afwezig
Van Doorn
Lid der Gedeputeerde Staten

’s Gravenhage, den 4 augustus 1817
Ontvangen: 11 augustus 1817

Overeenkomstig het door U Wel Ed. daar toe gedaan verzoek en het besluit van Zijne Majesteit, bij den Hoogen Raad van Adel opgemaakt zijnde, de akte van confirmatie nopens het voeren van een wapen, heb ik, als door gemelden Hoogen Raad daartoe gautoriseerd de eer, dezelve akte aan U Wel Ed. nevens dezen te doen toekomen, met informatie, dat de door Zijne Majesteit daarvoor bepaalde, taxe en leges te samen bedragen de somma van vijftien Gulden

De Secretaris van den Hoogen Raad
Van Adel

De Wacker van Zon

Middelburg den 7 Augustus 1817
Ontvangen: 12 Augustus 1817
Onderwerp: afgifte certificaten

Overeenkomstig eene Missive van het Departement van Binnenlandsche zaken van den 17 dezer, vind ik mij verpligt ulieden aan te manen, om niet zoo als reeds in eene Gemeente is geschied, uit inschikkelijkheid of eenige andere redenen eenige certificaten af te geven, waarin het verklaarde aan ulieden niet zal gebleken zijn de wezentlijke waarheid te wezen; maar daarentegen in de afgifte van dien alle naauwkeurigheid en naauwgezetheid te bezigen, ten einde door ulieden geene verkeerde verklaringen worden afgegeven, en alzoo op ulieden toepasselijk gemaakt de Strafbepalingen op zoodanige misdrijvers bij de wetten voorgeschreven.
Voor den Gouverneur van Zeeland afwezig
Van Doorn
Lid der Gedeputeerde Staten

Middelburg den 16 Augustus 1817
Ontvangen: 21 Augustus 1817

Zijne Excellentie de Algemeene Secretaris van Staat, mij toegezonden hebbende, de Memorie van het verschuldigde voor de Staatsbladen, over het 1e en 2e Kwartaal dezes Jaars, zoo blijkt daaruit dat het aandeel van elke Gemeente in deze onkosten eene somma van f. 3. 70 ct bedraag.
Ik verzoek UE. Zorg te dragen, dat deze som, zoo dra mogelijk, immers binnen de veertien dagen, ter Provinciale Griffie worde voldaan
De Gouverneur van Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid
Van Doorn
Lid der Gedeputeerde Staten.


Middelburg den 25. November 1817
Ontvangen: 27 November 1817
Onderwerp: Aanschrijving om kennis
Te geven van het overlijden van
Gepensionneerde Officieren en Matrozen van de
Marine

Achervolgens eene bij mij ontvangene uitnodiging van het Departement van de Marine van den 11. dezer maand, heb ik de eer UE. Aan te schrijven, om onder de opgaven, die UE. naar luid der Missive van den Gouverneur dezer Provincie van den 18. Augustus 1816, aan Zijn Hoog Ed. Gestr. van alle sterfgevallen van gepensionneerde Militairen behooren te doen, in het vervolg, ook te begrijpen, de gepensionneerde Officieren en Matrozen van ZIJNER MAJESTEITS Zeemagt
De Vice-President der Gedeputeerde Staten van Zeeland
Gouverneur ad interim
Van DOORN

Middelburg den 12 September 1817

Om de voldoening te verzekeren van het door U verschuldigde wegens Zegelgelden voor de Registers van den Burgerlijken Stand over 1817, heb ik volgens gewoonte den Heer Ontvanger Particulier van Uw District met de inzameling dezer gelden belast.
Te gelijkertijd heb ik ook vermeend orders te moeten stellen op de inning der Druk-, Bind- en Transportkosten, door Uw E.Gemeente voor evengemelde Registers verschuldigd.
Het bedrag van deze Kosten voor Uw E. Gemeente is:
Voor Zegel f. 21.25
Voor Druk-Bind-en Transportkosten 7.30
Ik verzoek Uw E. ieder der voornoemde Montanten ter genoemde Plaatse voor den 15 October aanstaande te voldoen, en vertrouw dat door Uw E. hieraan stiptelijk zal worden beantwoord.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

Middelburg den 18 September 1817
Ontvangen: 24 September 1817
Wij zenden UEA hierbij een rekwest van C. de Jong aan Z.M. om zich onder genot van tractement als Chirurgijn te Arnemuiden te etablisseren met verzoek ons des aangaande zoo spoedig mogelijk te dienen van berigt en advis.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Van Doorn
Ter Ordonnantie van dezelve
J. Hurgronje.

Middelburg den 2. October 1817
Ontvangen: 6 October 1817
Ik heb de eer bij deze aan UEd kennis te geven dat het ZIJNE MAJESTEIT heeft behaagd, mij, op mijn verzoek, te ontslaan als Gouverneur der Provincie Zeeland.
Ik kan niet nalaten, deze kennisgeving te doen vergezeld gaan van mijnen welmeenenden dank voor de medewerking, die ik van UEd in mijn voornoemde betrekking heb mogen ondervinden, alsmede van de opregte verklaring dat die betrekkingen, mij steeds eene even aangename herinnering blijven zullen, als mij de wijze waarop dezelve bestonden eene aangename ondervinding was.
De Gouverneur van Zeeland
Schorer.

Middelburg den 5. October 1817

De betaling van 50 Cents per Man daags voor huisvesting en voeding van marscherende Troepen wordt nog slechts verlengd tot 31 oktober.
Vanaf dat moment geldt niet meer dan de gewone indemniteit van 35 Cents.
De Vice President der gedeputeerde Staten van Zeeland
Gouverneur ad interim
Van Doorn

Aan de WelEdele Heeren, Burgemeester
En de verder leden der Regeering
Te Arnemuiden.

Mijne Heeren!

Wij nemen de vrijheid aan uwe vergadering eenen Staat der Diakonie-kas in te zenden van den eersten Ja. Tot den laatsten September 1817: met droefheid zien wij op de weinige penningen neer, en dan het vreesaanbrengende vooruitzigt eener naderenden winter, alleen de volle overtuiging, de weldadige voorzienigheid heerscht, geeft ons moed.
Daar nu uit nevensgaande rekening blijkt dat er geen elf gulden in de armenkas is, zoo volgt, dat de diakonen, met den besten wil, buiten de mogelijkheid zijn om voorschotten te doen ten behoeve van Adriana Adriaansche de Ridder, welke haar verstand verloren heeft: wij hebben ja, met toestemming van uwe vergaderinge in deze gemeente op den 28sten September l:l: eenig geld aan de huisen der inwoonders ingezamelt, dat bedraagt de zom van twee en dertig gulden.
Maar hoe zeer ons dit bewijs van christelijk medelijden verblijden, dat geld zal niet toereikend zijn om de vereischt wordende benoodigdheden voor de ongelukkigen vrouw aan te koopen- wij vinden ons daarom gedrongen aan de regeering te verzoeken schriftelijke inwilliging om voorschot van zoo vele penningen, als er zullen noodig zijn ter bekoming van die goederen, welke er gevordert worden ter inneming van de lijders in het simpelhuis.
Daar bij verzekering dat door uwe geldelijke voorzieningen de diakonen in staat zullen gesteld worden om alle 3 maanden de kostpenningen voor de beklagenswaardigen vrouw te kunnen betalen, door ons hier op met Uwl antwoord te vereeren zal uwe vergadering zeer verpligten Een die zich met achting noemen
UwelEd: DW Dienaren
P.Hondius V:D:”M:
Jan ??
Cornelis Meerman
Arnemuiden den 5 October 1817
P.S.
Na alles op het zuinigst berekend te hebben zullen diakonen boven de ingezamelde penningen nog veertig gulden noodig hebben om de benoodigde zaken aan te koopen, welke wij verzoeken dat UEd aan den tijdelijke dispencies Cornelis Meerman ten eerste zullen bezorgen: wij zenden hier nevens een brief van den heer Abrams en eene lijst der gevorderde goederen, welke beide wij terug verzoeken indien UEd: een onzer wil spreken, wij zijn gereedt blijven U:S:

Middelburg den 6. October 1817
Ontvangen: 8 October 1817

Ingevolge het besluit van de Koning van 20.Junij 1817 zal 2% van de inkomsten van de gemeente ter beschikking staan van de post onvoorziene uitgaven ter beschikking van het algemeen bestuur.
Dat geschiedt slechts met bijzondere of algemene auctorisatie van de Koning en nimmer tot uitgaven welke vreemd zijn aan de Gemeente
De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Van Doorn
Ter ordonnantie van Dezelve
J.Snouck Hurgronje

Serooskerke; Den 10 October 1817
Ontvangen: 13 October 1817

Ten gevolge eener ontvangene Order op order van den Luitenant Collonel van ‘t 2e Batt: Schutterij in Zeeland inhoudende eene invitatie om mij (tot completering van de ontbrekende manschappen bij mijne Compagnie) te adresseeren aan de gemeente besturen waar uit mijne Compagnie geformeerd is, om door dezelve een nominative opgaaf te ontvangen van de Persoonen ingevolge art: 4 der wet op de Schutterijen van 27 Februarij 1815 No 193 in de termen der Schutterij vallende en op het daar toe ingericht Register voor den1e Junij gebragt, heb ik de eer UEd: te verzoeken hier aan ten spoedigsten te willen voldoen ten einde ik voorts in staat ben om die Persoonen ingevolge de last op mij verstrekt voor den Krijgsraad te roepen, en geene redenen van vrijstelling hebbende en geschikt tot den dienst daar toe----------------------------------------------------------------------------------------
Te designeren-------------- verzoekende mij tevens opgave te willen doenvan de Personen die thans Schutters zijn onder Uwe Gemeente en in de termen vallen van ontslag te kunnen erlangen met omschrijving van de redenen waarom.

De Kapitein der 5e Comp.
2e Batt: Schutterij
J.H Liebert

Middelburg den 18 October 1817
Ontvangen: den 20e October 1817.
Het is mij bekend dat de opneming der Rekening van den Opperstrandvonder Bewesten Schelde nopens het over eenigen tijd op den Banjaard gestrandde schip door tusschenkomende omstandigheden bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken eenige vertraging heeft moeten ondervinden dan, daar deze hindernissen naar ik vermeen zijn uit den weg geruimd zal deze zaak zoo ik vertrouwe als nu spoedig afloopen, en de uitbetaling van het loon der visschers waarover UEd mij bij missive van den 10e dezer onderhouden hebt, weldra kunnen plaats hebben.
Ik heb gemeend UEd zulks in antwoord op dezelve missive en tot uwe geruststelling te moeten mededeelen.
De Vice President der Gedeputeerde Staten van Zeeland
De Gouverneur ad interim
Van Doorn

Middelburg den 21. October 1817
Ontvangen: 23 October 1817
Bespoediging der Instructie
Van Reclames en
Staten oninbare Posten

De Zetters van de diverse gemeenten moeten snel de nodige maatregelen nemen om de aanhangige Reclamtien en de Staten van oninbare Posten dadelijk bij den Controleur van het Ressort in te dienen ten einde er na advies ook van de Directeur aan de Gedeputeerde . Staten de beslissing zal kunnen worden overgelaten.en gedaan.
De Vice-President der Gedeputeerde Staten van Zeeland
Gouverneur ad interim
Van Doorn.

Middelburg den 25 October 1817
Ontvangen: 30 October 1817

Extract uit het Register der Besluiten
Van den Gouverneur van Zeeland

DE GOUVERNEUR
Gezien de aanschrijving van de Minister van Financiën de dato 20 Augustus 1817 no.4, ter voorziening in de benoeming der Heeren Zetters in deze Provincie over den Jare 1818.
BESLUIT:

Tot Zetters voor de Belastingen over den Jare 1818 worden benoemd:
In het District Walcheren
Voor de Gemeente Arnemuiden Nieuwerkerk& Mortier
De Heeren
Jannis de Marée
Paulus de Meulmeester
Jan Bernard Joose
Pieter Bogert
Janis den Hamer
Gedaan te Middelburg den 25.October 1817
De Vice-President der Gedeputeerde Staten
Gouverneur ad interim
Van Doorn
Voor eensluidend Afschrift
De Griffier der Staten
J. Hurgronje.

Middelburg den 27e October 1817
Ontvangen: den 3 Novb: 1817

Dan UEd: niettegenstaande den inhoud der Koninglijke Besluiten dat is 18 Februarij 1814 en 30 April l.l. no 19 en onder aanschrijvinge van den 4e September 1815. en aan ons nog niet hebben ingezonden UEd: afzonderlijke opgave der gevestigde schulden met eene voordragt tot kwijting derzelve welke ten laste uwer Plaats over 1814 en vroeger Jaren nog bestaan, vinden wij ons verpligt UE: bij deze ernstiglijk aan te schrijven, om dit als nog onverwijld , immers voorden 20e november aanstaande te doen, en daar bij tevens in aanmerking te nemen,dat kragtens art,18 van het Koninglijk Besluit van 18 februarij 1814 bij de voorschreve voordragten ook moet worden geattendeerd op de schulden der armbestuuren en andere tot UEd: plaats behoorende administratien.. Daar niet dan om zeer bizondere en dringende redenen eenig verder uitstel kon worden toegelaten, word UEd: aangemaand den voorschreven opgaven niet later dan den bepaalden tijd in te zenden, daarom onverminderd onze nadere dispositie, het voorscheve Koninglijk besluit van den 30e April l.l., alle nadeelige gevolgen, uit een langer verwijl voortspruitende voor UEd personeele verantwoordelijkheid moet worden gelaten.

De Gedeputeerde Staten van Zeeland

Van Doorn
Ter ordonnantie van deze
J.Hurgronje.

N.B. Hier wordt in figuurlijke zin het mes op de keel van het bestuur van Arnemuiden gezet. Nu gouverneur Schorer zijn ontslag heeft ingediend is er sprake van een andere toonzetting en een meer harde aanpak . Of het bij het bestuur van Arnemuiden heeft gewerkt: van een kale kip kan men geen veren plukken en tegen passieve weerstand kan een autoritair bewind in de vorm van een Koninklijke Besluiten beleid weinig resultaat verwachten, niet alleen in Arnemuiden, maar ook stellig elders. Het is duidelijk dat naast de vakbekwame secretaris C. D. Baars er te weinig even vakbekwame ambtenaren aanwezig waren om Baars te ondersteunen.
Trouwens na de inlijving binnen het keizerrijk Frankrijk en ook onder de autoritaire koning Willem I is de administratie voor de diverse gemeentebesturen veel ingewikkelder en ook ondoorzichtiger geworden door willekeurige en soms ondoordachte besluitvorming en is er bijvoorbeeld bij de Nationale Militie sprake van een chaotische toestand.


Breda 30 October 1817
Ontvangen: 3 November 1817

Daar den Persoon van Nicolaas Gillisse soldaat onder mijne Compagnie voorledene Jaar met Groot verlof naar Huijs in Uwer Gemeente is gekoomen, en onder dien tijd volgende aanschrijving van den Provinciaal Commandant denselven aldaar is overleeden, waarom ik van UwEdele, verzoek zijne ransel als ook de Monstering stukken zo spoedig mogelijk aan mij franco te willen doen zenden, zoude anders genoodzaakt sijn om hierover een Proces Verbaal te Produceeren, en om dese onaangenaamheide van beijdersijds voor te koome verzoek ik UwEdele zo spoedig mogelijk deselve te zenden, terwijl ik anders mijne verantwoording niet sluijten kan.
De Kapitein Kommanderende
De 3e Kompagnie van het
Bat. Inf. Nat. Mil: No 16

Van Son

Middelburg den 30. October 1817
Ontvangen: 3 November 1817
Onderwerp: toezending Exemplaren

Ik heb de eer UWEd: hier nevens te doen toekomen,twee exemplaren van de voorwaarden op welke de Leverancie van Levensmiddelen en voeder ten behoeve van Z.M. Landmagt van den 1e November 1817 tot en met 31e October 1818 aan G. de Gent te Delft is aanbesteed.
Eerlang hoop ik UWEd: tot Supplement dier voorwaarden te kunnen doen toekomen de reglementaire bepalingen door de algemeene Intendance van Oorlog op de rigtige prestatie der voorn: Leverancier gemaakt, daar UWEd: bespeuren zal dat in de gezegde voorwaarden geen andere verordeningen voorkomen,als die welke tot de onderlinge verpligtingen van den aannemer en het Gouvernement betrekking hebben.
Terwijl ik Uw ED: hierbij nog moet informeren dat de voorz: Reglementaire bepalingen geene verandering zullen te weeg brengen,in de bestaande modellen en vereischten van bons voor de uitdeeling van Levensmiddelen en voeder, evenmin als in de bekende samenstelling des rations en tarieven van uitdeeling; zullende daarbij ook het voorgeschrevene omtrent de Inspectien der magazijnen van Subsistentien,de keuringen, confiscatien etc worden gemaintineerd.
De Vice President der Gedeputeerde Staten
Van Zeeland, Gouverneur ad interim
Van Doorn

Middelburg den 5. December 117
Ontvangen : 6 December 1817
Onderwerp: Instructie

Ik heb de eer UEd: hiernevens te doen toekomen één Exemplaar der bij mijne missive van den 29e October j.l. no 2501 vermelde Instructie door de algemeene Intendance van Oorlog opgemaakt, ter regelmatige uitvoering van de bepalingen en voorwaarden van het Contract van aanbesteding der leveranciers van levensmiddelen en Fourage voor ’s Konings Armee , aanvang genomen hebbende met den1e November j.l. en eindigende met den 31 October 1818, het welk ik UEd: bij mijne bovengem: missive deed geworden, terwijl ik bij deze UEd. De stipte nakoming dezer instructie allezins aanbeveele

De Vice President der Gedeputeerde
Staten van Zeeland, Gouverneur ad interim
Van Doorn

WelEdel Heer!
Ontvangen: 8 Decb: 1817

Eensgezindheid is in alle omstandigheden verkieselijk, en geeft kracht aan onderlinge maatregelen mede te werken, waarrust en welvaren, onder en voor de inwoners van deze Stad, is eene aangename pligt voor de kerkenraad van Arnemuiden; wij vonden ons vereerd door het vertrouwen hetwelke UE daaromtrend voor onze vergadering koestert, en zijn voornemens Uwe verwachting geenszins te leur te stellen; ook in alles, wat onderling genoegen en onzen gezegenden godsdienst bevorderen kan,, maken wij op uwe welwillendheid rekening, daar wij UE gelukwenschen met het U vereerend bewijs van het Gouvernement, waardoor UE tot Burgemeester bij vernieuwing zijt aangestelt, wij danken U voor deze kennisgeving,wenschen U en de uwen Gods beste zegen, geloof in den Heiland, en noemen ons met behoorlijke achting
UWelEdele DW Dienaren
Uit naam van den Kerkenraad
P.Hondius V:D:M:

Middelburg den 6 December 1817
Ontvangen: 8 Decb: 1817
Onderwerp: Rekwest J.C. de Bruijn

Ik heb de eer UWEd:bij deze toe te zenden het nevensgaande aan mij gepresenteerde Rekwest door den Heer J.C. de Bruijn, met verzoek, om mij uw berigt deswegens onder terugzending van het Rekwest te doen toekomen.

De Vice President der Gedeputeerde
Staten van Zeeland Gouverneur ad Interim

Van Doorn
N.B. Het request is helaas uit de aard der zaak in dit inventarisnr.niet aan te treffen

Middelburg den 12e . December 1817
Ontvangen 13Decb: 1817

Veere den 12 Januarij 1818

Mijn Heer

Ik heb de eer ter voldoening aande aanschrijving van den Heer van Doorn Gouverneur ad Interim, van den 12 december l.l.UEd hiernevens te zenden.
Eene lijst bevattende de pointen verlangd bij evengemelde Missive.
Ten tweeden twee gespecificeerde dwangbevelen van de Deurwaarders in hoe verre zij wel de procedures tegen de belastingen en het Kustwagters geld gevorderd zijn.
En ten derden twee declaratien van gemeriteerd salaris van gemelde Deurwaarders.
Vertrouwende bovengemelde stukken UEd in Staat zullen stellen om aan het verlangen van den Heer Gouverneur te kunnen voldoen. Zo teekene mij met alle agting.
UEdDW Dienaar

Boddaert.

Middelburg den 12e. December 1817
Ontvangen: 13 Decb: 1817
Onderwerp: Achterstallige kustbewaarders
Gelden.

Het heeft mij bij den ontvang van UEd’s Missive van den 4e December l.l.noodwendig moeten bevreemden daaruit te vernemen dan van de f. 1696:67 ½ c welke voor kustbewaarders gelden uwer gemeente in 1814 nog te betalen waren, niet meer dan f.21—zouden zijn geïnd ; dit doet mij vermoeden dat door den Ontvanger niet alle die pogingen tegen de gegoede contribuabelen zijn aangewend welke hem achtervolgens het Besluit van den Gouverneur der Provintie in dato 11 Januarij 1815 tot recouvre der door hen verschuldigde aanslagen waren aanbevolen: en volstrekt onvermijdelijk schijnen om de zoo deugdelijke praetensien der geweze kustkannonniers overeenkomstig Z:M: besluit van den 10e October 1814 geheel aan te zuiveren.
Ik verlang derhalven dat UEd zich dienaangaande door uwen plaatselijken Ontvanger nauwkeurig doet onderrigten, en hem gelast onverwijld een Lijst te formeren inhoudende :
1e de namen der Contribuabelen
2e derzelver bedrijven
3e derzelver aanslagen
4e de betaalde aanslagen
5e de onbetaalde aanslagen
6e de aangewende vervolgingen
Verder is mijne begeerte dat UEd: deze lijst na dezelve naar behooren nagezien en opgenomen te hebben, onverwijld dan opzendt met eene getrouwe en onpartijdige opgave van de slagen welke UEd: in gemoede zult vermeenen dat volstrekt wegens de armoedige toestand der debiteuren oninbaar zijn.
Door deze inlichtingen gemunieerd (gesterkt in mijn mening) , zal ik tot eene betere verdeeling dezer zaken in staat zijn; en UEd: nader mijn opinie kunnen mededeelen omtrend het emploij der Gift door Z:M: verleend wiens bedoeling daarmede geenzins geweest is de meer vermogende te bevrijden van eene deugdelijke door hen verschuldigde praetensie.
De Vice-President der Gedeputeerde Staten van Zeeland
Gouverneur ad interim

Van Doorn

Middelburg den 13. December 1817
Ontvangen: 15 Decb: 1817
Onderwerp Nationale Militie Ligting 1818.

Herinnering aan de volgende bepalingen:
1. Van nu af aan dient te worden omgezien naar vrijwilligers, tot verkrijging van welke bij Zijner Majesteits Besluit van 6 Maart laatstleden dertig Guldens voor ieder is toegestaan.
2. De Triple Lijsten met bijvoeging van de Attesten en Certificaten moeten vóór 5 februari bij inkomen.
3. De aanvraag tot vrijstelling van reeds dienende, bij de plaatselijke besturen ingeleverd, moeten vóór 15 januari worden opgezonden met de consideratien van het Plaatselijk bestuur
4. van den 1.Januarij tot den 15. moeten alle Manspersonen,welke in het Jaar 1799 zijn geboren, worden ingeschreven, en vóór dien tijd bij Publicatie daartoe opgeroepen.

6.Op den 20. Januarij wordt het Inschrijvings-Register gesloten
7. Binnen de eerst daarna volgende acht dagen, worden zij, die zich niet hebben doen inschrijven, opgespoord, en ontdekt zijnde, op het Register H gebragt, alsmede aan het einde der Inschrijvings-Lijsten geplaatst.
8. Vervolgens wordt uit het Inschrijvings-Register en het Register H een Alphabetische Lijst geformeerd.

Nadat dezelve is opgemaakt en gesloten worden aan het einde derzelve uit de Alphabetische Lijsten van het vorige Jaar, in de volgorde hunner trekkings nummers gebragt, alle in het vorige Jaar voor één Jaar vrijgestelden, zonder onderscheid tot welke klasse zij behooren.
De Alphabetische Lijst wordt stiptelijk vóór den eersten Februarij aan mij opgezonden ook het register H en verder naar de Militie-Commissaris.
10. In de eerste Zitting van de Militie-Raad, welke vóór of op den 9. Februarij 1818 en volgende dagen zal plaats hebben, zullen moeten verschijnen:
1. De op het Register H gebragte
2.De vrijwilligers .
3. Alle de voor één Jaar vrijgestelden, welke de voortduring hunner redenen van vrijstelling moeten aantoonen.
Opletten dat de Certificaten, Extracten der Registers van den Burgelijke zonder zegel moeten worden afgegeven.
De getuigschriften voor Plaatsvervangers niet anders dan gezegeld en geregistreerd mogen worden uitgereikt
Dat waar de Wet de begeleiding van een Lid van het het Gemeente Bestuur vereischt, het niet voldoende is een Veldwachter te zenden.
Zo spoedig mogelijk een voordracht van 2 leden tot het tekenen en afgeven van certificaten met handtekeningen
Etc.Etc.

Middelburg den 17 December 1817
Ontvangen 18 Decb. 1817
Wij zenden U Ed: hiernevens twee Exemplaren der bij ons op den 16 December 1816 gearresteerde Plaatselijke Rekening van Arnemuiden over den jare 1814 met verzoek om één derzelve, en wel het gezegelde , aan den plaatselijken Ontvanger te willen doen geworden.

De Gedeputeerde Staten van Zeeland

Van Doorn
Ter ordonnantie van Dezelve
J. Hurgronje.

Extract uit hetVerbaal van Hun Edele Groot Achtbare de Heeren Gedeputeerde
Staten der Provincie Zeeland.

Maandag den 15. December 1817

De President overlegd hebbende eene Missive van den Burgemeester van Arnemuiden van den 10.December jl:
Is ingevolge het daarbij gedane Verzoek en uit aanmerking van de daarvoor bijgebragte redenen goedgevonden den gemelden Burgemeester bij Extract derzelven en geleidende Missive te autoriseren zo als geschiedt bij deze, om het Ponte Veer van die plaats op het Nieuwland onder de hand voor den tijd van een Jaar te mogen verpachten of wel hetzelve te doen becollecteren op zodanige voorwaarden als ten meesten voordeele van die Gemeente zal kunnen geschieden, onder Verpligting evenwel om in het eerstgemelde geval de nadere approbatie dezer Vergadering daarop te verzoeken.
Accordeert met Voorschreve Verbaal
Voor zoo veel het geëxtraheerde aangaat.
De Griffier der Staten
J. Hurgronje

Veere den 28 December 1817
Ontvangen: 31 Decb. 1817

Een besluijt van Zijne Majesteijt in dato 6 Julij dezes Jaars bepaald dat de Ontvangers der Directe belastingen thans Ontvangers der Gemeente zijnde mogten verlangen van de waarneming der Gemeente Ontvangst ontheven te worden zich binnen den tijd van zes Maanden na de dagteekening van het tegenwoordig besluijt het verlangde Ontslag behooren te worden verleend. En gebruijk makende van de bij evengemelde besluijt mij toegekende vrijheid zo verklaare tegen den bij vorengemeld vastgestelde tijd mijn post als Stedelijke Ontvanger van Arnemuijden neder te leggen met verzoek dat UEd: tegen die tijd in die post gelieven te voorzien.
Den Stedelijke Ontvanger
Van Arnemuijden
Boddaert.



ONGENUMMERDE STUKKEN

EXTRACT uit het Verbaal van Hun Edele Groot Achtbare
De Heeren Gedeputeerde Staten der provincie Zeeland.

Donderdag den 30e Januarij 1817

Is gelezen eene missive van den Burgemeester van Arnemuiden van den 24 Januarij ll ter approbatie inzendende het vernieuwd contract tusschen het Gemeente bestuur der gemelde plaats en de ambachtsheeren en Vrouwen van het Nieuwland, wegens het gebruiken van een dam op den Nieuwlandsche wal ten behoeve van het ponte veer aldaar.
Is het zelve goedgekeurd, en zal daarvan bij Extract dezes en geleidende missive onder retour van gemelde contract aan den provisionele Burgemeester van Arnemuiden worden kennis gegeven.-
Accordeert met het voorschreven Verbaal voor zooveel het geëxtraheerde aangaat
De Griffier der Staten
J. Hurgronje

Middelburg 21 Februarij 1817

Neme de vrijheid UwelEd: achtb: nevens gevoegde kwitantien en doubles ten behoeve van de Grensjagers Nicolas Antis en Gerlach Thielman benevens K. Flink veldwachter uwer gemeente wegens arresteren van Jan van Houte en Bernardus Ansems te zenden met sollicitatie die door de Belanghebbenden te doen tekenen, hunne handtekening te legaliseren en het en het beloop bij mij te doen ontvangen.
De Auditeur Militair
In het prov; commandement van Zeeland

Van de Kreke

25 Februarij 1817
Aan den Provisioneele Burgemeester der stad Arnemuiden.

Mijn Heer!

De gelukkigste eensgezindheid heerscht onder de leden van den kerkeraad, die dan ook gemeenschaplijk in alle voorkomende gevallen handelen, waarom de diakonen het zich tot eene aangename pligt rekenden om UEd: aanschrijving van den 17 Febr: l:l: in de vergadering voor te lezen.
Uit den inhoud zagen wij met groote verwondering en met onaangename ontwaarwordingen, dat onze maatregelen om in de nooden onzer behoeftigen te voorzien UEd goedkeuring niet wegdragen, wij menen dat het regt is deze onze handelwijs te verdedigen.
1. Niemand onzer kende eene wet, waardoor het Hooge bestuur het doen van buitegewoone collectens zonder goedkeuring van den plaatselijke Burgemeester verbiedt; gesteld zij bestaat; dan zelfs komt het ons voor, dat onze omstandigheden eene uitzondering maken, op den algemeenste regel om deze redenen.
- een wet van dien aard kan niet wel in hare geheele uitgebreidheid werken, immers wij twijffelen er niet aan de bedelarij zal wel verboden zijn, en intusschen komen er dagelijks arme menschen uit onze en andere plaatsen om een aalmoes, is dit geen collecte? En wij zien niet, dat zulks gestuit werd.
= Het komt ons aanneemlijk voor, dat de wet tegen het vermeenigvuldigen van collectens wel bijzonder doelen zal op vreemdelingen, die met waar of valsche getuigschriften voorzien, penningen komen inzamelen.
2. Maar gestelt , de wet verbiedt het doen van collecten aan plaatselijke armverzorgers, dan nog kon men ons oogluikende hebben laten begaan- om deze redenen
 alle wetten zelfs omtrend het armbestuur worden hier niet in werking gebragt, dan immers moest er buiten de diakonen, een bijzonder collegie bestaan van algemeene weldadigheid, welke er in geal wij het niet langer kunnen volhouden, door ons moeten gevordert worden
== ook UEd is het zeer wel bekend, dat, door de ziekte van den predikant, zondags maar eens gepredikt wordt, en er de helft minder dan gewoonelijk gecollecteerd;
== UEd. Is nagenoeg zoo bekend met Staat der Arme kas als de kundigsten onzer, jaarlijks zenden wij een lijst van de inkomsten en uitgaven aan U op, en doen wij rekening ten overstaan eener commissie uit den regeering, en UEd. Zij ter meest zoo niet altoos bij-het heeft ons bevreemd, dat UE alweer een Staat wilde hebben..
== dat er immer een zoo gezegd verzoek aan de regeering geschied is om een veertien daagschen collecte doen, weet niemand onzer.
Wij ontveinsen het niet, dat het ons vookomt, de Burgemeester had wel een der diakonen bij monde kunnen onderrigten: in waarheid de taak van armverzorgers is hiermoeilijk genoeg zonder bijkomende bezwaren- ieder weet de armoede is hier groot en de inkomsten gering beperkt in onze pogingen, kunnen wij bij geene mooglijkheid in de nooden voorzien: hoewel wetende alle zielen zij den magt over haar gestelt, onderworpen; zoo zullen wij gehoorzaam zijn, indien wij de armen niet bedeelen kunnen hen de reden zeggen en ze tot UE zenden.
Wij hebben de eerd ons te noemen.
UEd: Dienaren de kerkenraad
Uit derzelver last en naam
P:Hondius
Arnemuiden 25 Februarij 1817


OPROEP ??

Op den 8e Maart 1817 is op de Bank de Onrust Een hoogaars van Arnemuiden omgeslagen, waardoor vijf menschen zijn verdronken. De nagelaten weduwen zijn:
Grietje Klaase de Nooijer, die daar bij heeft verloren, haar man en twee zonen- nevens den hoogaars- is buiten staat door Ligchaamsongesteldheid haar brood te verdienen,- heeft nog een ongetrouwde zoon,- en nog een dogtertje.

Prina van Hekken, heeft daar bij haar man verlooren- heeft zes kinderen, en bevind haar hoog zwanger- van de zes kinderen is een zoon, die onder de Landmilitie is, thans met Verlof alhier en een dogter die in staat is om te leuren- dan de andere vier nog kleijn en kunnen nog niets verdienen.-


Jannetje Nederhand, betreurd ook daar bij haar man, en heeft twee kleine kinderen die nog alle hulp behoeven.
Alle bevinden zich in een zeer behoeftigen toestand, en zonder bijstand, van weldadige menschenvrienden, is een gewis gebrek hun deel, en zouden in hunne Ellende omkomen
Zodat ieder gevoelig hart tot mededeelzaamheid bij dezen vriendelijk uitgenodigd
C: Crucq
Provisioneel Burgemeester van Arnemuiden.
Middelburg de 15 maart 1817

Aan Prina van Hekken gegeven eene Milde Gifte door eene Onbecande vrauw(e) aan haar, voor het uitrusten van haar kraambedde aan de ondergeschreve ter hand gesteld
A: Dingmans

Van den Advocaat Ermeryns de som van vijf Guldens van een mensenvriend uijt den Haag door mij Provisioneel Burgemeester ontfangen en aan de Weduwen uijtgedeelt

Aan het Gemeente Bestuur
Te Arnemuyden

Mijne Heeren
Indien UE een vertrouwd persoon naar Vlissingen gelieft te zenden zal den Heer A. van der Swalme voornaam notaris aldaar UE uit betalen de som van twaalf Guldens, naar Uwe beste ervaring te verdeelen onder de ongelukkige Huisgezinnen waarvan de vaders en broodwinners opden 6e dezer ( ingevolge Staats Courant van 17 dezer) op den Onrust zijn omgekomen.
UE zult hiermede een Hagenaar verplichten die onbekend wenscht te blijven doch zich met achting tekent Uwen heilwenschen … en toegenegen landgenoot

‘s –Hage 17 Maart 1817.

Wissenkerke den 9 Maart 1817

Al zo mij heedenmorgen kenbaar is geworden dat gisteren tegen den avond twee hooghaarsen menschen daar in op de Punt van de Onrust denkelijk van Arnemuiden verongelukt en alzo omgekomen en het ongeluk heeden ???? ziende door het vinden van een dood lighaam op het strand de Onrust zijnde een manspersoon.
Aangezien ik mij daar na toe heb begeven geadsisteerd door den onderstrandvonder Jan van den Bond en Maarten van de Visser Particulier en bevonden dat het een drenkeling was nog niet geschonden, en de teekens van aanwezig zijn; hebbende eene lengte wel van 5 ½ voet, Blond haar, een zoo goed als nieuwe Schanslooper ?; een blauw omderbuisse, een gevoerde Linnen broek een blaauw doek om den hals, een Paar Klompen gevuld met Strooij aan de voeten, en een paar kousen zijnde wolle met strepen of ribben,- daar ik door het opkoomen van het water niet in staad was het doode Lighaam naar den wal te laten brengen, heb ik hetzelve met eene Plank in het Strand en een touw aan hetzelve vast gelegt- en zal morgen bij Laagwater daar aan de nodige Executie geven, ten waare dat den persoon door de familie of die er betrekking op hadde wierde gerequireerd,
Op dit een en ander mij ten hoogsten verpligt ziende om hier van aan UEd kennis te geven en ingeval het een ingezeten van Uwe gemeente is, Uwe meedewerking in te roepen en alzo aan de familie van die ongelukkige kennis te geven, en in geval het Lighaam begeerd word HErwaarts te brengen mij alsdan door brenger dezes kenbaar te doen worden, en bij het afhaalen die geene welke daar mogte om komen en UEd kwaliteit sterk te maken het geen blijken zal dat het Lighaam op een Regte wijs worde genadert
Inmiddels heb ik de Eer mij met hoogagting te noemen UEdDW Dienaar
Den Schout van Wissenkerke, Geersdijk ?

Louis Wisse ……


’s-Gravenhage den 20. Maart 1817

Mijne Heeren!

Ik heb met veel deernis het ongeval vernomen, dat op den 8.der lopende maand eenige schippers Uwer Gemeente heeft getroffen, die met eene hoogaarts ter redding van een vastgeraakt schip zijnde toegeschoten, door eene harde stormvlaag overvallen, zelve ongelukkiglijk zijn verdronken.
Ik verzoek UwEd: ten behoeve van de Weduwen en Weezen dier ongelukkigen , die door dit ongeval in de jammerlijkste omstandigheden moeten gedompeld zijn bij den Heer Advokaat Ermerins te Middelburg wel te beschikken over de som van f.5.- die ZwEdG UwEd tegen uitreiking van de nevensgaande recepis uit mijne naam zal ter hand stellen. Ik verzoek UwEd. Deze geringe gifte tot laafenis dier ongelukkigen,, aan dezelve wel te willen uitdeelen.
Ik heb de eer met alle achting te zijn.

UwEdel Gehoorz. Dienaar
A. Moens

Middelburg den 29e Maart 1817

Het 18 Art. der wet van den 18 februarij 1814 No 5 bepaald, dat onder de opgave der Plaatselijke Schulden ook moeten begrepen worden, die, welke ten laste zijn van tot de Gemeente behorende Administratien en dus ook de schulden der Armbesturen.
Op de door UEd: ingezondene Staat van den achterstand, zijn gene schulden van Armbesturen gebragt; Terwijl het uit dezelve ook niet blijkt, dat dezelve in uwe Gemeente niet bestaat.
Ik verzoek UEd: derhalven mij te willen opgeven, of er in uwe Gemeente ook eenige schulden ter laste van Armbesturen bestaan, welke uit kwade sloten of onbetaalde posten over 1814 en vroegere dienstjaren voortspruiten, en zoo ja welke? En ten laste van welk armbestuur hetzij burgerlijk of kerkelijk dezelve zijn lopende?
In geval zodanige schulden mogten bestaan, wordt UEd: verzocht daarvan eene behoorlijke Staat aan mij in te zenden, en, in het tegenovergestelde geval, zal het voldoende zijn mij van het niet bestaan der bedoelde schulden een Certificaat te doen geworden.
Ik verlang deze opgaven de Staten of Negative Certificaten, zoo mogelijk binnen acht dagen na dato dezer van UEd: te ontvangen
De Griffier der Staten van Zeeland
J. Hurgronje


PUBLIEKE VERKOOPING

Men zal op Vrijdag den 18.April 1817 ten overstaan van den Notaris Serlé openbaar en met den Stokke aan de meestbiedende presenteren te verkoopen

Twee beste melkgevende Koeijen
Een Varne ? Koeij
Zes tweejarige Vaersen
Vier Eenjarige Vaersen
Vijf Kalvers en wat er meerder zal geveild worden.
De Plaats van de verkooping zal zijn op de Buitenplaats Brakenburg bij Arnemuiden.
Die daar gading in geeft kome ten dage uur en plaats voorschreven , aanhoore de conditien en doe zijn Profijt.

ZEGT HET VOORT


Middelburg, 20 April 1817

Wij hebben de eer UEd: te verzoeken aan ons voor of uiterlijk op Maandag den 5e Meij aanstaande, eene Lijst te willen toezenden van zoodanige personen, alswelke UEd verlangd dat worden begunstigd met een permissie biljet tot het weiden van koebeesten langs de kleiwegen; doch daar het belang der wegen vordert, dat deze Vergunningen zoo spaarzaam mogelijk worden verleend, vleijen wij ons, dat de door UEd: ons toe te zenden opgave het geringst mogelijk getal personen zal bevatten, aan dewelke alsdan op Maandag den 12e Meij daaraanvolgende, de permissien voor dit lopend saisoen zullen worden uitgereikt.
De Centrale Directie Walcheren
Van Doorn

St. Laurens April 1817

Ik neem de vrijheid mij tot UE. Achtbare te vervoegen, met vriendelijk verzoek, mij een Locaal te Arnemuiden te willen aanwijzen, ter berging van Geweeren etc benodigd voor mijn kompagnie, en dewelke ik gaarne aldaar; zo het door UEd: Achtbare wierd toegestaan, op woensdag den 30 deser wilde laten verzorgen.

De kapitein der 5 komp
2e Bat. Schutterij
J.H. Liebert

Burgemeester! Vuld den datum na verkiezing in
Groete aan den Heer Luitenant,en zeg, dat den sergant major
Woensdag halv twee te Vere zal zijn, om ’t nodige met den
Fourier te verrigten; ik was bang ’t met Frederiks, die ook
te ver af woond zoude hokken??, zoals met dhr Jillen- ’t zij zoo- ik
wenschtte, maar hersteld te zijn- zo ’t weer maar zachter wierd
Met hoogachting

J.H. Liebert

Aankondiging “met hooge goedkeuring”dat van de pers gekomen en wordt uitgegeven Bijvoegsel tot het Staatsblad, 2 stukken, bevattende alle besluiten, Ministeriele Decreten en Reglementen, welke over 1813 tot 16 verschenen zijn.
Van groot belang: een complete verzameling van alle Wetten
Advies aan alle Gouverneurs:Dit aan te schaffen voor rekening van de gemeenten.

UWEd. DW.Dienaren
A. Blussé & Zoon
B. Dordrecht, den Mei 1817

Middelburg den 7 Junij 1817

Hier nevens zende ik UEd: het kohier van Patentschuldigen Uwer Gemeente over den Jare 1817, met verzoek om daar mede te handelen als naar gewoonte, en mij op te willen geven den datum der gedaane publicatie, en die van het overbrengen van het voorschreve Kohier bij den Heer Ontvanger Boddaart, te Veere
De Controleur der Directe
Belastingen District
Middelburg

Ritter

Middelburg den 9. Junij 1817

Ten einde de Commissie tot het ontwerpen eener meer geëvenredigde repartitie der Grondbelasting, Personele en Mobilaire belastingen, benoemd bij ZIJNER MAJESTEIT’S besluit van den 12. April laatstleden no 2, in hare belangrijke werkzaamheden eenigzins te kunnen toelichten, verlangen wij van UE eene naauwkeurige en getrouwe invulling der twee bijgaande tabellen betrekkelijk de ongebouwde en gebouwde Eigendommen uwer gemeente.
s.v.p.gedetailleerd en wat “het ongebouwde”betreft de productiemogelijkheden. Etc.

De Gedeputeerde Staten van Zeeland
F. Ermerins
Ter ordonnantie van Dezelve
J. Snouck Hurgronje

30 Junij 1817

Het Edel Achtbaar Gemeentebestuur dezer Stede

Edel achtbare Heeren!

Geef met verschuldigde eerbied te kennen de persoon van H:W: Hogerheijde, openbaar onderwijzer der jeugd, dat de suppliant van goeder hand vernomen heeft, dat de vrouw van zekeren, onlangs ingekomen,zoogenaamde chirurgijn, zich verstout heeft eene school voor het lager onderwijs hier ter stede op te rigten, ’t welk geheel strijdig is met de wet gearresteerd den 3 April 1806 aangaande het lager schoolwezen en onderwijs in de toen zijnde Bataafsche Republiek: welk 12 & 13 Art: van de genoemde Wet woordelijk zegt:
“Dat er geene lagere school onder welken naam ook mogen bestaan, of opgerigt worden, zonder uitdrukkelijke vergunning van het Departementale, landschaps of gemeente bestuur na vooraf gevraagde inlichting en bedenkingen, van den schoolopziener des distrikts of der plaatselijk schoolcommissie. Art. 13. Niemand zal binnen de Bataafsche republiek eenig lager onderwijs geven, dan die de vier navolgende vereischten bezit:
1. het produceren van voldoende getuigschriften van zijn goed burgerlijk en zedelijk gedrag.
2. dat hij de algem: toelating tot het geven van onderwijs erlangd heeft.
3. dat hij na boven, deze algemeene toelating admissie tot deze of gene school of voor deze of gene plaats wettiglijk verkregen hebbe.
4. dat hij zich na het verkrijgen eener speciale beroeping aanstelling of admissie met de bewijsstukken daartoe betrekkelijk bij den schoolopziener van het district of de plaatselijke schoolcommissie in persoon of schriftelijk vervoegd hebbe”

Verder zegt het 4e Art: int reglement op ’t lager schoolwezen en onderwijs binnen de Bataafsche republiek:
“Deze alle zijn begrepen in de algemeene Wet, wordende van elkander onderscheiden door de benoemingen van schoolonderwijzers schoolhouderessen huisonderwijzers. Alleen de zoogenaamde Gouverneurs & Gouvernantes zijn hiervan uitgezonderd.
Om welke rede de suppliant zich wendt tot U, Edel Achtb: Heeren met eerbiedig verzoek dat het Edel Achtb: Gemeentebestuur behagen mogt zulke maatregel in hunne wijsheid te nemen, die strekken kunnen ter handhaving van bovengem: wet en tot maintenu van den openbaren schoolonderwijzer.
Ik heb de eer te zijn
WelE: Achtb: Heern
Uwen onderdanigen Dienaar en onderwijzer der jeugd
H;W: Hogerdijk
Arnemuiden den 30 van Zomermaand 1817

NOTIFICATIE

De Gouverneur van Zeeland brengt bij deze ter kennisse der belanghebbende, dat door den Heer Opperjagermeester van Zijne Majesteit, Opperhoutvester voor de Noordelijke Provincien, met overleg der Gedeputeerde Staten dezer provincie, de tijd op welke, met het schieten op Eenden en Watersnippen een begin zal worden gemaakt, voor dit Jaar is bepaald op den 15.Julij aanstaande, edoch dat hetzelve in de publieke Jagt niet zal mogen worden uitgeoefend, dan langs de Stranden en Oevers van Waterplassen of op lage moerassige Landen, en bepaaldelijk nimmer in of langs Bosschen, noch op Bouw-en Hooiweilanden tot het gewoon jagtveld behoorende, en eindelijk dat de Groote Jagt mede voor dit Jaar op den 15. September daaraanvolgende zal open zijn.
Zullende , ten einde niemand hiervan onwetendheid voorwende, deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks gewoon is te geschieden.
Middelburg den 8.Julij 1817
De Gouverneur voornoemd
SCHORER

Te Middelburg, gedrukt bij A.P.de Winter, Drukker

Ik heb de eer UEd: hier nevens te doen geworden de kohieren der gebouwde en ongebouwde Eigendommen, als mede die der Personeele en Mobiliaire belastingen over het jaar 1817, met verzoek om daar mede te handelen overeenkomstig de aanschrijving van den Heer Gouverneur dezer Provincie van den 9: dezer, en mij insgelijks op te geven den datum der gedaane Publicatie en die der Verponding van de voors: Kohieren aan den Ontvanger

De Controleur der directe Belastingen District Middelburg.

C.I. Ritter

De Burgemeester der Stede Arnemuiden

Aan
Zijne Excellentie de Heer
Gouverneur van Zeeland

Hoog Edel Gestrenge Heer!

Ten voldoening aan Uwe Excellentie aanschrijving van den 29: der vorigen maand 2e afd. No 1936 heb ik d’eer aan Uwe Excellentie tot de benoeming van zetters voor den dienst van 1818 voor te dragen de personen van
Jannis de Marée
Paulus de Meulmeester
Jan Bernard Joose
Janis den Hamer
Pieter Boogert
Met verschuldigden Eerbied teekene ik mij
Uwe Excellentie DW Dienaar
C: Crucq

Arnemuiden: den 3: September 1817

De Gouverneur van Zeeland herrinnert den Burgemeester van Arnemuiden aan art 9 van de Wet van den 3 frimaire 7e jaar ( Manuel des contribuables 1deel pag 195) bepalende dat onder de zetters ook moeten genomen worden, indien mogelijk, twee buiten de Gemeente woonachtig; en vermits uit de toegezonde voordragt van Zetters niet kan gezien worden of hier aan voldaan is, retourneert hij dezelve hiernevens, met invitatie dit naast de namen te willen vermelden en zoo daar uit bleek, dat de voorschreven bepaling niet was in agt genomen, alsdan dit nog dadelijk te willen doen, en de alzoo geredresseerde voordragt van zetters binnen agt dagen terug te zenden

Middelburg den 10 September 1817
De Gouverneur voornoemd
Schorer

De WelEdele Heeren Burgemeester
En Secretaris der Regeering te Arnemuiden
d.d. 22 September 1817

Mijne Heeren!

De eer en lastpost van diaken is hier altoos onaangenaam en moeijelijk, niet zoo zeer omdat men er niet voor beloont wordt, als wel omdat der armenkas nimmer de noodige uitgaven bestrijden kan; diepe armoede ja wezenlijk gebrek heerscht onder hen welke aan onze zorg zijn toevertrouwt, en daarin dus niet te kunnen voorzien; dat is om moedeloos te worden:zie deze is de toestand der armverzorgers in gewoone tijden; afgeleefde zieke kunnen wij noch bedden noch kleeding geven; ja niet zoo veel dat ze het sober kostje hebben; dit is aan UEd: Heeren bekend , daar jaarlijksch ten overstaan uwer afgevaardigden de armenrekening geschiedt: met de scherpste bezuinigingen is onze kas tegen geene buitengewoone uitgaaf gewapend, wordt zulks van ons gevordert, dan zijn wij ten einde geld en raad?;zoo is nu ons geval, daar de huisvrouw van Marinus Schroevers zinneloos geworden is , dag en nacht moet bewaakt worden en gebonden; om te voor te komen dat zij in hare rasernijen vertwijffeling haar zelve ofte iemand anders vermoord : deze man heeft aan den kerkenraad betuigt onvermogend te zijn om voor zijn huisgezin brood te winnen, en verzogt ernstig en aandoenelijk om zijne ongelukkige Echtgenoote op eene verzekerde plaats te bezorgen, van zijne behoeftigen Staat overtuigd en zeer wel de dringende noodzaakelijkheid ziende om dat beklagenswaardige voorwerp onder veilige bewaring te stellen, raadpleegden wij onderlingen met de kas met den ongunstigsten uitslag, wij wisten waarlijk niet wat aan te vangen, wij riepen op ondrrigt de bloedvrienden zamen, welke opentlijk bekenden niet in staat te zijn om kostgeld voor Adriana de Ridder te kunnen betalen, zelfs niet de penningen om over een bed en verschooninge te zorgen.—
Dat het op dien voet in dat ongelukkig huisgezin niet blijven kan, behoeft geen verder bewijs, als men slegts het getuigschrift van deb WelEdel:Heeren ? Dobbelaar ?de Wind leest, maar hoe komt de lijderes in het Simpelhuis?
Met leedwezen moeten diakenen verklaren ten eenemaal buiten de mogelijkheid te zijn om voor rekening der armenkas deze vrouw te besteden; in deze onze besluiteloosheid oordeelden wij ons verpligt ons schriftelijk aan uwe vergadering te vervoegen met vriendelijk verzoek om raad om medewerking en dadelijke hulp , het ware de menschheid beleedigen, aan uwe bekende zorg voor de inwoners te kort doen, indien wij ons van drangredenen bedienden om Uwe vergadering over te halen om ons te helpen, en alles te beproeven om die ongelukkige vrouw buiten kosten der diakonie te besteden, ons van Uwe Ed: welwillendheid ?????houdende en verzekerd van spoedig antwoord,hebben wij de eer ons met achting te noemen
Uwe Edele DW Dienaren
Nom: Sijn:
P: Hondius V:D:M:
Jan Bernard Joossen
Arnemuiden den 22.Sept: 1817

P.S. Wij zende het getuigschrift van den WelE: Heer de Wind
Nevens met verzoek van teruggeven daar hetzelve
Aan Schroevers behoort

C: Mulder
J de Corte ??


Middelburg den 24. September 1817
Ontvangen: 25 September 1817
Het tijdstip daar zijnde, dat met de voorlopige werkzaamheden ter vervaardiging der Registers van de Burgerlijke Stand over 1818, een aanvang behoort gemaakt te worden, verzoek ik UE. In de hieronder geplaatste Staat, de benoodigde Vellen voor elk dier Registers naauwkeurig in te vullen, en, bij aldien dit getal van dat van den loopende Jare mogt verschillen, mij daarvan de reden te willen opgeven.
Het zal mij aangenaam zijn, de aldus ingevulde Staat, vóór of uiterlijk op den 10. October aanstaande,onder het couvert van den Heer Gouverneur van Zeeland, te mogen ontvangen.

De Griffier der Staten van Zeeland

J. SNOUCK HURGRONJE

Middelburg den 24 September 1817

Ontvangen: 25 September 1817

De Gouverneur van Zeeland heeft de eer UEd: hier nevens toe te zenden, de navolgende bij hem ontvangene Ordonnantien, te weten:
1 Ordonnantie geslagen door den Minister van Justitie den 28 Aug: No 1919 ten name van G. Meerman te Arnemuijden f. 2,45


Voor de Gouverneur voornoemd afwezig
Van Doorn
Lid der Gedeputeerde Staten

Middelburg den 6.October 1817
Ontvangen: 9 October 1817

Het is op grond van een besluit van Zijn Excell: den Minister van Financien, dat ik UEd: uitnodige om mij te willen informeren of er ook in Uwe gemeente gebouwde en ongebouwde Eigendommen gevonden worden, welke bij voortduring uit kragte van vroeger of later verleende octroijen, Concessien of besluiten, of wellicht ook zonder dezelve, vrijdommen van grondlasten genieten.
En daar het de begeerte van Welgemelde Minister is, om met den aart, strekking en uitgebreidheid van die Vrijdommen, als mede met den oorsprong dezelve bekend te worden; zoo zal het mij aangenaam zijn om zodanige renseignementen in dezen van UEd. Zoo spoedig doenlijk te mogen ontvangen, als zouden kunnen strekken om aan het doelmatig oogmerk van Zijn Excell: den Minister van Financien te kunnen beantwoorden.

De Controleur der directe Belastingen District Middelburg

C.I. Ritter

Middelburg 29 October 1817

Aan UW Ed wordt van wegens het Gouvernement van Zeeland toegezonden twee Exemplaren van eene Publicatie de dato 20 October 1817
Betrekkelijk het houden van Springstieren
Ten fine van promulgatie en affixie

De Jonge
Exp.

Aan de Gemeente Besturen in Walcheren

Middelburg den 17 november 1817

Aan UW Ed wordt van wegens het Gouvernement van Zeeland toegezonden 2 Exemplaren van de Notificatie de dato heden betrekkelijk de Sluiting deze Jagte
Ten fine van promulgatie en affixie

Dankaerts
Commis Exped. Prov. Griffie

NOTIFICATIE

De Gouverneur van Zeeland brengt bij deze ter kennisse der Belanghebbenden, dat, ingevolge de door Zijne Excellentie den Opperjagermeester van Zijne Majesteit, Opprehoutvester van Zijne Majesteit, Opperhoutvester voor de Noordelijke Provincien, met overleg van Hun Ed. Gr. Acht. De Gedeputeerde Staten vastgestelde bepaling, de Jagt in deze Provincie, met den avond van de 30. December aanstaande, zal gesloten zijn.
En ten einde niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks te geschieden gebruikelijk is.
Middelburg den 17. December 1817

De Vice-President der gedeputeerde Staten
Van Zeeland, Gouverneur ad interim
Van Doorn.

Gedrukt bij A.P. de Winter
Drukker van de Ed.Gr. Achtb. Heeren Staten van Zeeland

Middelburg den 22. December 1817

De onderscheidene besturen zijn resp. op 9 Juni en 14 juli l.l. bij missive aangeschreven om breeder omschreve renseignementen met betrekking tot de huurwaarde van de gebouwde en ongebouwde Eigendommen.
Er bleven bij de beantwoording her en daar twijfelingen en bedenkingen,die uit de weg moeten worden geruimd.
Het gaat bij de bedongen prijs zowel over het gebouw als de grond en niet gescheiden.
Andermaal moet worden opgegeven wat de gebouwen op zich zelfs, indien daarbij geene Erven gevonden wierden, aan Huur zouden kunnen opbrengen.
Ook is vaak geen opgave verstrekt waarom de Huren, hetzij verhoogd of verlaagd zijn geworden.
Door vele besturen is ook niet aangetekend welke Maat door hen voor de gewone landmaat gehouden wordt
Ook hebben wij uit de ingekomen Staten niet kunnen opmaken hoeveel Wei-,Zaailanden, Bogaard, Bosch of Dijken er in iedere Gemeente gevonden word.Ten slotte ontbreekt de vermelding van de kosten die nodig zijn om de vruchten te verkrijgen en te gelde te maken. Gaarne opgave binnen zeer weinige dagen, in ieder geval voor of op 15 Januarij a.s.

De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Van Doorn
Ter ordonnantie van Dezelve
J. SNOUCK HURGRONJE

Middelburg den 22. December 1817

Bij de circulaire van 21 Augustus l.l. werden de Plaatselijke Besturen aangeschreven om zo spoedig mogelijk op te geven de dagloonen die binnen de gemeente door gewone Arbeiders genoten werden.
De rescripties geven aanleiding tot het verzoek om nadere toelichting omdat de gegeven informatie vaak niet juist was.
Wanneer toch zommige Gemeente besturen opgeven, dat het dagloon van een Boeren-arbeider op 90 Cents daags kan geschat worden, dan volgt daaruit ook, dat zoodanigen Arbeiders jaarlijks op een inkomen van ruim f 300 moeten kunnen rekenen; dat kan vergeleken met waarnemingen van zommige Gemeente besturen in genen deele steek houden.
In werkelijkheid differeert het van soms 70 tot 90 cent per dag. Op natte dagen wordt er vaak niets verdiend en een groot deel loopt hij ledig, of moet voor een zeer klein loon in de schuren arbeiden, om niet te spreken van ongesteldheden die hem geheel of gedeeltelijk beletten in de behoeften van zijn huisgezin te voorzien.
Ook is er vaak ongelijkheid in opgaven van dorpen die zeer dicht op elkaar zitten
Belangrijk is; op te geven de onderscheidenen daggelden op verschillende tijden van het jaar genoten . Zodoende kan de gemiddelde prijs der daglonen berekend worden
Etc.Etc

D Gedeputeerde Staten van Zeeland
Van Doorn
Ter ordonnantie van Dezelve
J. SNOUCK HURGRONJE

Middelburg 30 December 1817

Nog geen antwoord van Arnemuiden bekomen hebbende wegens de limietscheiding met Middelburg verzoekt de Griffier der Staten dit onverwijld aam hem te willen doen geworden en zoo dit aan de rescriptie van Middelbug mogt haperen als dan zonder die verder in te wagten bepaaldelijk te willen opgeven wat ingevolge de aan Middelburg op den 4 Julij l.l. geponeerde limietscheiding de beide plaatsen van het in 1809 en vroegere jaaren door hen bezeten ? territoir zouden verliesen en aanwinnen ?
De Griffier der Staten
J. Hurgronje.