Algemeen:

De redactie vraagt auteurs de onderstaande richtlijnen in acht te nemen en behoudt zich het recht voor bijdragen aan te passen volgens de richtlijnen, dat wil zeggen:  ingezonden kopij te redigeren, zoals het verbeteren van tik- en schrijffouten, het toepassen van een heldere alinea-indeling en het gebruik van tussenkoppen. Dit alles met het doel de leesbaarheid te bewaren.

Deze aanpassingen gelden ook in die gevallen waar de tekst onsamenhangend, niet duidelijk of niet ter zake doende is.

Wanneer een tekst zodanig bewerkt moet worden dat er volgens de redactie forse ingrepen in inhoud en/of structuur  noodzakelijk zijn, zal daarover altijd overleg gevoerd worden met de auteur zodat deze de gelegenheid krijgt de tekst aan te passen.

Aanleveren van kopij:

Auteurs worden verzocht kopij als digitaal tekstbestand (in Word) via e-mail digitaal aan te leveren bij onze website (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. ) en/of de eindredacteur (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).

Omvang:

Een artikel heeft in de regel als omvang maximaal 2.700 woorden. Dit komt globaal overeen met zes pagina's A4, illustraties inbegrepen. Artikelen langer dan 2.700 woorden komen in aanmerking om te worden gesplitst in twee of meerdere afleveringen. De auteur wordt hiervan op de hoogte gebracht en dient zo nodig zelf deze splitsing uit te voeren.

Tenaamstelling:

De naam van de auteur komt onder de titel van het artikel te staan. De auteur moet aangeven hoe zijn/haar naam moet worden vermeld. Er worden geen titels vermeld.

Opmaak tekst:

Kopij dient als 'platte tekst' (dus niet zelf opmaken) aangeleverd te worden, zonder tabs, centreer-, uitvulfuncties, vet, onderstrepingen et cetera.

Spelling en stijl:

De bijdragen dienen in de officiële geldende spelling te zijn gesteld, conform de laatste druk van de Woordenlijst Nederlandse Taal oftewel 'het Groene Boekje' (2005) of de meest recente editie van Van Dale's Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (2005). Auteurs worden verzocht een duidelijke en prettig leesbare stijl te hanteren en zo weinig mogelijk in vakjargon te schrijven of afkortingen te gebruiken.

Een artikel begint met een koptitel, kort en bondig en uitnodigend tot verder lezen. Dan volgt een korte, duidelijke inleiding, waarin de auteur aangeeft waar het artikel over gaat. Deze regel geldt sterker naarmate het artikel langer is.

Korte citaten (circa 1 à 2 regels; niet meer dan ongeveer 50 woorden) worden in de lopende tekst geplaatst. Langere citaten worden in een aparte alinea geplaatst. Deze wordt vooraf gegaan en besloten met een witregel. Alle citaten worden tussen enkele aanhalingstekens geplaatst. Citaten binnen een citaat krijgen dubbele aanhalingstekens. De spelling van citaten mag niet veranderd worden. Fouten in de spelling die in het oorspronkelijke citaat staan, moeten blijven staan (voeg eventueel [sic] toe). Interpunctie volgt na het aanhalingsteken sluiten. Met een komma werkt dit evenzo. Weglatingen of toevoegingen door de auteur binnen de citaten worden aangegeven met vierkante haakjes en daarbinnen drie punten [...].

Getallen en cijfers: van één tot twintig wordt alles uitgeschreven, daarna niet meer, met uitzondering van de tientallen tot de 100 en de honderdtallen tot de 1.000. Daarna wordt alles als getal geschreven. Voorbeelden: negentien, 21, dertig, 110, driehonderd, duizend, 1100, 1940. Leeftijden worden altijd in cijfers geschreven. Dit geldt ook voor rangtelwoorden. Deze krijgen in cijfernotatie een kale e, geen ste of de (1e, 323e). Gangbare maateenheden behoeven geen punt, wel een spatie vooraf (2 cm, 1 m).

Afkortingen zoals e.a., e.v., jl., enz., i.p.v., b.v. of etc. worden altijd voluit geschreven, evenals eeuwaanduidingen en percentages; dus niet 19de-eeuw, maar negentiende eeuw of twintigste-eeuwse; niet 40%, maar 40 procent. Ook: jaren vijftig, niet jaren '50.  Namen van organisaties, bedrijven et cetera mogen wel worden geschreven als ANWB, PvdA enzovoorts, zonder punten dus. Dit geldt ook voor titulatuur: afkorten zonder hoofdletter, met punt er achter (dr., drs.).

Titels van boeken, tijdschriften en kranten worden altijd cursief geschreven. Ook wanneer een bepaald woord of tekstgedeelte nadruk moet krijgen, wordt dit gecursiveerd. Vette tekst of hoofdletters geven een onrustig paginabeeld. Titels van artikelen of  hoofdstukken van boeken worden tussen enkele aanhalingstekens geplaatst.

Het gebruik van noten wordt tot een minimum beperkt. De toelichting kan meestal gewoon in de tekst worden opgenomen. Indien toegepast, gebeurt dat met een cijfer tussen haakjes, bijvoorbeeld (9) of (12). Een noot verwijst zowel naar een nadere toelichting als naar een bron, zodat na de tekst een gezamenlijk overzicht ontstaat van noten en bronnen. Onderaan die lijst worden bronnen vermeld waar niet met een noot naar verwezen is in de tekst. Ook als de auteur geen noten gebruikt wordt de lijst samengesteld als overzicht van gebruikte bronnen en literatuur, websites inbegrepen.

Tussen elke twee alinea's staat een witregel. De lengte van alinea's mag variëren, maar twee regels is te kort en een halve pagina te lang. Tussen elke vier tot acht alinea's wordt een tussenkop geplaatst. Deze blikt in één woord of enkele woorden vooruit op iets dat in de eerste of tweede alinea ná de tussenkop aan bod komt.

Bronverantwoording en bronvermelding:

Voor verantwoording van geraadpleegde bronnen wordt achter het artikel een kort overzicht opgenomen. Geraadpleegde bronnen kunnen zijn literatuur, archieven, verzamelingen en collecties, kranten en informanten.

Voor boeken bevat de titelbeschrijving de volgende onderdelen en leestekens: achternaam auteur, komma, voornaam/voorletters auteur, komma, titel boek, komma, uitgeverij, komma, plaats van uitgave, komma, jaar van uitgave, punt. Eventueel volgen de bladzijden waarnaar wordt verwezen, aangegeven met p.

Voorbeeld: Franken, A.F., Scheepswerven in Zeeland, Goes, 1996. p. 35.

Voor artikelen bevat de titelbeschrijving de volgende onderdelen en leestekens: achternaam auteur, komma, voornaam/voorletters auteur, komma, titel artikel tussen enkele aanhalingstekens, komma, in: titel tijdschrift komma, jaargang, jaar tussen haakjes, aflevering punt. Eventueel volgen de bladzijden van het artikel, aangegeven met p.

Voorbeeld: Wijk, E. van, 'Beproeving van een brandkast', in: De Wete,  jaargang 22 (1993) nr. 2. p. 9-10.

Bij twee auteurs voegt men het woord en toe tussen de namen. Bij meer dan twee auteurs alleen de eerste noemen gevolgd door de afkorting e.a.

Bij bronvermelding van archieven, verzamelingen en collecties die berusten in openbare archiefbewaarplaatsen, bibliotheken en documentatiecentra bevat de bronvermelding de volgende onderdelen en leestekens: naam archiefbewaarplaats/bibliotheek/documentatie-

centrum, komma, naam archief/verzameling/collectie en periode van de archiefvormer of verzameling/collectie, komma, inventarisnummer(s) of catalogusnummer(s) waarmee de bron(nen) is/zijn geregistreerd, punt.

Voorbeeld: Zeeuws Archief, Archief Staten van Zeeland 1577-1795, inv.nrs 976, 980 en 1012.

Indien het om een enkel inventaris- of catalogusnummer gaat kan er eventueel tussen haakjes een korte omschrijving van het stuk worden gegeven.

Voorbeeld: Zeeuws Documentatiecentrum, Collectie Fokker 1829-1896, cat.nr. 5 (stukken betreffende de Geneeskundige School te Middelburg, 1853, 1866).

Afbeeldingen:

De auteur levert zelf afbeeldingen aan en voorziet deze allemaal van een onderschrift.

De onderschriften dienen de volgende gegevens te bevatten: omschrijving van de voorstelling, auteur/tekenaar/fotograaf et cetera, datering, verblijfplaats: instelling en indien nodig plaats.

Wanneer in de tekst wordt verwezen naar een afbeelding komt in het onderschrift het nummer van de afbeelding te staan: afb. 1, afb. 2 enzovoorts. In dat geval moeten de afbeeldingen ook van een onderschrift zijn voorzien. Als de auteur geen suggesties voor illustraties heeft dan is de redactie vrij om passende illustraties te zoeken.

Bijschriften worden altijd afgesloten met een punt.

Afbeeldingen het liefst scannen en opsturen in TIFF resolutie dpi 300, minimaal 1800 mm breed. Kan het alleen in JPEG, dan het liefst als een zo groot mogelijk bestand. Verzenden van grote bestanden gaat eenvoudig en gratis via www.wetransfer.com.

Afbeeldingen moeten als afzonderlijke bijlagen worden bijgevoegd en niet in een reeds opgemaakt Wordbestand. In een e-mailprogramma als Windows Mail moeten ze niet worden verstuurd als afbeelding, maar als bijlage.

Wanneer de auteur originele afbeeldingen instuurt, geschiedt dit geheel voor risico van de auteur. De redactie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het zoekraken van of schade aan originelen.

De redactie gaat ervan uit dat de afbeeldingen vrij van rechten zijn.

Het insturen van fotokopieën moet worden vermeden.

Presentexemplaar:

De auteur ontvangt voor zijn bijdrage een presentexemplaar. Op verzoek van de auteur kan een aantal extra exemplaren worden toegezonden (met een maximum van drie naast het presentexemplaar).

You have no rights to post comments

Related Articles

Free Joomla templates by Ltheme